Samenvatting PIMV03 – Koesignalen
Koesignalen
Jongveeopfok
Droogstand, zorgkoeien, behandelen
Les 1: Signalen signaleren / bewust kijken
Signaleren door:
- Gericht kijken
- Onbevangen kijken
KDD: Kijken, Denken Doen
Een koe geeft steeds signalen af over productie, voeding, gezondheid en welzijn. Dit doet zij via:
- Lichamelijke kenmerken
- Gedrag
- Houding
Signalen zijn te zien aan de koe zelf, maar ook via resultaten op papier.
Is het een echt signaal? Waarom?
- Positieve behoefte bevrediging (= de koe wil het, zoals gaan eten, liggen, nieuwsgierig zijn)
- Reactie op prikkel (= proberen om pijn te ontwijken, zoals weglopen voor dominante koeien)
- Lichamelijke dwang (= door ziekte, pijn, hormonen of bijvoorbeeld het afkalfproces)
Kijken:
- Groot naar klein
- Veel naar weinig
- Veraf naar dichtbij
Stel hierbij vragen:
- Uniformiteit: Zijn alle dieren gelijk? Kleur, glans, ontwikkeling, bevuiling, conditie, etc.
- Welke dieren wijken af?
- Behoren ze tot een risicogroep?
Risicogroepen: Bepaalde groepen runderen lopen meer risico’s op dan andere. Denk hierbij aan
pasgekalfde of tochtige koeien Dieren in risicogroepen geven als eerste signalen af dat iets niet in
orde is; andere dieren zullen dan waarschijnlijk hetzelfde hebben het is een koppelsignaal.
Indicatordieren: De koeien in een risicogroep zijn op dat moment indicatordieren: zij laten als eerste
zien dat er iets niet klopt.
Risicoplaatsen: Dit zijn plaatsen waar mogelijk dieren schade of nadelige gevolgen ondervinden van
hun omgeving. Denk hierbij aan een te natte lig plek of koeien in de wei ernaast wie ziektes over de
draad kunnen brengen.
Risicomomenten: Risicomomenten staan voor periodes waarin er een vergroot risico bestaat op
ziekte, aandoening en ongemak. Denk hierbij aan afkalven, een rantsoenwisseling of onthoornen.
Risicomanagement: Je hebt bekende en onbekende risico’s. Bekende risico’s kun je beheersen door
een goed management. Onbekende risico’s kun je beheersen door continu alert te zijn. Dit is
afhankelijk van de risico’s.
Denken:
Oorzaak gevolg
,Kijk en vergelijk:
- Is het normaal wat ik zie?
- Vergelijk het betreffende dier dan eerst met een andere koe. Dat kan antwoorden geven.
Werk volgens een systeem:
- Met regelmaat kijken
- Vaste controlerondes
- Controlelijsten
Zorg dat alle dieren aandacht krijgen:
- Kijk 3 keer daags naar de droge koeien, hoogdrachtige vaarzen en het melkvee.
- Kijk twee keer daags naar het jongvee op stal en naar jongvee dat drachtig moet worden.
Intentiebeweging: Een koe wil iets gaan doen, maakt aanstalten ertoe en dan stopt ze.
OZO’s: Onbegrepen Zaken die Opvallen.
Grazen: Koeien grazen al zwaaiend met hun kop waarbij ze al het gras binnen bereik opeten. Een koe
eet ongeveer 1 kg DS aan gras per uur.
Onderdelen van de koe: KENNEN VOOR HET TENTAMEN!!!
Hoe gaat een koe liggen:
1. Ze tilt de kop op en zet haar voorpoten onder de borstkast
2. Ze strekt haar kop ver weg als tegengewicht voor het achterstel. De voorpoten werken als
balanceerpunt.
3. De achterpoten worden onder het lichaam gezet. Haar kop raakt bijna de grond
, 4. De kop wordt ingetrokken en de koe zet een voorpoot naar voren om goed in balans te blijven.
5. Ten slotte wordt een vierde poot geplaatst en kan het dier gaan lopen. Eerst even uitstrekken.
Succesfactoren: Door goede resultaten te boeken is richten op succesfactoren van belang. Dit komt
neer op koeien met:
- Een goede gezondheid, met name van de klauwen en poten.
- Een passend genetisch vermogen, qua lichaamsbouw en productie.
- Capaciteit om veel voer te eten en dit goed te kunnen benutten.
En een bedrijfsvoering met:
- Hoogwaardig risicomanagement
- Optimaal voeraanbod van goede, smakelijke producten in de juiste verhouding.
- Goede huisvesting en uitstekende zorg.
Les 2: In de wei
Weide als risicoplaats:
- Wormen (maag, darm en longwormen)
- Springvuur (zonnebrand)
- Giftige kruiden (onrijpe eikels)
- Ziekte overdrachten van een andere koppel (over-de-draad)
- Bij plekken met veel water kans op leverbot.
- Een kavelpad kan risico’s met zich meebrengen: te hard met steentjes op klauwproblemen.
Schimmels: Mycotoxinen verstoring van de pensflora verzuring van de pens tasten de lever
aan. schade aan haarvaten in de klauwen verstoorde hoornvorming
Controles bij weidegang:
- Graasgedrag
- Homogeniteit in de koppel (zie je verschillen, waarom?)
- Haarkleur, glans, afwijkend gedrag, diarree
- pensvulling en conditiescore
- Specifieke controles (afkalven bij drogen, vruchtbaarheid, mineralenvoorziening)
- Opvallende zaken (verwondingen, vliegenlast, kreupelheid)
Waarnemingen:
Zintuigen
- Geluid (koeien horen hogere tonen dan mensen)
- Geur
- Ogen (stand)
Groepsgedrag
- Groepen binnen de koppel
- Sociale rangorde
- Genegenheid en angst
Tochtsignalen van een koe
- Slijmen 3 punten
- Onrust / vechten 5 punten
- Besprongen door anderen, blijft niet staan 10 punten
- Snuffelen / likken aan kling van andere koe 10 punten
- Kin op kruis van andere koe 15 punten