Flitscollege 1 TA: script, scriptgedrag, levensloop, drivers, injuncties en
miniscript
(HF 10 tot en met 12, 14 en 16)
Script:
Een levensplan, opgesteld in de kinderjaren (tot circa 7 jaar), bekrachtigd door de ouders
en gerechtvaardigd door latere ervaringen en resulterend in een daartoe besloten uitkomt.
De uitkomst is een deel van het script, de overige delen worden geschreven om hiertoe te
leiden.
Script blijft veelal onbewust, men is zich onbewust van de vroege besluiten, maar
gedraagt zich hier wel naar. Ook de werkelijkheid wordt ervaren op een wijze die het
script rechtvaardigt.
Tenzij men zich hiervan bewust wordt zal ook bij veranderende omstandigheden dit
levensscript zich herhalen, terwijl er betere opties zijn. Van deze scriptbesluiten kun je je
bewust worden en door middel van herbeslissingen kan je zelf je levensscript veranderen.
Waarom bestaat het script:
Vanuit afhankelijkheid besluit het kind tot strategieën om te overleven en zijn behoeften
zo goed mogelijk bevredigd te krijgen.
Scriptbesluiten worden genomen vanuit kinderlijk denken en voelen (paniek, woede,
ectasie, enz.).
Scriptvormen:
Je kunt in bepaalde mate aan je scriptbesluit voldoen; dit noemen we ‘winnen’: je besluit
behalen. Ieder script kan verandert worden mits je je daar bewust van wordt.
o Winnend script: doel bereikt.
o Verliezend script: doel niet bereikt of wel bereikt maar daar geen geluk uit halen
of behoeften bevredigen.
o Niet-winnend script: iemand die geen risico’s neemt waardoor je niet wint of
verliest; wordt ook wel banaal genoemd.