Europees recht - samenvatting
Hoofdstuk 1: Europese samenwerking
Belangrijk voorbeeld samenwerking in Europa
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) 1952
1.1 – Vormen van samenwerking
Landen willen samenwerken verdrag met elkaar sluiten = schriftelijk vastgestelde
overeenkomst tussen landen kan pas in werking treden als het in de landen formeel
goed is gekeurd (geratificeerd). Ratificatie wordt in de meeste landen gedaan door het
staatshoofd kan pas na parlementaire goedkeuring van het verdrag. De overeenkomst
wordt gesloten tussen regeringen van landen.
In sommige landen kunnen verdragen pas wordt goedgekeurd, nadat de bevolking zich
over het verdrag heeft uitgesproken = referendum
Voren van samenwerking
Samenwerkingsvorm Kenmerken
Intergouvernementeel Organisatie die niets kan doen zonder toestemming
van alle lidstaten.
Supranationaal Organisatie die op een aantal gebieden kan
handelen zonder toestemming van alle lidstaten.
Federaal Overkoepelende staat die op veel gebieden
handelingsbevoegdheid van de lidstaten overneemt.
Samenwerkingsvormen Kenmerken
Vrijehandelszone Lidstaten hebben onderling alle douanerechten
afgeschaft.
Afwezigheid van onderlinge douanerechten
Douane-unie Niet alleen de onderlinge douanerechten worden
afgeschaft, zij hanteren ook een gemeenschappelijk
buitentarief voor producten die afkomstig zijn uit
niet-lidstaten.
Vrijehandelszone + gemeenschappelijk buitentarief
Gemeenschappelijke markt Alle hinderpalen voor het vrij verkeer van goederen,
personen en kapitaal worden afgeschaft.
Douane-unie + vrij verkeer van goederen,
personen, diensten en kapitaal.
Economische en monetaire unie Streeft naar een gezamenlijke munt en
(EMU) begrotingsbeleid. Voorbeeld: wisselkoers wordt
afgeschaft.
Gemeenschappelijke markt + gemeenschappelijke
munt + gemeenschappelijke begroting.
Bij een vrijehandelszone kan een product, afkomstig aan China, dat is geïmporteerd in
een lidstaat niet vrij worden verhandeld naar andere landen.
Bij een douane-unie kan na import in een lidstaat, het uit China geïmporteerde product rij
circuleren in alle andere lidstaten.
Europees Economische Gemeenschap (EEG) 1957 = supranationaal gebaseerd op
douane-unie en ook een gemeenschappelijke markt. Landen die in 1957 niet deelnamen
aan de EEG (Engeland en Scandinavische landen) richtte een vrijehandelszone op:
European Free Trade Area (EFTA) = intergouvernementeel.
,Europees recht - samenvatting
1.2 – Eerste initiatieven tot Europese samenwerking
1944: verdrag getekend in London tussen België, Nederland en Luxemburg om na de
oorlog een douane-unie tussen deze landen tot stand te brengen.
1947: dit verdrag leidde tot de oprichting van de Benelux.
1960: via een nieuw verdrag werd besloten een economische unie tussen de drie landen
tot stand te brengen Benelux Economische Unie intensieve vorm van economische
Benelux Unie.
1948: oprichting Organisation for European Economic Co-operation (OEEC) kwam tot
stand op aandrang van de Amerikanen als voorwaarde voor de Marshallhulp. 18
Europese landen, ook Turkije, werden lid van de OEEC een organisatie gericht op het
formuleren van een gezamenlijke aanpak van economisch herstel en het houden van
toezicht op de hulp. Marshallhulp bood financiële steun voor de wederopbouw van
Europa. Dit werd niet alleen gefinancierd door Amerika, ook door Canada.
1961: OEEC wordt vervangen door Organisation for Economic Co-operation and
Development (OECD) ook Amerika en Canada waren lid van de OECD.
1949: oprichting Raad van Europa 10 landen: de Benelux-landen, Denemarken,
Engeland, Frankrijk, Ierland, Italië, Noorwegen en Zweden. (Nu zijn 47 landen lid
inclusief Turkije en Rusland.) Meest succesvolle activiteit van de Raad van Europa:
bescherming van de mensenrechten de lidstaten sloten Verdrag van de Rechten van
de Mens (EVRM). De Raad van Europa was intergouvernementeel, zij kan alleen
activiteiten uitoefenen als alle aangesloten landen daarmee instemmen. Zij deed daarom
alleen aanbevelingen aan de lidstaten.
1950: geheel nieuwe organisatie: Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS)
aanzet voor de Europese Economische Gemeenschap (EEG), waaruit de Europese Unie is
voortgekomen.
1.3 – De EGKS
Franse minister van Buitenlandse Zaken: Robert Schuman 1950 lanceerde voorstel
om zeer intensief te gaan samenwerken binnen een nieuwe organisatie: EGKS. De
organisatie zou een taak krijgen om een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal
tot stand te brengen 1 binnenmarkt voor kolen en staal, de 6 afzonderlijke markten
moesten worden afgeschaft. Hieruit moest één gezamenlijke markt/ economisch gebied
worden gevormd. De staatsgrenzen moesten dus worden afgeschaft.
1951: Verdrag Europese Gemeenschap van Kolen en Staal getekend door 6 landen:
Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg en Italië.
1952: verdrag kon in werking treden, na parlementaire goedkeuring in de 6 betrokken
landen.
EGKS = supranationale organisatie: kan onafhankelijk van de lidstaten opereren. De
organisatie is op intergouvernementele manier tot stand gekomen (met instemming van
alle betrokken landen). Bestuur van de EGKS werd opgedragen aan de hoge autoriteit,
Jean Monnet, president van deze instelling.
2002: einde instelling, omdat EGKS tot stand is gebracht voor de duur van 50 jaren.
Het voorstel wilde de gehele oorlogsindustrie onder het gezag van de EGKS plaatsen. De
organisatie moest onafhankelijk zijn en onder leiding staan van een onafhankelijke
organisatie: de hoge autoriteit deze zou verantwoording verschuldigd zijn aan de
Europese volksvertegenwoordiging.
Voorstel op basis van een door Jean Monnet uitgewerkt plan. Doel van het plan:
toekomstig gewapende conflicten tussen Duitsland en Frankrijk onmogelijk maken.
, Europees recht - samenvatting
1950: kolen- en staalsector belangrijk deel van de economie, de oorlogsindustrie was
afhankelijk van deze sector:
Kolen: belangrijkste bron van energie
Staal: maken wapens, machines, schepen enz.
1.4 – De EEG
EGKS-landen stellen comité in, onder leiding van de Belgische minister van Buitenlandse
Zaken, Paul-Henri Spraak. Het comité kwam met een voorstel om een organisatie op te
richten die als taak zou hebben om een gemeenschappelijke markt te creëren van alle
economisch activiteiten. Het voorstel bracht EEG-verdrag tot stand.
1957: Verdrag Europese Economische Gemeenschap (EEG-verdrag), ondertekend door
de 6 EGKS-lidstaten.
1958: verdrag trad in werking, na goedkeuring van de 6 parlementen.
Het verdrag kwam tot stand op intergouvernementele wijze werd supranationale
organisatie. Doel organisatie: instellen gemeenschappelijke markt die het gehele
economische leven omvat. De binnenmarkt van goederen, diensten, personen en kapitaal
moest in een periode van 12 jaar tot stand komen.
Verschil EEG en EGKS: afwezigheid hoge autoriteit die volledig onafhankelijk is van de
lidstaten. Binnen de EEG functioneerde de commissie die onafhankelijk was van de
lidstaten. De regeringsmacht van de EEG werd vooral uitgeoefend door de lidstaten.
Tegelijk met de EEG trad het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie (EGA) in werking ook wel Euratom.
EGKS, EEG en EGA: supranationale organisaties, hebben bevoegdheden van de lidstaten
overgenomen. Zij moeten daarom beschikken over instellingen die belast zijn met de
wetgeving, bestuur en rechtspraak. De 3 verschillende gemeenschappen hadden eerst
verschillende instellingen die zich bezighielden met deze taken. Dit was niet efficiënt. De
EEG nam daarom de taken van de andere twee gemeenschappen over.
Belangrijkste instellingen van de drie Europese Gemeenschappen
De Commissie: bestaat uit onafhankelijke personen van de lidstaten vervulde
bestuurstaken en maakte wetsontwerpen.
De Raad: bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten bevoegd tot
vaststellen wetgeving.
Het Europees Parlement: bestaat uit vertegenwoordigers van de volkeren van
Europa bescheiden tol bij maken wetgeving en controleerde de commissie.
Het Hof van Justitie: belast met de rechtspraak.
1.5 – Van EEG naar EGA
Via de Europese Akte (1986) en het Verdrag van Maastricht (1992) werden nieuwe
afspraken gemaakt over de Europese samenwerking. Verdrag van Maastricht schreef
voor om de EEG om te bouwen tot EG. De afspraken maakten wijzigingen in bestaande
verdragen noodzakelijk gebeurt door steeds een verdrag te sluiten, waarin staat wat
er in het bestaande verdrag veranderd moet worden. 1e keer was het de Europese Akte.
2e keer was dat het verdrag van Maastricht. Het is de taak van de Europese Commissie
om deze nieuwe en oude regels uit te zoeken. Er zal dan een leesbare verdragstekst tot
stand komen = de geconsolideerde versies.
EEG-verdrag moest voltooid worden in 1970, maar was in 1985 nog steeds niet voltooid.
Daarom werd er een nieuw verdrag gesloten De Europese Akte bestaande EEG-
verdrag werd hiermee gewijzigd. In de veranderende tekst van het EEG-verdrag werd
een nieuwe datum afgesproken 31 december 1992. Dit project om een Europese
binnenmarkt tot stand te brengen kreeg een nieuwe naam: interne markt.