Verpleegethiek
Hoofdstuk 2 Afhankelijkheid
1. Afhankelijkheid en zelfbeschikking
Belangrijkste vraag in ethiek: wat is goed(e manier van verplegen)?
Wat is zelfbeschikking?
Autonomie/ zelfbeschikking: wie de gevolgen van een besluit ondervindt, heeft er recht op deel te
nemen aan de besluitvorming. Ben je de enige die de gevolgen ondervind, ben je ook de enige die
het besluit kan nemen.
Zelfbeschikking is een vanzelfsprekende morele waarde in deze samenleving.
Vraagsturing en toestemming
Zelfbeschikking erg belangrijk (geworden). Goed voorbeeld is het model “zorgleefplan verantwoorde
zorg”.
Algemeen aanvaard uitgangspunt is om de zorg af te stemmen op de vraag van de cliënt. Aantal
kanttekeningen:
- Het aanbod (van de zorg) ontbreekt
- Het gevraagde is niet goed (volgens de arts)
- De vraag wordt niet gesteld
Toestemmingsvereiste. Vastgelegd in WGBO. Het is toestemming op grond van informatie (informed
consent).
2. Zelfbeschikking niet ideaal
In de gezondheidszorg kan steeds meer worden gedaan en er komen steeds meer verschillen tussen
de mensen. Hierdoor is het belangrijk dat de patiënt zelf beslist of tenminste mee beslist over de
behandeling.
Het lijkt erop dat mensen doorslaan in hun vrijheid. Dat de geen enkele inmenging anderen dulden
en houden zich alleen aan regels als het hun uitkomt.
We beseffen dat het juist een kunst is om ons te verhouden tot afhankelijkheid.
3. Zelfbeschikking niet mogelijk
Niet iedereen is in staat tot zelfbeschikking.
Voorwaarde zelfstandig kiezen: het vermogen om zich de keuzes en hun gevolgen te realiseren.
Beslissingsbekwaamheid
Is een verstandelijk vermogen, samenhangend met 2 mentale vaardigheden:
- Informatie kunnen verwerken
Het verwerkingsvermogen dat voldoende is voor oplossing van een eenvoudig probleem,
kan falen bij een ingewikkeld probleem: partiële beslissingsbekwaamheid.
- Gevoelens en impulsen meester kunnen blijven
Betekend: afstand kunnen nemen, zaken in hun verband zien, lange termijn erbij
betrekken.
Beslissingsbekwaam: op dit moment het vermogen hebben dat nodig is voor het maken van
gewichtige keuzes.
Autonomie, ideaal om zelfbeschikking aan te duiden, maar ook het vermogen tot het nemen van
autonome besluiten.
Zorgvuldigheidseisen, er moet aan deze eisen worden voldaan om een weloverwogen besluit te
nemen.
Iemand is niet zomaar wilsbekwaam, maar wilsbekwaam op een bepaald moment, in een bepaalde
situatie.
Voor een goed besluit is bovendien informatie nodig. Het beginsel van ‘informed consent’.
De zorgvrager heeft het recht op alle informatie die van invloed kan zijn op zijn beslissing. Dit leidt tot
een plicht voor de zorg verlenende instelling.
,2.4 Zelfbeschikking niet verantwoord
Zorg houdt niet op bij de ondersteuning van de zorgvrager in diens zelfbeschikking. Keuzes en
beslissingen zijn momenten in een proces, waarin verpleegkundigen zorg verlenen.
Echter zijn er veel situaties waarvan iedere verpleegkundige aanvoelt dat er behalve het instemmen
met de wil van de zorgvrager ook andere keuzes verantwoord zouden kunnen zijn.
2.5 Vier benaderingen van ethische kwesties
Enkele benaderingen van ethische keuzes:
1. Deugdenethiek: wat kenmerkt een goed mens?
2. Plichtethiek: de handeling beoordelen op grond van morele waarden.
3. Gevolgenethiek: wat levert het beste resultaat?
4. Zorgethiek: uitgaan van de specifieke zorgsituatie.
Paternalisme is de naam voor een houding of denkwijze waarbij iemand beslissingen voor een ander
neemt.
Moralisme: de benadering waarin mensen hun eigen moraal proberen op te leggen aan anderen
Verschillende benaderingen tegelijk
Het is niet goed mogelijk om vanuit slechts één benadering grondig te onderzoeken waar je in een
bepaalde probleemsituatie goed aan doet.
Hoofdstuk 3 werken in een relatie
3.1 de zorgrelatie: de morele basis van verplegen
Hoewel de verpleegkundigen met allerlei functionarissen communiceren, is de relatie met de
zorgvrager het belangrijkst. In die relatie doet de verpleegkundige alle moeite om het leven van
zorgvragers draaglijk te houden. De ideale manier om dat te doen is mensen in hun waarde te laten
en hun eigenheid te respecteren. Zoveel mogelijk rekening met de leefwijze en de wensen van de
persoon in kwestie houden.
Sommige ethici benadrukken dat ruimte voor de eigenheid vooral betekent dat zorgverleners zich zo
min mogelijk mengen in de opvattingen, voorkeuren en gedragingen van zorgvragers. Anderen
menen dat het respecteren van eigenheid niet alleen ruimte maar ook aandacht inhoudt.
Erkenning van de eigenheid van mensen berust erop dat mensen verschillend zijn en dus niet gelijk.
Maar ze zijn wel gelijkwaardig. Erkenning daarvan is een tweede uitgangspunt. Er is gelijkwaardigheid
tussen zorgvragers en gelijkwaardigheid tussen verpleegkundige en zorgvrager.
Er zijn gedachte-experimenten om na te gaan of er sprake is van deze twee soorten
gelijkwaardigheid. De eerste manier is om voor de zorgvrager iemand anders in de plaats te
bedenken. De tweede manier is om in gedachten van plaats te verwisselen met de zorgvrager. In de
ethiek heet dit gedachte-experiment de ‘universaliseringseis’: wat op de ene plek van de wereld goed
is, moet dat ook elders zijn.
3.2 lastige situaties
Idealiter zoeken verpleegkundige en zorgvrager samen naar wat in een bepaalde situatie nodig en
gewenst is. vaak neemt een verpleegkundige of andere zorgverlener daarbij het initiatief tot een
behandeling of een verzorging, als reactie op de zorgbehoefte van de zorgvrager. Dat betekent in de
eerste plaats dar daarover gesproken moet worden.
, Wat moet de zorgvrager weten? Volledige informatie wil niet zeggen: alle informatie. Het betekent:
de informatie die noodzakelijk is en voldoende. Om toestemming te kunnen geven voor een
behandeling, moet iemand bijvoorbeeld het volgende weten:
- Diagnose
- Aard van de behandeling
- Te verwachten resultaat van de behandeling
- Eventuele bijverschijnselen van de behandeling
- Alternatieven voor de behandeling
- Gevolgen voor de gezondheid bij het achterwege laten van de behandeling
Maar voor veel zorgvrager is het niet gemakkelijk om zich te informeren en mee te praten. En het is
ook niet altijd even duidelijk te begrijpen wat ze vinden van een voorstel. In een goede zorgrelatie
kan de zorgverlener zwakke, non-verbale boodschappen herkennen en serieus nemen.
We kunnen opvattingen ook afleiden uit eerder gedane uitlatingen, brieven, zelfs uit kennis van de
levensloop van een verpleegde patiënt. Sommige situaties zijn overweldigend, sommige zorgvragers
zijn in de war, in stress, onder invloed, te geëmotioneerd of te moe om te denken. Juist dan komt het
erop aan je best te doen om te achterhalen wat bij deze zorgvrager zou passen. dat vraagt van
verpleegkundigen mensenkennis en ontvankelijkheid: een manier van waarnemen die niet bij
voorbaat wordt gekleurd door je eigen opvattingen en leefwijze.
Als er een groot cultuurverschil is
De gezondheid van niet-westerse allochtonen is in het algemeen gesproken slechter dan gemiddeld.
Dat heeft vooral te maken met de gemiddeld lagere sociaal-economische status.
Zorgen voor iemand uit een andere cultuur kan op tal van punten lastig zijn. Soms komt de
zorgrelatie moeizamer tot stand, de zorgbehoeften van een allochtone zorgvrager worden niet altijd
even goed begrepen en de verleende zorg wordt niet altijd als goede zorg ervaren. Zorgverleners zijn
ook niet altijd even goed in staat de benodigde zorgt te leveren.
Een speciaal probleem doet zich voor rond de waarde ‘respect voor autonomie’. In de Nederlandse
cultuur zijn zelfstandigheid, assertiviteit en individuele belangenbehartiging erg belangrijk. Het is bij
interculturele zorg noodzakelijk om te beseffen dat onze cultuur veel meer van het individu wordt
uitgegaan dan in de meeste andere culturen; daar wordt uitgegaan van de gemeenschap.
Bij ongezond gedrag
Het is in de gezondheidszorg moeilijk te accepteren dat mensen ervoor kiezen iets ongezonds te
doen. Goede zorg wordt al snel opgevat als: de gezondheid behouden, het herstel bevorderen en
schade voorkomen. Zolang dat gebeurt door voorlichting en aanmoediging, zal goede zorg niet in
strijd zijn met de eigen ruimte van zorgvragers. Maar mag je als zorgverlener patiënten weerhouden
van ongezond gedrag? Hierdoor kunnen conflicten ontstaan, daarom is een betere manier om
tegenstellingen te overwinnen door in ieder geval een gesprek te hebben.
Bij eisende patiënten
Sommige zorgvragers leggen zelfbeschikkingsrecht uit als een recht op alle zorg en behandeling die
zij nodig denken te hebben. Dat is niet juist om drie redenen: zelfbeschikking is niet hetzelfde als het
ontvangen van zorg, er is geen recht op alle zorg, en het gaat niet per definitie om de zorg die zij
nodig hebben.
Als er wordt gesproken van een moreel recht op verzorging, behandeling, leven, respect, met rust
worden gelaten, is het wel belangrijk om preciezer te zijn over de betekenis van dat woordje ‘recht’.
Er wordt doorgaans onderscheidt gemaakt tussen vrijheidsrechten en claimrechten. Een