Hoofdstuk 8 Urinewegstelsel
Na bestudering van Hoofdstuk 8 Urinewegstelsel
ken je de anatomie van het urinewegstelsel;
ken je de mechanismen van ultrafiltratie, terugresorptie en excretie;
weet je hoe de nieren de bloedvolume en de bloeddruk beïnvloeden;
weet je hoe de nieren de water- en zoutenhuishouding in het lichaam regelen;
weet je hoe de nieren de zuurgraad van het bloed beïnvloeden;
weet je hoe de nieren de aanmaak van rode bloedcellen stimuleren;
weet je welke hormonen invloed op de nierwerking uitoefenen;
ken je de vaatvoorziening van de nieren;
ken je de samenstelling van urine;
weet je hoe urinelozing tot stand komt.
Het urinewegstelsel bestaat uit twee nieren en de urinewegen (twee urineleiders, urineblaas en
urinebuis).
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Samenvatting
De taak van het urinewegstelsel is het reguleren van de samenstelling en het volume van het bloed.
We onderscheiden hierin drie componenten:
Zouten- en waterhuishouding (beïnvloeden de bloeddruk)
Evenwicht tussen zuren en basen (beïnvloeden de zuurraad van het bloed)
Uitscheiding van restproducten van de stofwisseling
Het urinewegstelsel bestaat uit e nieren en de urinewegen (nierkelken, nierbekken, urineleiders, de
urineblaas en de urinebuis).
De nier bestaat uit een schors- en een merggedeelte. Het nefron is de functionele niereenheid
waarin urineproductie plaatsvindt. Elke nier heeft een miljoen nefronen.
Regulatie van de zouten- en wateruitscheiding staat onder invloed van het antidiuretisch hormoon,
natriuretische peptiden en het RAAS (renine-angiotensine-aldosteronsysteem). Hierbij speelt het
juxtaglomerulaire complex in het nefron een grote rol.
Urine wordt via de verzamelbuizen ne de urinewegen afgevoerd. Urine bevat: water, zouten,
afbraakproducten van eiwitten, uroblinen en afgestoten epitheelcellen (van de wand van de
urinewegen).
De mictie (urinelozing) is een willekeurig proces, waaraan de mictiereflex (onwillekeurig) aan
voorafgaat.
, 8.1 Nieren
8.1.1 Bouw van de nier
De delen van de nier (ren) van buiten naar binnen:
o nierkapsel, een laag stevig bindweefsel
o nierschors (cortex), met malpighilichaampjes
o niermerg (medulla), gestructureerd tot mergpiramiden, bevatten lissen van Henle en
verzamelbuizen
o nierkelk (calix), de uitmondingsplaats van de verzamelbuizen
o nierbekken (pyelum, pelvis), de centrale holte in de nier
o nierpoort (hilum), met de bloedvaten en het begin van de urineleider (ureter)
8.1.3 Het nefron
Een nier heeft ongeveer 1 miljoen nefronen (functionele niereenheden)
De delen van het nefron zijn:
o malpighilichaampjes met kapsel van Bowman en glomerulus
o proximale tubulus
o lis van Henle
o distale tubulus
o Verzamelbuis
In het malpighilichaampje vindt ultrafiltratie plaats. Het filtraat is voorurine: bloedvloeistof
zonder bloedeiwitten en bloedcellen
Water en bruikbare stoffen in de voorurine gaan via de wanden van proximale tubulus, lis
van Henle, distale tubulus en de verzamelbuis terug naar het bloed. Dit wordt terugresorptie
genoemd. In totaal gaat ruim 99% van de voorurine terug naar het bloed
Tegelijk met terugresorptie vindt excretie plaats: bepaalde (afval)stoffen (o.a. ureum,
mineralen) worden vanuit het bloed in proximale tubulus, lis van Henle en distale tubulus
gebracht
Aan het eind van de verzamelbuis is urine ontstaan
8.1.4 Werking van de nier
De nieren handhaven de homeostase van het bloed door:
o regulering van het bloedvolume en de bloeddruk
o controle op zouten- en waterhuishouding
o handhaving van de juiste pH door meer of minder H + en HCO 3- uit te scheiden
8.1.5 Regeling van de water- en zoutenuitscheiding
De nierwerking staat onder invloed van:
o parathormoon, bevordert terugresorptie van calcium en magnesium en excretie van
fosfaat;
o antidiuretisch hormoon (ADH), stimuleert de terugresorptie van water
o RAAS (renine-angiotensine-aldosteron-systeem): renine stimuleert de vorming van
angiotensine dat vervolgens de afgifte van aldosteron bevordert. Dit hormoon stimuleert
de terugresorptie van natrium en de excretie van kalium
o natriuretische peptiden, remmen het RAAS