hoofdstuk 5
Het veranderende mens en wereldbeeld in de Renaissance en het begin van
wetenschappelijke belangstelling.
Renaissance = wedergeboorte van de cultuur en denken van de oudheid. Deze
gaat wel ten koste van het christendom, want in de middeleeuwen was geloof
alles. Meestal duidelijk aan de hand van motto’s: ME→ memento mori, gedenk te
sterven. Vanaf 1500 carpe diem, pluk de dag geniet. In de renaissance gaat
steeds meer om de mens draaien, de mens als schepping van god en steeds
minder om geloof. Deze nieuwe gedachten noemen we humanisme → idee
waarbij de mens en zijn denken en zijn ontwikkelingen centraal staat. Dit
humanisme dat nadenkt, wetenschap weer toegestaan wordt. De waarheid leer
je door zelf te denken en niet meer de Bijbel te lezen.
Voorbeeld: Copernicus, sterrenkundige, die zegt dat de wereld om de zon draait ipv de zon
om de aarde. Dit zorgt voor een veranderend wereldbeeld.
Hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke cultuur.
Kunstenaars en wetenschappers van rond 1500 laten zich beïnvloeden door ideeën/ cultuur
van de oudheid.
Me vroegmoderne tijd
statisch beweging
emotieloos menselijke emoties
gekleed naakt
anatomisch correct
vlak/plat diepte
Ook in de architectuur zie je allerlei klassieke elementen terugkomen, koepels en zuilen.
Renaissance en het oriënteren begint in Italië, want:
- daar waren overblijfselen
- daar was geld
- waren vluchtelingen uit het oost Romeinse Rijk (= constantinopel) naar Italië
gekomen die de oude Romeinse cultuur en boeken meenamen
Het begin van de Europese overzeese expansie.
Rond de 15e eeuw:
vanuit Indië komen specerijen via de zijderoute, per kameel, naar Europa. In kleinere
hoeveelheden (aanbod laag) terug, de vraag in Europa laag is. Hierdoor zijn specerijen
peperduur. Europeanen denken dat kan goedkoper en willen zelf de specerijen halen.
Probleem: weten niet waar het midden oosten is en door het midden oosten kunnen ze niet
reizen.
oorzaak ontdekkingsreizen:
- zoektocht naar zeeroute naar Indië, economisch
- zoektocht naar bondgenoten in de strijd tegen het islamitische midden oosten
- avontuur/ nieuwsgierigheid.
Verloop: Portugal gaat als eerste. Langs Afrika om Afrika heen. Veroveren geen gebieden,
bouwen langs de route factorijen, handelsposten, van daaruit handelden zij, factorij vol?
schip naar portugal.
Spanje volgt als snel, nieuw idee, rond de wereld varen, mislukt. Wel ontdekt Columbus
Amerika in 1492. Vervolgens verovert spanje grote delen van Amerika.
,Gevolgen: Europa veranderd wereldbeeld, nieuwe producten, meer handel = meer geld =
meer macht.
Amerika: oorspronkelijke bevolking sterft door ziektes of slaaf of christen. Cultuur verdrijven,
leeggeplunderd.
Rond 1500 grote veranderingen:
- terugkijken naar de oudheid en daar inspiratie uithalen
- religieus gebied, ruzie en splitsing in het christendom
- ontdekkingsreizen
hierdoor geven we het een nieuwe naam: vroegmoderne tijd
de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had.
Rond 1500 zijn er een aantal leden van de christelijke kerk die kritiek hadden op de
christelijke kerk. Belangrijke geestelijke met kritiek is Maarten Luther, in 1517 spijkert hij een
brief met 95 klachten op een kerkdeur. Waaronder: kritiek op aflaatbrieven, rijkdom,
heiligenverering, afleiding, versiering, latijn, Mensen zouden zelf in contact moeten staan
met god. Wat wel moet: bidden en de bijbel lezen in je eigen taal, omdat hij de kerk wil
veranderen, noemen we luther een hervormer. Een andere bekende is Calvijn.
Verschil tussen Luther en Calvijn:
L: na de dood besloten wie naar hemel of hel gaat.
C: bij de geboorte bepaald, predestinatieleer
L: altijd luisteren naar de koning, hij is aangesteld door god
C: je mag in opstand komen tegen de koning
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse
Staat.
1515: alle 17 gewesten in de Nederlanden komen onder 1 bestuur. Hun baas wordt Karel V,
landsheer van de Nederlanden. Hij was ook koning van Spanje, Italië, Oostenrijk, midden en
zuid Amerika en keizer van Duitsland.
Zijn beleid/ politiek zorgt voor opzet, onrust in de Nederlanden, want hij wilt:
1. centralisatie= vanuit 1 punt alles besturen.Probleem is echter dat de 17 gewesten
allemaal aparte privileges hadden uit de middeleeuwen.
2. hij wilt iedereen katholiek of dood. In de Nederlanden veel protestanten, met name
christenen.
Er is dus op politiek en religieus vlak spanning.
1555: Karel V wordt overgenomen door Filips II, nog strenger dan zijn vader. stuurt de
inquisitie = kerkelijke rechtbank.
1556: Nederlandse adel smeekt de Nederlandse landvoogd. zij zegt voorlopig
geen straffen, ze gaat het overleggen met Filips II. Protestanten geen
kerkdiensten organiseren en pamfletten verspreiden. Dit loopt een beetje uit de
hand → beeldenstorm = protestantse mensen bestormen katholieke kerken en
vernielen die. Filips II hoort dit en is woedend en stuurt de hertog van Alva
(ijzeren hertog) om rust te brengen en daders te straffen. Veel protestanten
vluchtten naar het buitenland en beginnen van daaruit een burgeroorlog/
opstand tegen Alva. zij noemen zich geuzen. Hun leider was willem van oranje.
1572: Spaanse huursoldaten krijgen hun salaris niet meer en plunderen steden
in de Nederlanden. Zorgt ervoor dat alle 17 gewesten samen afspreken tegen
, Spanje te gaan vechten → pacificatie van Gent. Dus katholiek of protestants
maakt niet uit, nationaliteit telt.
1579: gewesten splitsen op.
- Unie van Atrecht, 10 zuidelijke gewesten kiezen voor spanje, voor katholieken
- Unie van Utrecht, 7 noordelijke gewesten, kiezen tegen spanje, voor protestanten
1581: plakkaat van Verlatinghe: De unie van utrecht stuurt een brief naar FIlips II, daarin
staat we vinden je stom, je bent en slechte koning, we verlaten je.
1585: Willem van Oranje vermoordt.
1588: uitroepen Republiek der 7 Nederlanden, vanaf dat moment kun je misschien spreken
van een Nederlandse staat.
1648: Einde oorlog Spanje, vrede van Munster, Spanje erkent Republiek, in de oorlog zijn
Brabant en Limburg veroverd en horen nu bij de republiek.
Hoofdstuk 6
Het streven van vorsten naar absolute macht
absoluut= alles, meer is niet mogelijk
Absolutisme = koningen die alle macht hebben, in wetenschap, economie, religie en
bestuur.
Bekendste voorbeeld is Lodewijk de 14e, koning van Frankrijk, de zonnekoning, alles draait
om kern, net als de zon.
Vier pijlers van het absolutisme:
- droit divin = goddelijk recht. de vorst is door god aangesteld, dus kritiek op vorst =
kritiek op god
- bestuur niet meer door adel en hun soldaten, maar door ambtenaren en een
nationaal leger
- economie verbeteren, niet door vrije markteconomie, juist door regels die productie
en export bevorderen en import tegengaan.
- religie, iedereen hetzelfde geloof door de vorst bepaald.
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economische en cultureel
opzicht van de Nederlandse Republiek.
staatkundig/ politiek = baas in Republiek is de staten generaal. Daarin zitten
vertegenwoordigers van de 7 gewesten . Zij hebben veto recht. En dus nauwelijks
centralisatie. Alleen beslissen over relatie buitenland, oorlog, verder beslist ieder gewest zelf
over belasting, wetten en rechtspraak. Unie van Europa overal centralisatie in Republiek
decentraliseren. Ook Uniek overal in Europa 1 vorst de baas. Republiek, een groep mensen
de baas. Tevens in de Republiek zijn regenten de baas, in de rest van Europa de adel.
Economie: Republiek, 17e eeuw gouden eeuw. Veel geld om te investeren in de handel met
oost en west Indië. dit geld was al in de republiek door:
- moedernegotie: handel met oostzee, in landen van de republiek. daar kwam
goedkoop graan vandaan. Republiek verdiende hier veel geld aan.
- door het goedkope graan gingen nederlandse boeren dure spullen verbouwen ipv
graan
- in de republiek veel nijverheid
Dit geld veel geïnvesteerd in handel, Republiek werd rijk.
cultuur: relatieve godsdienstvrijheid.
- veel boeken gedrukt
- veel schilderijen gemaakt