Speciaal voor dit lastige vak een extra uitgebreide samenvatting van het boek Tourism Principles & Practice (6e editie), geschreven door David Gilbert en John Fletcher. Inclusief aantekeningen en belangrijke lesstof uit de powerpoints. Het is een uitgebreide samenvatting waarbij alle aspecten van h...
Lesweek 1
Het toerisme wat we tegenwoordig zien stamt uit de 1950’s, officieel begonnen in 1701-1800.
Het UNWTO (United Nations World Tourism Organisation) houdt zich bezig met de
statistische definities van internationaal en binnenlands toerisme.
Om statistische informatie te kunnen verzamelen moeten begrippen duidelijk zijn, relevant tot
het onderwerp en meetbaar.
De visie van het UNWTO: de inkomende reiziger naar de bestemming, is iemand die zich
verplaatst tussen verschillende geografische locaties voor een bepaald doel en bepaalde
duur. Deze reiziger wordt opgenomen in de toerismestatistieken door een reis van minder
dan een jaar naar een main destination buiten zijn gebruikelijke omgeving en voor de
redenen gegeven in figuur 1.1.
Sommige reizigers gaan ook met deels een ander motief op reis zoals een zakelijk motief of
VFR.
Normale omgeving: de geografische locatie waar een persoon leeft. Dit begrip heb je nodig
om reizen te onderscheiden (denk aan woon-werk verkeer en plekken die vaak bezocht
worden etc.). Qua 2e huizen in een ander land moeten de vakanties kort en niet frequent zijn
zodat ze nog onder toerisme vallen.
Onder toerisme vallen tegenwoordig ook dagjes mensen want moderne transport- en
communicatiemiddelen hebben ervoor gezorgd dat het een belangrijk groeiend economisch
aspect is geworden.
3 vormen van toerisme:
1. Binnenlands toerisme (domestic tourism): de activiteiten van een inwoner van een
land als deel van een binnenlandse trip of deel van een uitgaande trip. Vormt het grootste
aandeel in toerisme, 80%.
2. Uitgaand toerisme (outbound tourism): de activiteiten van een inwoner buiten het land
waar hij woont als onderdeel van een binnenlandse of buitenlandse trip.
3. Inkomend toerisme (inbound tourism): de activiteiten van een niet-inwonende
bezoeker vanuit een land op een inkomende trip.
Als je deze 3 vormen combineert kom je op nog 3 andere vormen:
4. Intern toerisme (internal tourism):
a. Een combinatie tussen binnenlands en uitgaand toerisme.
b. De activiteiten van inwoners en niet-inwoners in een land als onderdeel van hun
binnenlandse of uitgaande trips.
5. Nationaal toerisme (National tourism):
a. De som van binnenlands en uitgaand toerisme.
b. De activiteit van inwoners in en uit het land als onderdeel van hun binnenlandse
en uitgaande trips.
6. Internationaal toerisme (International tourism):
a. Het inkomende en uitgaande toerisme.
1
, b. De activiteiten van inwoners buiten hun land als onderdeel van binnenlandse of
uitgaande trips en de activiteit van niet inwonende bezoekers op inkomende
trips.
Study of tourism and choice of discipline and approach
Toerisme heeft raakvlakken met veel verschillende studies (disciplines) en kan bekeken
worden uit verschillende perspectieven.
Dit laat het model van Jafari & Ritchie (1981) en Goeldner & Ritchie (2006) duidelijk zien.
Volgens Franklin en Crang (2001), is het in relatie tot het feit dat toerisme een element is van
menselijk gedrag, de vraag of toerisme wel gezien moet worden als een aparte disclipline
omdat veel studies op universiteiten toerisme al als een aspect in een discipline verweven
zit. Zij erkennen het toerisme als een sociaal, cultureel en economisch fenomeen dat
verband houdt met de verplaatsing van mensen naar plaatsen buiten hun gewone
verblijfplaats, waarvoor plezier de gebruikelijke reden is.
Volgens Gilbert (1990), is het moeilijk om toerisme te definiëren vanwege het zeer brede
karakter van het concept en de behoefte aan veel goederen en diensten. Toerisme omvat
ook andere sectoren en vanwege deze verspreiding is het moeilijk om een grens te trekken.
Volgens Tribe (1997) is toerisme de som van het fenomenen en relaties die het gevolg zijn
van de interactie, in het genereren en ontvangen van regio's van toeristen, zakelijke
leveranciers, overheid, gemeenschappen en omgevingen.
Kortom, er zijn dus veel verschillende theorieën over toerisme en elke afdeling heeft weer
een andere theorie. Omdat toerisme zo breed is, is het moeilijk om de juiste theorie te
bepalen.
2
,Tourism system: blijft altijd ontwikkelen als een constructie en in het leveren van een
toeristische ervaring.
Model van Leiper (tourism conceptual framework)
Biedt een basis om de verschillende benaderingen van de studie van het toerisme te
omvatten. 3 elementen:
1. Bezoekers: de reizigers in dit model, brengen de vraag voor toeristische doeleinden op
gang.
2. Geografische elementen: ook wel ‘the traveller-generating region’, ‘tourism destination
region’ en ‘the transit route region’ genoemd.
3. De toeristische industrie: alle bedrijven, organisaties en faciliteiten die bestaan om in de
specifieke benodigdheden en behoeften van toeristen te voldoen. Maar omdat het idee
van een enkele toeristische industrie twijfelachtig is heeft Leiper het vervangen door ‘de
toeristische industrieën’.
In dit model brengt Leiper de push en pull factoren samen, ruim gezien op een schaal van
internationaal tot lokaal toerisme. Het maakt een interdisciplinaire benadering van de studie
van het toerisme mogelijk en maakt de positionering van verschillende componenten van de
industrie in het kader van de studie mogelijk
Toeristische markt
Moderne informatie en communicatietechnieken (ICT) hebben een virtuele markt gecreëerd
waarin het mogelijk is voor de potentiële toerist om haar eigen markt te ontwikkelen door
aanbieders op bestemming direct te contacteren via het internet en het gebruik van
smartphones om de trip samen te stellen. Het effect hiervan is dat transactie kosten zijn
verminderd, bereikbaarheid/toegankelijkheid is verbeterd en competitie is aangewakkerd →
voordeel voor de consument.
TSA (Tourism Satellite Account)
Een methode voor het inschatten van de rol van toerisme in de economie op basis van het
verzamelen en verwerken van grote aantallen statistische gegevens.
Boek: een synthese van het statistische aanbod in de toeristische sector, om het toeristische
aanbod en de toeristische vraag te scheiden en te onderzoeken met behulp van het
3
, algemene kader van de nationale rekeningen van een land. Toerisme is niet een traditionele
sector en daarom wordt het niet gemeten in de standaard economische rekeningen van het
land.
• Industry: supply-side, wat wordt er gemaakt
• Tourism: demand-side, wie koopt het product
Waarom is een TSA belangrijk voor een bestemming?
1. Inzicht in bijdrage aan de economie (meet, zodat het vergeleken kan worden met andere
economische sectoren).
2. Beheert de belangrijke statistieken die moeten worden verzameld.
3. Identificeert andere sectoren die profiteren van toerisme (vooral die niet direct
geassocieerd worden met toerisme).
4. Laat zien hoe verschillende vormen van toerisme de nationale economie beïnvloed en
maakt het mogelijk om het gewicht van de toeristische uitgaven van de verschillende
soorten toeristen te meten.
5. Maakt een indicatie van de bijdrage aan de inkomsten van de overheid.
6. Geeft informatie over werkgelegenheid en toerisme.
Een TSA bied een groter detail en nauwkeurigheid dan andere modellen die de economische
bijdragen van het toerisme meten.
De eerste TSA is voor Canada gemaakt waarbij voor de eerste keer de totale toeristische
consumptie gezien kon worden. De toegevoegde waarde opgebroken in de toeristische
onderdelen was een echte openbaring.
Structuur van een TSA
Een TSA bestaat uit 10 niveaus en niveau 6: ‘het binnenlandse aanbod en het interne
verbruik van producten in het toerisme’ vormt de basis van het TSA systeem. Wat dit niveau
zo belangrijk maakt is dat dit niveau schat welk aandeel van de toeristische consumptie toe
te rekenen is aan de verschillende toeleverende industrieën, die dienen om aan de vraag
van de bezoekers te voldoen.
De aanpak is om de consumptie in te delen op basis van de belangrijkheid → zie blz. 15 &
16!!!
Individuele toeristische vraag
Kennis van individueel gedrag en de relatie hiermee tot de markt, maakt het mogelijk om
toekomstige trends te voorspellen op het gebied van planning en het managen van
bezoekers. Ook stelt het leveranciers in staat om de signalen die op de markt worden
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ebrok. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.