100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Burgerlijk Recht 1 - BA Rechtsgeleerdheid jaar 1 €4,34
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Burgerlijk Recht 1 - BA Rechtsgeleerdheid jaar 1

 65 keer bekeken  5 keer verkocht

Volledige samenvatting van het vak Burgerlijk Recht 1 Rijksuniversiteit Groningen Combinatie van hoorcolleges, literatuur en werkgroepen, Literatuur: - Klappers Burgerlijk Recht I: deel A en deel B - Personen- en familierecht & Erfrecht in een notendop, Mr. J.H.M. ter Haar en mr. W.D. Kolkman...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 40  pagina's

  • Onbekend
  • 9 september 2020
  • 40
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (71)
avatar-seller
lottesteenbeeke
Samenvatting Burgerlijk recht 1


Week 1

Handelingsbevoegdheid  geldt voor specifieke handelingen. geldt geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. specifieke geldt voor specifieke handelingen. handelingen. geldt voor specifieke handelingen.
Handelingsbekwaamheid  geldt voor specifieke handelingen. iedereen geldt voor specifieke handelingen. behalve geldt voor specifieke handelingen. minderjarigen geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. onder geldt voor specifieke handelingen. curatele geldt voor specifieke handelingen. gestelden. geldt voor specifieke handelingen.
Handelingsonbekwaam  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:234 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 1; geldt voor specifieke handelingen. wel geldt voor specifieke handelingen. bevoegd geldt voor specifieke handelingen. rechtshandelingen geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. verrichten geldt voor specifieke handelingen.
maar geldt voor specifieke handelingen. heeft geldt voor specifieke handelingen. toestemming geldt voor specifieke handelingen. nodig geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. wettelijke geldt voor specifieke handelingen. vertegenwoordiger. geldt voor specifieke handelingen. (zonder geldt voor specifieke handelingen. toestemming geldt voor specifieke handelingen.
= geldt voor specifieke handelingen. vernietigbaar). geldt voor specifieke handelingen. Art. geldt voor specifieke handelingen. 1:235 geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. handlichting, geldt voor specifieke handelingen. minderjarige geldt voor specifieke handelingen. bevoegdheden geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. kantonrechter. geldt voor specifieke handelingen.
1:381 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 2 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. onder geldt voor specifieke handelingen. curatele geldt voor specifieke handelingen. gestelden. geldt voor specifieke handelingen.

Betrekkingen
 Automatisch geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. vader geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. moeder, geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:198 geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. 1:199. geldt voor specifieke handelingen.
 Bloedverwanten geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. opgaande geldt voor specifieke handelingen. lijn geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. ouders, geldt voor specifieke handelingen. grootouders, geldt voor specifieke handelingen. overgrootouders. geldt voor specifieke handelingen.
 Bloedverwanten geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. neergaande geldt voor specifieke handelingen. lijn geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. afstammelingen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. iemand. geldt voor specifieke handelingen.
 Bloedverwanten geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. zijlijn geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. broers/zussen, geldt voor specifieke handelingen. ooms, geldt voor specifieke handelingen. tantes, geldt voor specifieke handelingen. neven geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. nichten. geldt voor specifieke handelingen.

Afstammingsrecht
Familierechtelijke geldt voor specifieke handelingen. betrekkingen, geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:197 geldt voor specifieke handelingen. op geldt voor specifieke handelingen. vier geldt voor specifieke handelingen. verschillende geldt voor specifieke handelingen. wijzen: geldt voor specifieke handelingen.
1. Geboorte: geldt voor specifieke handelingen. juridisch geldt voor specifieke handelingen. moederschap geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. juridisch geldt voor specifieke handelingen. vaderschap geldt voor specifieke handelingen. (niet geldt voor specifieke handelingen. biologische geldt voor specifieke handelingen. vader). geldt voor specifieke handelingen.
2. Erkenning: geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:199 geldt voor specifieke handelingen. sub geldt voor specifieke handelingen. c geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:198 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 1 geldt voor specifieke handelingen. sub geldt voor specifieke handelingen. c. geldt voor specifieke handelingen.
3. Gerechtelijke geldt voor specifieke handelingen. vaststelling: geldt voor specifieke handelingen. verzoeken geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. gerechtelijk geldt voor specifieke handelingen. vaderschap geldt voor specifieke handelingen. door geldt voor specifieke handelingen. moeder geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen.
kind. geldt voor specifieke handelingen. Art. geldt voor specifieke handelingen. 1:207. geldt voor specifieke handelingen. Moeder geldt voor specifieke handelingen. binnen geldt voor specifieke handelingen. vijf geldt voor specifieke handelingen. jaar, geldt voor specifieke handelingen. kind geldt voor specifieke handelingen. geen geldt voor specifieke handelingen. termijnen. geldt voor specifieke handelingen.
4. Adoptie
Aanverwantschap, geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:3 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 2 geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. familie geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. echtgenoot. geldt voor specifieke handelingen. Aanverwantschap geldt voor specifieke handelingen. wordt geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen.
opgeheven geldt voor specifieke handelingen. na geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. beëindigen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. huwelijk geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. geregistreerd geldt voor specifieke handelingen. partnerschap. geldt voor specifieke handelingen.

Ontkenning geldt voor specifieke handelingen. vaderschap geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:200 geldt voor specifieke handelingen. BW, geldt voor specifieke handelingen. vader geldt voor specifieke handelingen. verzoek geldt voor specifieke handelingen. indienen geldt voor specifieke handelingen. bij geldt voor specifieke handelingen. rechtbank geldt voor specifieke handelingen. binnen geldt voor specifieke handelingen. één geldt voor specifieke handelingen.
jaar geldt voor specifieke handelingen. nadat geldt voor specifieke handelingen. hij geldt voor specifieke handelingen. heeft geldt voor specifieke handelingen. kennisgenomen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. feit geldt voor specifieke handelingen. dat geldt voor specifieke handelingen. hij geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. bio geldt voor specifieke handelingen. vader geldt voor specifieke handelingen. is. geldt voor specifieke handelingen.

Erkenning geldt voor specifieke handelingen. laten geldt voor specifieke handelingen. vernietigen geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:205, geldt voor specifieke handelingen. o.g.v. geldt voor specifieke handelingen. 1/4 geldt voor specifieke handelingen. wilsgebreken: geldt voor specifieke handelingen. dwaling, geldt voor specifieke handelingen. bedrog, geldt voor specifieke handelingen.
bedreiging, geldt voor specifieke handelingen. misbruik geldt voor specifieke handelingen. v. geldt voor specifieke handelingen. omstandigheden. geldt voor specifieke handelingen.

Minderjarig  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:233. geldt voor specifieke handelingen.

Gezagsrecht  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:245 geldt voor specifieke handelingen. e.v. geldt voor specifieke handelingen. Twee geldt voor specifieke handelingen. vormen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. gezag: geldt voor specifieke handelingen.
1. Ouderlijk geldt voor specifieke handelingen. gezag: geldt voor specifieke handelingen. 1:251 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 1
2. Voogdij: geldt voor specifieke handelingen. niet-ouder. geldt voor specifieke handelingen. Art. geldt voor specifieke handelingen. 1:280
Zie geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:246 geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. bevoegd geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. gezag. geldt voor specifieke handelingen.

Aansprakelijkheid geldt voor specifieke handelingen. vier geldt voor specifieke handelingen. situaties: geldt voor specifieke handelingen.
1. Minderjarigen geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. 14 geldt voor specifieke handelingen. jaar geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 6:164 geldt voor specifieke handelingen. jo. geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 6:169, geldt voor specifieke handelingen. ouders geldt voor specifieke handelingen. volledig geldt voor specifieke handelingen. aansprakelijk.
2. Minderjarige geldt voor specifieke handelingen. 14/15 geldt voor specifieke handelingen. jaar geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 6:169, geldt voor specifieke handelingen. ouders geldt voor specifieke handelingen. alleen geldt voor specifieke handelingen. aansprakelijk geldt voor specifieke handelingen. als geldt voor specifieke handelingen. hen geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. kan geldt voor specifieke handelingen.
worden geldt voor specifieke handelingen. verweten geldt voor specifieke handelingen. dat geldt voor specifieke handelingen. zij geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. schadeveroorzakende geldt voor specifieke handelingen. gedraging geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. hebben geldt voor specifieke handelingen. belet. geldt voor specifieke handelingen.
3. Minderjarigen geldt voor specifieke handelingen. 16/17 geldt voor specifieke handelingen. jaar geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. zelf geldt voor specifieke handelingen. aansprakelijk, geldt voor specifieke handelingen. tenzij geldt voor specifieke handelingen. nalatigheid geldt voor specifieke handelingen. ouders. geldt voor specifieke handelingen.
4. Meerderjarigheid geldt voor specifieke handelingen. 18 geldt voor specifieke handelingen. jaar geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. volledige geldt voor specifieke handelingen. aansprakelijkheid geldt voor specifieke handelingen. kind. geldt voor specifieke handelingen.

,Geregistreerd partnerschap  geldt voor specifieke handelingen. gevolgen geldt voor specifieke handelingen. hetzelfde geldt voor specifieke handelingen. als geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. huwelijk. geldt voor specifieke handelingen. Art. geldt voor specifieke handelingen. 1:80c geldt voor specifieke handelingen. beëindigen. geldt voor specifieke handelingen.
Art. geldt voor specifieke handelingen. 1:149 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. tegenhanger geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. huwelijk. geldt voor specifieke handelingen.

Huwelijk geldt voor specifieke handelingen. belangrijkste geldt voor specifieke handelingen. bepalingen: geldt voor specifieke handelingen.
 1:81 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. getrouwheid, geldt voor specifieke handelingen. hulp, geldt voor specifieke handelingen. bijstand geldt voor specifieke handelingen. verschuldigd. geldt voor specifieke handelingen.
 1:83 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. verplicht geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. inlichtingen geldt voor specifieke handelingen. verschaffen geldt voor specifieke handelingen. over geldt voor specifieke handelingen. gevoerde geldt voor specifieke handelingen. bestuur, geldt voor specifieke handelingen. goederen geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen.
schulden. geldt voor specifieke handelingen.
 1:84 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. kosten geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. huishouding. geldt voor specifieke handelingen. Draagplicht geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. fourneerplicht. geldt voor specifieke handelingen.
 1:85 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. kosten geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. huishouding. geldt voor specifieke handelingen.
 1:87 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. vergoedingsvorderingen. geldt voor specifieke handelingen.
 1:88 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. echtgenoten geldt voor specifieke handelingen. beschermen geldt voor specifieke handelingen. tegen geldt voor specifieke handelingen. elkaar geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. rechtshandelingen. geldt voor specifieke handelingen.
Toestemming geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. echtgenoot geldt voor specifieke handelingen. vereist, geldt voor specifieke handelingen. anders geldt voor specifieke handelingen. vernietigen geldt voor specifieke handelingen. o.g.v. geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:89. geldt voor specifieke handelingen.
 1:90 geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. bevoegd geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. bestuur geldt voor specifieke handelingen. gemeenschap geldt voor specifieke handelingen. als geldt voor specifieke handelingen. eigen geldt voor specifieke handelingen. goederen. geldt voor specifieke handelingen.

Gemeenschap van goederen geen geldt voor specifieke handelingen. afspraken geldt voor specifieke handelingen. bij geldt voor specifieke handelingen. huwelijk. geldt voor specifieke handelingen.
Art. geldt voor specifieke handelingen. 1:94 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 2 geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. omvang geldt voor specifieke handelingen. gemeenschap. geldt voor specifieke handelingen. Alles geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. gemeenschap geldt voor specifieke handelingen. uitgezonderd: geldt voor specifieke handelingen. erfenis, geldt voor specifieke handelingen. making, geldt voor specifieke handelingen.
lastbevoordeling, geldt voor specifieke handelingen. giften. geldt voor specifieke handelingen. Nog geldt voor specifieke handelingen. twee geldt voor specifieke handelingen. beperkingen:
 Goederen geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. schulden geldt voor specifieke handelingen. die geldt voor specifieke handelingen. één geldt voor specifieke handelingen. der geldt voor specifieke handelingen. echtgenoten geldt voor specifieke handelingen. op geldt voor specifieke handelingen. enigerlei geldt voor specifieke handelingen. bijzondere geldt voor specifieke handelingen. wijze geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen.
verknocht. geldt voor specifieke handelingen. Lid geldt voor specifieke handelingen. 5. geldt voor specifieke handelingen.
 Pensioenrechten geldt voor specifieke handelingen.

Aansprakelijkheid geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. gemeenschapsschuld geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. echtgenoot geldt voor specifieke handelingen. aansprakelijk geldt voor specifieke handelingen. wie geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. schuld geldt voor specifieke handelingen.
aan geldt voor specifieke handelingen. gaat. geldt voor specifieke handelingen.
Draagplicht  geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. gemeenschapsschuld geldt voor specifieke handelingen. beide geldt voor specifieke handelingen. echtgenoten geldt voor specifieke handelingen. draagplichtig. geldt voor specifieke handelingen.
Verhaal  geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. gemeenschapsschuld geldt voor specifieke handelingen. schuldeiser geldt voor specifieke handelingen. zich geldt voor specifieke handelingen. verhalen geldt voor specifieke handelingen. op geldt voor specifieke handelingen. vermogen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen.
gemeenschap geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. privévermogen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. aansprakelijke geldt voor specifieke handelingen. echtgenoot. geldt voor specifieke handelingen.
Art. geldt voor specifieke handelingen. 1:96 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 3 geldt voor specifieke handelingen. bepaalt geldt voor specifieke handelingen. dat geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. verhaal geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. gemeenschapsschuld geldt voor specifieke handelingen. is geldt voor specifieke handelingen. beperkt geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen.
helft geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. opbrengst. geldt voor specifieke handelingen. (helft geldt voor specifieke handelingen. naar geldt voor specifieke handelingen. schuldeiser geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. helft geldt voor specifieke handelingen. naar geldt voor specifieke handelingen. echtgenoot geldt voor specifieke handelingen. dus)

Huwelijkse voorwaarden
Alleen geldt voor specifieke handelingen. bij geldt voor specifieke handelingen. notariële geldt voor specifieke handelingen. akte geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:115. geldt voor specifieke handelingen. Veel geldt voor specifieke handelingen. voorkomend: geldt voor specifieke handelingen.
 Aangepaste geldt voor specifieke handelingen. gemeenschap geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. bepaalde geldt voor specifieke handelingen. wijzigingen geldt voor specifieke handelingen. aan geldt voor specifieke handelingen. gemeenschap geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. goederen.
 Koude geldt voor specifieke handelingen. uitsluiting geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. gemeenschap geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. goederen geldt voor specifieke handelingen. volledig geldt voor specifieke handelingen. uitgesloten. geldt voor specifieke handelingen.
 Amsterdamse geldt voor specifieke handelingen. verrekenbeding geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. periodiek geldt voor specifieke handelingen. verrekenbeding geldt voor specifieke handelingen. afspreken. geldt voor specifieke handelingen. Overgespaarde geldt voor specifieke handelingen.
inkomsten geldt voor specifieke handelingen. verdelen. geldt voor specifieke handelingen.
 Finale geldt voor specifieke handelingen. verrekenbeding geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. na geldt voor specifieke handelingen. afloop geldt voor specifieke handelingen. huwelijk geldt voor specifieke handelingen. verrekenen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. vermogens geldt voor specifieke handelingen. alsof geldt voor specifieke handelingen. er geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen.
gemeenschap geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. goederen geldt voor specifieke handelingen. was. geldt voor specifieke handelingen.

Voorwaarden adoptie: art. geldt voor specifieke handelingen. 1:227 geldt voor specifieke handelingen. e.v. geldt voor specifieke handelingen. zie geldt voor specifieke handelingen. pagina geldt voor specifieke handelingen. 13 geldt voor specifieke handelingen. samenvatting geldt voor specifieke handelingen. Lawbooks geldt voor specifieke handelingen. deel geldt voor specifieke handelingen. A.

Meederjarigenbescherming – geldt voor specifieke handelingen. drie geldt voor specifieke handelingen. maatregelen: geldt voor specifieke handelingen.
1. Curatele geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:378. geldt voor specifieke handelingen. Door geldt voor specifieke handelingen. kantonrechter geldt voor specifieke handelingen. onder geldt voor specifieke handelingen. curatele geldt voor specifieke handelingen. wanneer geldt voor specifieke handelingen. hij geldt voor specifieke handelingen. tijdelijk geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen.
duurzaam geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. belangen geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. behoorlijk geldt voor specifieke handelingen. waarneemt geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. veiligheid geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. die geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen.
anderen geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. gevaar geldt voor specifieke handelingen. brengt, geldt voor specifieke handelingen. als geldt voor specifieke handelingen. gevolg geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. lichamelijke geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. geestelijke geldt voor specifieke handelingen. toestand, geldt voor specifieke handelingen. dan geldt voor specifieke handelingen.
wel geldt voor specifieke handelingen. gewoonte geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. drank- geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. drugsmisbruik. geldt voor specifieke handelingen. Dit geldt voor specifieke handelingen. maakt geldt voor specifieke handelingen. hem geldt voor specifieke handelingen. handelingsonbekwaam, geldt voor specifieke handelingen.
rechtshandelingen geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. vernietigbaar geldt voor specifieke handelingen. o.g.v. geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 3:32 geldt voor specifieke handelingen. lid geldt voor specifieke handelingen. 2. geldt voor specifieke handelingen.

, 2. Bewind geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:431 geldt voor specifieke handelingen. e.v. geldt voor specifieke handelingen. bij geldt voor specifieke handelingen. kantonrechter, geldt voor specifieke handelingen. wanneer geldt voor specifieke handelingen. meerderjarige geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. staat geldt voor specifieke handelingen. is geldt voor specifieke handelingen.
vermogensrechtelijke geldt voor specifieke handelingen. belangen geldt voor specifieke handelingen. behoorlijk geldt voor specifieke handelingen. waar geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. nemen geldt voor specifieke handelingen. als geldt voor specifieke handelingen. gevolg geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen.
lichamelijke geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. geestelijke geldt voor specifieke handelingen. toestand. geldt voor specifieke handelingen. Ook geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:441 geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. toepassing. geldt voor specifieke handelingen.

3. Mentorschap geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 1:450. geldt voor specifieke handelingen. Vertegenwoordiging geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. belangen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. niet-
vermogensrechtelijke geldt voor specifieke handelingen. aard. geldt voor specifieke handelingen. Lees geldt voor specifieke handelingen. verzorging, geldt voor specifieke handelingen. verpleging geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. begeleiding geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen.
persoon. geldt voor specifieke handelingen. (kan geldt voor specifieke handelingen. gecombineerd geldt voor specifieke handelingen. met geldt voor specifieke handelingen. bewind)

Levenstestament: geldt voor specifieke handelingen. volmacht geldt voor specifieke handelingen. op geldt voor specifieke handelingen. opdracht, geldt voor specifieke handelingen. meestal geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. vorm geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. notariële geldt voor specifieke handelingen. akte, geldt voor specifieke handelingen. waarin geldt voor specifieke handelingen.
persoon geldt voor specifieke handelingen. aangeeft geldt voor specifieke handelingen. wat geldt voor specifieke handelingen. er geldt voor specifieke handelingen. met geldt voor specifieke handelingen. hem geldt voor specifieke handelingen. moet geldt voor specifieke handelingen. gebeuren geldt voor specifieke handelingen. als geldt voor specifieke handelingen. hij geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. langer geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. staat geldt voor specifieke handelingen. is geldt voor specifieke handelingen. om geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen.
zichzelf geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. zorgen. geldt voor specifieke handelingen.

Erfrecht  geldt voor specifieke handelingen. geheel geldt voor specifieke handelingen. aan geldt voor specifieke handelingen. regels geldt voor specifieke handelingen. aangaande geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. vermogensrechtelijke geldt voor specifieke handelingen. gevolgen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen.
overlijden geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. natuurlijk geldt voor specifieke handelingen. persoon. geldt voor specifieke handelingen.
 Wettelijke geldt voor specifieke handelingen. erfrecht geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. ab geldt voor specifieke handelingen. intestaat geldt voor specifieke handelingen. erfrecht geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. erfrecht geldt voor specifieke handelingen. bij geldt voor specifieke handelingen. versterf. geldt voor specifieke handelingen. De geldt voor specifieke handelingen. wet geldt voor specifieke handelingen. geeft geldt voor specifieke handelingen.
regels geldt voor specifieke handelingen. over geldt voor specifieke handelingen. verdeling geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. erfenis. geldt voor specifieke handelingen. Art. geldt voor specifieke handelingen. 4:9 geldt voor specifieke handelingen. t/m geldt voor specifieke handelingen. 4:12. geldt voor specifieke handelingen.
 Testamentaire geldt voor specifieke handelingen. erfrecht geldt voor specifieke handelingen.  geldt voor specifieke handelingen. erflater geldt voor specifieke handelingen. regelt geldt voor specifieke handelingen. door geldt voor specifieke handelingen. middel geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. testament geldt voor specifieke handelingen. hoe geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen.
erfenis geldt voor specifieke handelingen. verdeeld geldt voor specifieke handelingen. moet geldt voor specifieke handelingen. worden. geldt voor specifieke handelingen.

Erfrecht bij versterf, geldt voor specifieke handelingen. geen geldt voor specifieke handelingen. testament. geldt voor specifieke handelingen. Vier geldt voor specifieke handelingen. parentelen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. erfgenamen geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:10:
1. Eerste geldt voor specifieke handelingen. parentele: geldt voor specifieke handelingen. echtgenoot geldt voor specifieke handelingen. tezamen geldt voor specifieke handelingen. met geldt voor specifieke handelingen. kinderen. geldt voor specifieke handelingen.
2. Tweede geldt voor specifieke handelingen. parentele: geldt voor specifieke handelingen. ouders geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. erflater geldt voor specifieke handelingen. tezamen geldt voor specifieke handelingen. met geldt voor specifieke handelingen. broers geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. zussen. geldt voor specifieke handelingen.
3. Derde geldt voor specifieke handelingen. parentele: geldt voor specifieke handelingen. grootouders. geldt voor specifieke handelingen.
4. Vierde geldt voor specifieke handelingen. parentele: geldt voor specifieke handelingen. overgrootouders. geldt voor specifieke handelingen.
Een geldt voor specifieke handelingen. eerdere geldt voor specifieke handelingen. parentele geldt voor specifieke handelingen. schakelt geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. latere geldt voor specifieke handelingen. parentele geldt voor specifieke handelingen. uit. geldt voor specifieke handelingen. Voor geldt voor specifieke handelingen. halfbroers geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. zussen geldt voor specifieke handelingen. geldt: geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen.
helft geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. volle geldt voor specifieke handelingen. broer geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. zus. geldt voor specifieke handelingen.

In geldt voor specifieke handelingen. geval geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. plaatsvervanging geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:12, geldt voor specifieke handelingen. staaksgewijs. geldt voor specifieke handelingen. De geldt voor specifieke handelingen. erfgenamen geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:10 geldt voor specifieke handelingen. erven geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen.
beginsel geldt voor specifieke handelingen. uit geldt voor specifieke handelingen. eigen geldt voor specifieke handelingen. hoofde geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. erven geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. gelijke geldt voor specifieke handelingen. delen geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:11. geldt voor specifieke handelingen. Plaatsvervanging geldt voor specifieke handelingen. geschiedt geldt voor specifieke handelingen.
alleen geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. kind, geldt voor specifieke handelingen. broer, geldt voor specifieke handelingen. zus geldt voor specifieke handelingen. grootouder geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. overgrootouder geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. erflater. geldt voor specifieke handelingen.
Plaatsvervangers geldt voor specifieke handelingen. erven geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. deel geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. degene geldt voor specifieke handelingen. wiens geldt voor specifieke handelingen. plaats geldt voor specifieke handelingen. zij geldt voor specifieke handelingen. vervullen. geldt voor specifieke handelingen.

Bijzondere geldt voor specifieke handelingen. regel: geldt voor specifieke handelingen. wanneer geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. erfdeel geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. ouder geldt voor specifieke handelingen. door geldt voor specifieke handelingen. toepassing geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:11 geldt voor specifieke handelingen. minder geldt voor specifieke handelingen.
dan geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. kwart geldt voor specifieke handelingen. zou geldt voor specifieke handelingen. bedragen, geldt voor specifieke handelingen. wordt geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. verhoogd geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. kwart. geldt voor specifieke handelingen.

Voorbeeld: geldt voor specifieke handelingen.
Klaas geldt voor specifieke handelingen. heeft geldt voor specifieke handelingen. 3 geldt voor specifieke handelingen. broers geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. 3 geldt voor specifieke handelingen. halfzussen geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. moeder geldt voor specifieke handelingen. Bep. geldt voor specifieke handelingen. Klaas geldt voor specifieke handelingen. overlijdt. geldt voor specifieke handelingen.
 Dus geldt voor specifieke handelingen. drie geldt voor specifieke handelingen. verdelingen geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. maken: geldt voor specifieke handelingen. moeder, geldt voor specifieke handelingen. broers geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. halfzussen. geldt voor specifieke handelingen. Halfzussen geldt voor specifieke handelingen. krijgen geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen.
helft geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. moeder geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. broers. geldt voor specifieke handelingen. Moeder geldt voor specifieke handelingen. Bep geldt voor specifieke handelingen. krijgt geldt voor specifieke handelingen. 2x. geldt voor specifieke handelingen. Broers geldt voor specifieke handelingen. krijgen geldt voor specifieke handelingen. 2x. geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. Halfzussen geldt voor specifieke handelingen.
krijgen geldt voor specifieke handelingen. 1x. geldt voor specifieke handelingen. (= geldt voor specifieke handelingen. 2 geldt voor specifieke handelingen. + geldt voor specifieke handelingen. (3*2) geldt voor specifieke handelingen. + geldt voor specifieke handelingen. 3 geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. 11 geldt voor specifieke handelingen. delen)
 Probleem: geldt voor specifieke handelingen. op geldt voor specifieke handelingen. grond geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:11 geldt voor specifieke handelingen. krijgt geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. moeder geldt voor specifieke handelingen. nu geldt voor specifieke handelingen. minder geldt voor specifieke handelingen. dan geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. kwart geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen.
nalatenschap. geldt voor specifieke handelingen. Het geldt voor specifieke handelingen. deel geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. moeder geldt voor specifieke handelingen. moet geldt voor specifieke handelingen. worden geldt voor specifieke handelingen. opgehoogd geldt voor specifieke handelingen. naar geldt voor specifieke handelingen. ¼. geldt voor specifieke handelingen.
 Moeder geldt voor specifieke handelingen. krijgt geldt voor specifieke handelingen. dus geldt voor specifieke handelingen. ¼ geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. nalatenschap. geldt voor specifieke handelingen. Er geldt voor specifieke handelingen. blijft geldt voor specifieke handelingen. ¾ geldt voor specifieke handelingen. over. geldt voor specifieke handelingen.
 ¾ geldt voor specifieke handelingen. verdelen geldt voor specifieke handelingen. over: geldt voor specifieke handelingen. 9x. geldt voor specifieke handelingen. (= geldt voor specifieke handelingen. 3*2x geldt voor specifieke handelingen. broers geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. 3*1x geldt voor specifieke handelingen. halfzussen)
 Broers geldt voor specifieke handelingen. krijgen geldt voor specifieke handelingen. ieder geldt voor specifieke handelingen. 2/9 geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. ¾ geldt voor specifieke handelingen. nalatenschap. geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. 1/6 geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. nalatenschap. geldt voor specifieke handelingen.
 Halfzussen geldt voor specifieke handelingen. krijgen geldt voor specifieke handelingen. ieder geldt voor specifieke handelingen. 1/9 geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. ¾ geldt voor specifieke handelingen. nalatenschap geldt voor specifieke handelingen. = geldt voor specifieke handelingen. 1/12 geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. nalatenschap. geldt voor specifieke handelingen.

, Testamentair geldt voor specifieke handelingen. erfrecht geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. uiterste geldt voor specifieke handelingen. wilsbeschikking
Een geldt voor specifieke handelingen. persoon geldt voor specifieke handelingen. komt geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. conclusie geldt voor specifieke handelingen. dat geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. voor geldt voor specifieke handelingen. hem geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. passend geldt voor specifieke handelingen. is geldt voor specifieke handelingen. wat geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. wet geldt voor specifieke handelingen.
beschreven geldt voor specifieke handelingen. staat. geldt voor specifieke handelingen. Hij geldt voor specifieke handelingen. wil geldt voor specifieke handelingen. afwijken geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. wet. geldt voor specifieke handelingen. Kenmerken geldt voor specifieke handelingen. testament: geldt voor specifieke handelingen.
 Art. geldt voor specifieke handelingen. 4:42 geldt voor specifieke handelingen. Bw.
 Eenzijdige geldt voor specifieke handelingen. rechtshandeling geldt voor specifieke handelingen. (ongericht) geldt voor specifieke handelingen. (gerichte geldt voor specifieke handelingen. rechtshandeling: geldt voor specifieke handelingen. denk geldt voor specifieke handelingen. aan geldt voor specifieke handelingen. opzegging
arbeidsovereenkomst, geldt voor specifieke handelingen. gericht geldt voor specifieke handelingen. aan geldt voor specifieke handelingen. bepaalde geldt voor specifieke handelingen. persoon)
 Herroepelijk
 Persoonlijk
 Gesloten geldt voor specifieke handelingen. stelsel geldt voor specifieke handelingen. > geldt voor specifieke handelingen. moet geldt voor specifieke handelingen. voortvloeien geldt voor specifieke handelingen. uit geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. wet.
De geldt voor specifieke handelingen. uiterste geldt voor specifieke handelingen. wil geldt voor specifieke handelingen. wordt geldt voor specifieke handelingen. neergelegd geldt voor specifieke handelingen. in geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. uiterste geldt voor specifieke handelingen. wilsbeschikking geldt voor specifieke handelingen. (testament). geldt voor specifieke handelingen. Hierin geldt voor specifieke handelingen. is geldt voor specifieke handelingen.
neergelegd geldt voor specifieke handelingen. hoe geldt voor specifieke handelingen. hij geldt voor specifieke handelingen. heeft geldt voor specifieke handelingen. gekozen geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. beschikken geldt voor specifieke handelingen. over geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. vermogen. geldt voor specifieke handelingen.

Testament geldt voor specifieke handelingen. (notaris) geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:94 geldt voor specifieke handelingen. Bw. geldt voor specifieke handelingen.

Codicil geldt voor specifieke handelingen. (doe-het-zelf) geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:97 geldt voor specifieke handelingen. Bw.

o Onderhandse geldt voor specifieke handelingen. akte geldt voor specifieke handelingen. > geldt voor specifieke handelingen. ondertekent geldt voor specifieke handelingen. geschrift. geldt voor specifieke handelingen.
o Het geldt voor specifieke handelingen. heeft geldt voor specifieke handelingen. enkele geldt voor specifieke handelingen. vereisten: geldt voor specifieke handelingen. gedagtekend, geldt voor specifieke handelingen. met geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. hand geldt voor specifieke handelingen. geschreven, geldt voor specifieke handelingen.
ondertekend. geldt voor specifieke handelingen. Het geldt voor specifieke handelingen. mist geldt voor specifieke handelingen. wel geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. rechtszekerheid geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. notaris. geldt voor specifieke handelingen. De geldt voor specifieke handelingen.
mogelijkheden geldt voor specifieke handelingen. hiervan geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. beperkt, geldt voor specifieke handelingen. betreft geldt voor specifieke handelingen. kleine geldt voor specifieke handelingen. dingen geldt voor specifieke handelingen. zoals geldt voor specifieke handelingen. kettingen geldt voor specifieke handelingen. enz. geldt voor specifieke handelingen.
Wetgever geldt voor specifieke handelingen. heeft geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. liever geldt voor specifieke handelingen. bij geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. notaris. geldt voor specifieke handelingen.
Uiterste geldt voor specifieke handelingen. wil
 Inhoud: geldt voor specifieke handelingen. titel geldt voor specifieke handelingen. 4.5 geldt voor specifieke handelingen. Bw
 Erfstelling geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:115 geldt voor specifieke handelingen. Bw
o Aanwijzen geldt voor specifieke handelingen. erfgenamen
o Geheel geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. deel geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. het geldt voor specifieke handelingen. vermogen
 Legaat geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:117 geldt voor specifieke handelingen. Bw
o Vorderingsrecht
 Last geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:130 geldt voor specifieke handelingen. Bw
o geldt voor specifieke handelingen. Verplichting, geldt voor specifieke handelingen. geldt voor specifieke handelingen. niet geldt voor specifieke handelingen. zijn geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. legaat
 Executele geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. art. geldt voor specifieke handelingen. 4:142 geldt voor specifieke handelingen. Bw
o Taak geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. 4:144 geldt voor specifieke handelingen. Bw
o De geldt voor specifieke handelingen. goederen geldt voor specifieke handelingen. der geldt voor specifieke handelingen. nalatenschap geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. beheren
o De geldt voor specifieke handelingen. schulden geldt voor specifieke handelingen. der geldt voor specifieke handelingen. nalatenschap geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. voldoen
 Bewind geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. 4:153 geldt voor specifieke handelingen. Bw
o Beheer

HR geldt voor specifieke handelingen. 3 geldt voor specifieke handelingen. december geldt voor specifieke handelingen. 2004, geldt voor specifieke handelingen. NL geldt voor specifieke handelingen. 2005/58 geldt voor specifieke handelingen. – geldt voor specifieke handelingen. uitleg geldt voor specifieke handelingen. uiterste geldt voor specifieke handelingen. wilsbeschikking
 1982: geldt voor specifieke handelingen. Ik geldt voor specifieke handelingen. (van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. L.) geldt voor specifieke handelingen. benoem geldt voor specifieke handelingen. tot geldt voor specifieke handelingen. enige geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. algehele geldt voor specifieke handelingen. erfgename geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. mijn geldt voor specifieke handelingen. gehele geldt voor specifieke handelingen.
nalatenschap geldt voor specifieke handelingen. mevrouw geldt voor specifieke handelingen. L.A.M. geldt voor specifieke handelingen. R. geldt voor specifieke handelingen.
 1987: geldt voor specifieke handelingen. Huwelijk geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. L. geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. R. geldt voor specifieke handelingen.
 1992: geldt voor specifieke handelingen. Echtscheiding
 1997: geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. L. geldt voor specifieke handelingen. overlijdt. geldt voor specifieke handelingen.
Wie geldt voor specifieke handelingen. erft: geldt voor specifieke handelingen. ouders geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. broer geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. L. geldt voor specifieke handelingen. of geldt voor specifieke handelingen. R.? geldt voor specifieke handelingen.

Art. geldt voor specifieke handelingen. 4:46 geldt voor specifieke handelingen. Bw. geldt voor specifieke handelingen.
Bij geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. uitlegging geldt voor specifieke handelingen. van geldt voor specifieke handelingen. een geldt voor specifieke handelingen. uiterste geldt voor specifieke handelingen. wilsbeschikking geldt voor specifieke handelingen. dient geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. worden geldt voor specifieke handelingen. gelet geldt voor specifieke handelingen. op geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. verhoudingen geldt voor specifieke handelingen.
die geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. uiterste geldt voor specifieke handelingen. wil geldt voor specifieke handelingen. kennelijk geldt voor specifieke handelingen. wenst geldt voor specifieke handelingen. te geldt voor specifieke handelingen. regelen, geldt voor specifieke handelingen. en geldt voor specifieke handelingen. op geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen. omstandigheden geldt voor specifieke handelingen. waaronder geldt voor specifieke handelingen. de geldt voor specifieke handelingen.
uiterste geldt voor specifieke handelingen. wil geldt voor specifieke handelingen. is geldt voor specifieke handelingen. gemaakt. geldt voor specifieke handelingen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lottesteenbeeke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,34. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,34  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd