Stappenplan probleem 2 – Goederen- en Insolventierecht.
Welke zekerheidsrechten zijn er? (vraag 1)
Kenmerken/inhoud.
Waarop kan het gevestigd worden?
Tot zekerheid waarvan kan het recht gevestigd worden?
Hoe sterk is de band tussen het zekerheidsrecht en datgene tot zekerheid waarvan het
wordt gevestigd?
Wat moet de schuldeiser concreet doen om via het zekerheidsrecht aan zijn geld te komen?
Stap 1 Kredietverleners en andere crediteuren kunnen het risico van een vordering
beperken door het bedingen van zekerheden.
Stap 1a Er zijn 2 soorten zekerheden.
1. Goederenrechtelijke zekerheden:
a. Rechten van pand en hypotheek: beperkte rechten om aan onderworpen
goederen een vordering bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
b. Eigendomsvoorbehoud: de mogelijkheid om de door hem geleverde goederen
in geval van niet-voldoening van de tegenprestatie als zijn eigendom op te
eisen.
c. Goederenrechtelijke rechten hebben gemeen dat de crediteur zijn zekerheid
rechtstreeks vindt in het object van zijn recht: de verpande zaak, de verpande
vordering, het hypothekeerde registergoed, de in eigendom voorbehouden
zaak etc.
2. Persoonlijke zekerheden:
a. De crediteur vindt de zekerheid niet rechtstreeks in aan de debiteur of
hemzelf toebehorende goederen, maar in het feit dat een derde al of niet
subsidiair medeaansprakelijk is voor de voldoening van de vordering.
Stap 1b Termen pand en hypotheek.
Bij pand:
Pandgever: degene wiens goed met het pandrecht is bezwaard
Pandhouder/pandnemer: degene die het pandrecht verkrijgt
Derdenpand: wanneer schuldenaar en pandgever niet dezelfde persoon zijn
Bij hypotheek:
Hypotheekgever: degene wiens registergoed met een recht van hypotheek is
bezwaard.
Hypotheekhouder/hypotheeknemer: degene die de hypotheek verkrijgt
Ook hier kan sprake zijn van derdenhypotheek
Gewoon pandrecht/openbaar pandrecht/vuistpandrecht: het pandrecht op een roerende
zaak, niet-registergoed dat gevestigd wordt door die zaak in de macht van de pandhouder te
brengen (art. 3:236 lid 1 BW).
Stil pandrecht: het pandrecht dat tot stand komt bij authentieke of geregistreerde
onderhandse akte zonder zodanige machtsverschaffing (art. 3:237 BW).
, Stap 2 Art. 3:227 lid 1 BW: het recht van pand en hypotheek zijn beperkte rechten,
strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een
geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
Pand en hypotheek strekken tot verhaal met voorrang.
Verhaal: pand- en hypotheekhouder onderscheiden zich in zoverre van een
schuldeiser dat zij het recht hebben van parate executie (art. 3:248 en 3:268 BW).
Voorrang: houdt verband met de regel van art. 3:227 BW dat alle schuldeisers
onderling een gelijk recht hebben om uit de netto-opbrengst van de goederen van
hun schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering,
behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang (paritas creditorum)
Pand en hypotheek gaan boven voorrecht, tenzij de wet anders bepaalt (art. 3:279
BW).
Stap 2a Conventionaliteitsbeginsel: de totstandkoming van pand en hypotheek berust op
wilsovereenstemming tussen partijen, zowel voor wat betreft de titel die aan de vestiging
van het recht ten grondslag ligt als voor wat betreft die vestiging zelf.
Stap 2b Het pand- en hypotheekrecht worden in beginsel beheerst door beginselen van
beperkte rechten in het algemeen:
Absoluut;
Exclusief;
Droit de suite;
Afhankelijkheid (art. 3:7 en 3:8 BW);
Prioriteit;
Separatistenpositie: in geval van faillissement kan de pand- of hypotheekhouder
(separatist) zijn recht uitoefenen alsof er geen faillissement was (art. 57 lid 1 Fw).
Stap 3 Object van bezwaring bij pand en hypotheek.
Pand en hypotheek rusten op goederen, d.w.z. op zaken en rechten (art. 3:1 BW) verschil
met persoonlijke zekerheidsrechten.
Rust het recht op een registergoed, dan is het een recht van hypotheek; rust het op een
ander goed, dan is het een recht van pand (art. 3:227 lid 1 tweede zin BW).
Beperkte zekerheidsrechten laten zich zowel op volledige rechten als op beperkte rechten
stapelen, voor zover de aard van dat andere recht dat toelaat (art. 3:81 lid 1 BW).
Uitsluitend voor overdracht vatbare goederen kunnen worden verpand/verhypothekeerd
(art. 3:228 BW).
Toekomstige goederen kunnen alleen bezwaard worden met beperkte zekerheidsrechten
voor zover het geen registergoederen zijn (art. 3:98 jo. 3:97 lid 1 BW) dus alleen
pandrecht mogelijk.
Algemeen vereiste: voldoende bepaalbaar goed
Stap 4 Gesecureerde vordering; Vordering tot voldoening van een geldsom.
Art. 3:227 BW: pand en hypotheek strekken uitsluitend ter securering van een vordering tot
voldoening van een geldsom.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mandy13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.