Wat is de reikwijdte van grondrechten en wie kan zich erop beroepen? (vraag 1)
Stap 1 Reikwijdtevragen:
Grondrechten zijn van toepassing wanneer een
handeling valt onder een reikwijdte van een
grondrecht. De reikwijdte van een grondrecht
bepaalt dus of een handeling binnen het
beschermingsbereik van een grondrecht valt.
Reikwijdtevragen kunnen in hoofdzaak worden
onderscheiden in:
1. Een bepaling die de handelingen van het
individu beschermt.
a. Welke handelingen worden
beschermd door een
grondrechtsnorm, of kunnen
worden beschouwd als ‘uitoefening’ van een grondrecht?
2. Benadering vanuit de overheid.
a. Per overheidshandeling kan de vraag worden gesteld: met welke
grondrechten dient de overheid rekening te houden?
3. Een bepaling die is beperkt tot de hoedanigheid van een persoon.
a. Wie kan er aanspraak maken op bescherming door de grondrechtsnorm? Kan
een rechtspersoon subject van een grondrecht zijn? Kunnen
overheidsorganen ook een beroep op grondrechten doen?
Stap 2 Vraag 1: Welke handelingen worden beschermd?
Dit gaat over grondrechtsbescherming vanuit het perspectief van de burger.
Soms zijn de reikwijdtevragen relatief eenvoudig, bijv. indien de grondrechtsnorm zo
geformuleerd is dat daaruit duidelijk is af te lezen dat een bepaald iemand jegens een
bepaald iemand een aanspraak van een bepaalde omvang heeft.
Bij ‘eentrapsgrondrechten’ (=absolute grondrechten) zijn de reikwijdte vragen de
enige die hoeven te worden beantwoord.
o Bijv. het verbod van marteling en vernederende of onmenselijke behandeling
(art. 3 EVRM).
o Er kunnen dus geen gerechtvaardigde inbreuken op worden gemaakt.
Heel vaak zijn grondrechtsnormen echter niet zo duidelijk geformuleerd.
Verduidelijking van een wettelijke norm door een bestuursorgaan en in laatste
instantie door de rechter is dan noodzakelijk.
Stap 2a Vraag 1: Welke handelingen worden beschermd? Rechtspraak EHRM:
In de rechtspraak van het EHRM zijn reikwijdtevragen op 2 manieren relevant.
1. Scope: gaat om de vraag: welke handelingen beschermd worden door de
grondrechtsnorm?
, 2. Ambit: gaat om de vraag: of iemand m.b.t. de mogelijkheid om een grondrecht uit te
oefenen anders wordt behandeld dan anderen.
a. In dat geval verbiedt art. 14 EVRM discriminatie m.b.t. de uitoefening van dat
grondrecht.
b. Het handelen moet dan wel in de ‘ambit’ van dat grondrecht vallen, maar het
is niet nodig dat dat grondrecht ook geschonden is.
c. Het handelen hoeft zelfs niet binnen de ‘scope’ van het grondrecht te vallen.
Stap 3 Vraag 2: Met welke grondrechten dient de overheid rekening te houden?
Gaat over het perspectief van de overheid.
In het algemeen kan worden gesteld dat de overheid bij al zijn handelingen (ongeacht
of deze een publiekrechtelijk of privaatrechtelijk karakter hebben) de grondrechten
in acht hoort te nemen.
Stap 3a Vraag 2: Met welke grondrechten dient de overheid rekening te houden?
Reikwijdteoverlap:
Vaak is sprake van overlap, en maakt de rechter een combinatie van verschillende
grondwetsartikelen, of past hij een verdragsartikel toe met inachtneming van een
ander wetsartikel.
De kwestie van reikwijdteoverlap is in wezen relatief eenvoudig. De verschillende
grondrechtelijke garanties cumuleren, de grondrechtsnormen kunnen in samenhang
met elkaar worden toegepast, en beperkingen zijn slechts geoorloofd voor zover alle
in het geding zijnde grondrechten deze toelaten.
In het geval een handeling onder de reikwijdte van twee verschillende bepalingen
valt, geldt dat de bepaling die de meeste bescherming biedt wordt toegepast (in
dubio pro libertate).
Stap 4 Vraag 3: Wie kan er aanspraak maken op bescherming door de grondrechtsnorm?
Uitgangspunt is dat fundamentele rechten toekomen aan eenieder.
o In de Gw en verdragen zijn echter zonder veel moeite voorbeelden te vinden
van rechten die slechts toekomen aan personen die een bepaalde
hoedanigheid bezitten.
Stap 4a Vraag 3: Wie kan er aanspraak maken op bescherming door de grondrechtsnorm?
Bijzondere problemen:
Deze doen zich voor bij personen die in dienst van de overheid zijn en openbaar gezag
helpen uitoefenen (ambtenaren), en bij personen die onder bijzondere controle van de
overheid staan: gedetineerden, verdachten in voorlopige hechtenis, en daarmee
vergelijkbare situaties.
In de systematiek van de rechtsbescherming o.g.v. het EVRM komen de subjectvragen op
een andere wijze aan de orde. Daar is van belang of iemand slachtoffer (victim) van een
schending is (art. 34 EVRM).
Stap 4b Vraag 3: Wie kan er aanspraak maken op bescherming door de grondrechtsnorm?
Rechtspersonen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mandy13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.