4. Resilience
Veerkracht: verwijst naar het menselijk vermogen om trauma’s en stressvolle gebeurtenissen, die
het potentieel hebben schadelijk te zijn voor het emotioneel en psychisch welzijn, te verwerken en
zo bij te dragen aan een positieve uitkomst. Psychologische veerkracht draagt op deze manier bij aan
de basis van het menselijk welzijn. Onderzoek wijst uit dat mensen zich vaak niet bewust zijn van hun
psychologische veerkracht, totdat men te maken krijgt met een traumatische of stressvolle
gebeurtenis. Veel voorkomende voorbeelden van traumatische of stressvolle gebeurtenissen zijn een
jeugd waarbij kinderen, of mensen in de directe omgeving, op een gewelddadige of seksuele manier
fysiek misbruikt worden; kinderen waarvan de ouders aan een mentale stoornis lijden of een
substantieverslaving.
Een voorbeeld van psychologische veerkracht is de sterke verwaarlozing van kinderen in Roemenië in
de jaren 80. Vanwege een nieuwe wet, die het bevolkingsaantal moest verdubbelen, moesten ouders
ten minste vijf kinderen hebben om gebruik te mogen maken van anticonceptie en abortus. Deze wet
leidde tot een groeiend aantal kinderen, tot aan het punt dat ouders financieel gezien hun kinderen
niet meer konden voorzien van hun primaire levensbehoeften. Kinderen kwamen rond deze tijd vaak
in opvangtehuizen terecht, waar de levensomstandigheden erbarmelijk waren.
Onderzoekers hebben daarop een aantal groepen Roemeense kinderen gevolgd waarvan sommige
groepen werden geadopteerd door buitenlandse gezinnen en sommige groepen in de oude situatie
verbleven. Uit de eerste metingen bleek dat de kinderen in alle groepen vaak een aantal van de
volgende eigenschappen bezaten; een intelligentiequotiënt beneden de 85, ernstige
gedragsproblemen, een onzekere hechtingsstijl bij de adoptieouders en het behouden van
stereotype gedrag dat voorkwam voordat de adoptie plaatsvond. Twee jaar nadat de adoptie van de
kinderen had plaatsgevonden, constateerden de onderzoekers dat de geadopteerde kinderen
onvoorstelbaar grote ontwikkelingen hadden doorgemaakt op het gebied van de eerder genoemde
eigenschappen. In sommige gevallen waren de geadopteerde Roemeense kinderen nauwelijks te
onderscheiden van een controlegroep.
Voor het beoordelen van de veerkracht die aanwezig is bij mensen, moeten twee basisfactoren in
acht worden genomen. De eerste is dat beoordeeld moet worden of de persoon in kwestie te maken
heeft met een situatie die een significant risico of een significantie bedreiging vormt. Een voorwaarde
voor een dergelijke situatie is dat de situatie een aanzienlijk potentieel moet hebben om een
negatieve uitkomst te creëren. De tweede factor is de beoordeling van de positieve uitkomst van de
veerkracht. Zo is het, gezien de subjectiviteit, moeilijk te bepalen wat een voordelige of positieve
uitkomst voor iemand is. Een mogelijkheid hiervoor is om de persoon in kwestie te vergelijken met
een normgroep, zodat je een normatieve definitie krijgt van de positieve uitkomst.
Een voorbeeld hiervan is de casus over de Roemeense kinderen die vaak een lage intelligentie
hadden. Om te beoordelen of deze kinderen veerkrachtig zijn in dit aspect, kun je een tweede
intelligentiemeting doen en deze vergelijken met de normgroep. Hebben de gedupeerde kinderen
relatief een grotere toename in hun intelligentie, dan zou je kunnen spreken van veerkrachtigheid.
Een andere manier van het beoordelen van veerkracht is het kijken naar de absentie van
psychopathologische eigenschappen bij kinderen die zijn opgegroeid in een directe omgeving met
psychische stoornissen. Zo zou je kunnen stellen dat de veerkracht bij kinderen ervoor zorgt dat zij
geen stoornissen ontwikkelen. Een voorbeeld is dat je ouders drank- of drugsverslaafd zijn en jij dit
niet bent geworden.
Definities van veerkracht:
, - Een goede uitkomst ondanks serieus gevaar en dreiging van de vermogens om te kunnen
aanpassen en iemands ontwikkeling.
- Onderhoud, herstel of verbetering van de mentale of psychische gezondheid na een
uitdaging.
Eigenschappen die bijdragen aan veerkracht
De psychologische eigenschappen die kunnen leiden tot veerkrachtigheid in een persoon zijn:
- een flexibel zelfbeeld of zelfconcept dat zich kan aanpassen aan een veranderende
omgeving;
- een gevoel van autonomie, controle over de omgeving en competentie;
- het hebben van kwalitatieve relaties, intimiteit en sociale steun.
Coping strategieën als veerkracht
In vergelijking tot de ontwikkelingspsychologie is het beeld op psychologische veerkracht in de
klinische psychologie anders. In de hierboven beschreven ontwikkelingspsychologische kijk op
veerkracht wordt gekeken naar de effecten van risicosituaties op de lange termijn. In de klinische
psychologie bekijken ze het korte termijn effect op specifiekere gebeurtenissen, zoals het verliezen
van een geliefde en trauma’s.
Onderzoeken binnen de klinische psychologie laten twee verschillende soorten reactiepatronen op
verlies en trauma zien. Het eerste patroon is psychologische veerkracht, de tweede is herstel. Bij het
patroon van herstel zijn klinische symptomen als posttraumatische stress en depressie ten minste zes
maanden aanwezig, in bijna chronische vorm. Na deze periode vindt er een geleidelijk herstel plaats
die enkele jaren kan bestrijken. Het patroon van psychologische veerkracht neemt daarentegen
slechts enkele weken in beslag. Veerkracht wordt ook wel het terugstuiter-effect genoemd, vanwege
de snelle reactie op negatieve gebeurtenissen. De verschillen in tijd waarin een persoon herstelt van
zijn verlies of traumatische ervaring kan worden toegeschreven aan een verschil in coping
strategieën.
Een bijeffect wat vaak voortkomt uit het snelle herstel, is dat personen die na enkele weken na de
gebeurtenis al terug zijn op hun oude niveau, worden gezien als koud en gevoelloos. In de meeste
gevallen is hier sprake van een misinterpretatie, aangezien het fenomeen veerkracht wel degelijk
vaak voorkomt.
Het gevaar dat voortkomt uit het identificeren van verschillende gedragspatronen ter gevolge van
een traumatische gebeurtenis, is het toekennen van een ‘goed of slecht label’. Hoewel de eigenschap
veerkrachtigheid in bepaalde situaties gunstig kan zijn, is het enkel toe te schijven aan
persoonlijkheid en coping stijlen. Iemand is niet verantwoordelijk voor de manier waarop hij of zij
omgaat met een stressvolle of traumatische situatie.
Veerkrachtigheid is het gevolg van bepaalde persoonlijkheids- en gedragskenmerken. Voor het
voorspellen van de veerkrachtigheid van kinderen zijn de volgende persoonlijkheidskenmerken van
belang:
• intellectualiteit en probleemoplossende strategieën
• temperament en flexibiliteit
• zelfwaardering
• optimisme
• zelfregulering wat betreft impulsiviteit en emoties
• gevoel voor humor
• talent
,Naast de persoonlijkheidskenmerken zijn ook eigenschappen van de familie van belang voor het
voorspellen van veerkracht. Zo zijn warmte, hechte banden, emotionele steun, structuur en financiën
erg belangrijk voor het ontwikkelen van psychologische veerkracht bij een kind. Ook hebben
omgevingsfactoren invloed op de ontwikkeling van veerkracht. Een goede en veilige school en buurt,
sociale betrokkenheid en goede sociale voorzieningen hebben eveneens een positieve invloed op
psychologische veerkracht. Al deze kenmerken van persoonlijkheid, familie en omgeving blijken van
groter belang te zijn voor een sterke veerkracht dan een natuurlijke aanleg. Concluderend is een
goede jeugd bepalend voor de manier waarop een persoon omgaat met stressvolle en traumatische
gebeurtenissen.
Wanneer een kind geen toegang tot of beschikking over veel van de bovenstaande factoren heeft,
dan heeft het kind een minder grote kans op het ontwikkelen van een gezonde psychologische
veerkracht. Veel kinderen die in armoede leven, hebben een grotere kans om met allerlei
risicofactoren te maken te krijgen. Deze risicofactoren bestaan voornamelijk uit drank- en
drugsmisbruik, emotionele stoornissen, slechte schoolprestaties en misdaad. Deze risicofactoren
hebben zowel een lagere veerkracht als meer stressvolle situaties als gevolg.
De vorming van veerkrachtigheid in oudere mensen komt voort uit andere factoren dan bij kinderen.
Deze factoren staan voornamelijk in verband met het succesvol ouder worden en de daarbij
relevante persoonlijkheids- en omgevingskenmerken.
Ordinary Magic: net zoals in de kindertijd komt veerkracht best veel voor gedurende iemands
levensduur.
Veerkracht heeft ongeveer een aantal weken invloed op het normale functioneren van een persoon.
Na die weken kan een persoon meestal weer op een relatief gezonde manier functioneren.
De meeste arme kinderen hebben veel veerkracht en komen niet in de criminaliteit terecht. Ook
blijkt dat ze meer intellectuele competentie en zelfvertrouwen hebben. Daarnaast hebben ze hogere
cognitieve en emotionele zelfregulatie skills.
6 dimensies waaruit blijkt dat ze invloed hebben op de mate van veerkracht die iemand kan tonen:
1. Zelfacceptatie: positieve houding t.o.v. zichzelf.
2. Persoonlijke groei: het gevoel hebben dat je je blijft ontwikkelen en dat ook wilt.
3. Doel in het leven: doelen en waarden die richting aan je leven geven.
4. Environmental mastery: gevoel van competentie en het gevoel dat je goed om kan gaan met
het moderne, snelle leven.
5. Autonomie: initiatief nemen en onafhankelijk werken.
6. Positieve relaties met anderen.
Socio-emotionele selectiviteitstheorie: als mensen merken dat ze minder tijd hebben om te leven,
dan begint hun focus te verschuiven van dingen in de toekomst naar dingen in het hier en nu.
Trauma
De effecten van een trauma zijn onder te verdelen in twee categorieën: positieve effecten en
negatieve effecten. Trauma’s worden veelal gezien als negatief, omdat ze vaak posttraumatische
stress veroorzaken. Onderzoek wijst echter uit dat trauma’s, afhankelijk van hoe een persoon
hiermee omgaat, ook positieve effecten kan hebben en persoonlijke groei kan veroorzaken. Zo kan
een traumatische gebeurtenis bepaalde levenslessen, waardering voor het leven en een gevoel van
kracht met zich meebrengen. Deze groei ter gevolge van een traumatische ervaring wordt ook wel
posttraumatische groei genoemd. Dit begrip is niet hetzelfde als veerkrachtigheid in de zin van dat
, posttraumatische stress voor verbetering van de levenskwaliteit zorgt in plaats van een sneller
herstel naar de oude staat, zoals veerkrachtigheid dit doet.
De negatieve effecten van een traumatische gebeurtenis kunnen bestaan uit angst, depressie, shock
en verwarring. Soms leidt het ervaren van een traumatische gebeurtenis tot het ontwikkelen van een
posttraumatische stress stoornis. Hierbij herbeleeft het slachtoffer herhaaldelijk de gebeurtenis in
zijn gedachten. Volgens de theorie van Janoff-Bulman zijn deze gevolgen van trauma’s toe te
schrijven aan veranderingen in de opvattingen en percepties van de persoon zelf en de wereld om
hem heen.
Een traumatische gebeurtenis kan ook positief uitpakken, doordat een persoon door zijn negatieve
toestand gemotiveerd kan raken zich te zetten tot het opstellen van nieuwe doelen, ambities en
betekenissen. Op deze manier kan een persoon grote levensvragen formuleren wat kan leiden tot
nieuwe assumpties en definities over zichzelf en de wereld. Deze processen heten meaning-making;
het interpreteren en inschatten van een bepaalde gebeurtenis en wat het wel of niet betekent, en
sense-making; de gebeurtenis begrijpelijk proberen te maken op zo’n manier dat het nog in jouw
idee van de wereld past.
Bij trauma worden er drie assumpties van de mens uitgedaagd:
1. Het geloof in persoonlijke onkwetsbaarheid (het gebeurt alleen maar bij anderen, mij
overkomt het niet).
2. De perceptie van de wereld dat die betekenisvol en begrijpelijk is. Dus dingen gebeuren met
een reden waardoor mensen zich gaan afvragen ‘waarom ik?’ en zich hulpeloos gaan voelen.
3. Het idee van onszelf in een positief daglicht stellen.
Benefit finding: positieve dingen uit je trauma halen.