Samenvatting boek koe signalen
Kijken doe je door:
- Gericht kijken: je gaat op zoek naar dingen om te zien.
- Onbevangen kijken
kijk van groot naar klein
er zijn 3 redenen waarom een koe iets doet:
1. Het gedrag levert positieve bevrediging op. (eten, slapen)
2. Het gedrag is een reactie op een prikkel uit de omgeving (stroomdraad)
3. Lichamelijke dwang (ziekte, pijn, hormonen)
Risicogroepen:
- Pas gekalfde koeien: baarmoederont., uieront., melkziekte, onvoldoende energie opname.
- Tochtige koeien: onvoldoende energie opname, beschadigingen.
- Kalveren zonder longworm bescherming: longwormen.
Risicoplaatsen:
- Een lang hard kavelpad (afslijting klauwen, kneuzingen door steentjes)
- Weide (weersinvloeden)
- Voer hek
- Koude, natte ligplaats voor kalfjes
Risicomomenten:
- Droogzetten
- Nieuwe dieren in de koppel
- Afkalven
- Voer wisseling
- Weersverandering
- warme periode
- Onrust
Ozo’s: onbegrepen zaken die opvallen
- 1 beschrijf wat je ziet
- 2 vraag je af wat de oorzaak ervan is of vraag een ander
- 3 stel vast welke invloed het verschijnsel heeft op welzijn, gezondheid en productie en
besluit wel of geen actie te ondernemen.
Je hebt bekende en onbekende risico’s:
Bekende risico’s: door actief risicomanagement kan je deze risico’s beheren. Onbekende risico’s:
hiervoor moet je voortdurend alert zijn.
Hoofstuk 2. In de wei
Van smakelijk gras neemt de koe ongeveer 1kg ds per uur op. Ze graast ongeveer 11 uur per dag en
herkauwt 4-5 uur. De voergoot moet eigenlijk 10-15cm hoger liggen dan de staanplaats zodat ze op
dezelfde manier kunnen eten als in de wei (van links naar rechts).
, Zonnebrand: treedt op bij overgevoeligheid van de witte huid. Oorzaak: een onvoldoende functionele
lever of bepaalde planten. De koe moet snel naar binnen
Bij heet weer zoeken de koeien schaduw en eten ze vaak te weinig.
Controle punten bij weide vee:
1. haarkleur, glans, afwijkend gedrag en diarree
2. pens vulling, buivulling en conditiescore
3. homogeniteit in de koppel
4. graasgedrag
5. specifieke controles
6. opvallende zaken (verwondingen, teken, jeuk, oogontsteking, kreupelheid)
Infectiedruk tijdens weidegang: als de dieren maar een klein stuk begrazen, neemt de infectiedruk
van maagdarm en longwormen toe.
Eikels: koeien houden hiervan. Onrijpe eikels zijn giftig (rijpe eikels niet) en veroorzaken maagdarm
klachten, diarree en sterfte.
Zintuigen:
- Horen: koe hoort het best rond 8000 herts. Ze horen hogere tonen dan ons
- Ruiken: uitstekend. Hiermee kiezen ze hun voer. Ze eten in de wei niet rond de mestplaatsen,
alleen als er weinig voer is en het dus echt moet. Afwezigheid van mestbossen geeft aan dat
er te weinig voer is.
- Ogen: de koe ziet bijna heel haar omgeving. Het stuk direct achter haar kont ziet ze niet.
Alleen in het gebied recht voor haar kop, kan ze afstanden inschatten
Groepsgedrag:
- Ze eten en liggen tegelijk.
- Elke koe behoort meestal in een groep van 10 tot 12 koeien, dit zijn vaak leeftijdgenoten die
samen zijn opgegroeid. Deze groep maakt weer deel uit van een koppel van 50 tot 70 koeien
- Een rangorde kan sterk gaan verschillen als er strijd is om voer en ruimte.
- Rangorde gaat om het recht als eerste te mogen eten. Het wordt bepaald door: het karakter,
leeftijd, grootte en het gewicht.
- Elkaar likken bevestigd een sociale band
- Loeien betekent: hier ben ik (vooral naar kalf).
De voorkant van de koe draagt 60% van het gewicht
Tocht:
- Cyclus duurt 18-25dgn
- 60% van de tochtigheden is s’nachts
- Maar de helft toont een staande tocht en de tochtigheden duren vaak maar 4 uur tot een
halve dag.
- Stieren en hoog drachtige koeien zijn handig om tochtig vee op te sporen