100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Burgerlijk Procesrecht - stappenplan probleem 3 €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Burgerlijk Procesrecht - stappenplan probleem 3

1 beoordeling
 67 keer bekeken  1 keer verkocht

Een stappenplan (samenvatting) van probleem 3 van het vak Burgerlijk Procesrecht.

Voorbeeld 2 van de 9  pagina's

  • 28 september 2020
  • 9
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (74)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: charlottemartron • 4 jaar geleden

avatar-seller
Mandy13
Stappenplan probleem 3 – Burgerlijk Procesrecht.

Wat is de bewijsregel? En wat zijn de uitzonderingen? (vraag 1)

Stap 1  Gevallen waarin het bewijsrecht niet of beperkt geldt:
1. In de procedure in kort geding mist het formele bewijsrecht toepassing, omdat de
snelheid waarmee de procedure moet worden gevoerd zich tegen bewijslevering met
tussenvonnis verzet, terwijl de aard van de te geven beslissing die toepassing ook
niet vergt. Het is namelijk een voorlopige maatregel
2. In de verzoekschriftprocedure geldt het bewijsrecht niet als de aard van de zaak zich
daartegen verzet (art. 284 lid 1 Rv). Dat zal het geval zijn als spoed vereist is, zoals bij
voorlopige voorziening en ook bij de procedure tot ontbinding van de
arbeidsovereenkomst wegens een gewichtige reden (7:685 BW).
3. Is wegens wanprestatie of OD schadevergoeding gevorderd dan gelden voor de
bepaling van de schade en de omvang ervan de gewone regels van bewijslast. De
rechter is wel bevoegd de schade te begroten; hij kan dus schatten o.g.v. art 6:97 BW.
Hij kan ook ambtshalve bepalen dat de schade in een vervolgprocedure moet worden
vastgesteld; de schadestaatprocedure (art 612 Rv).
4. In de arbitrale procedure zijn arbiters niet gebonden aan de regels van het
bewijsrecht. Partijen hebben alleen inspraak op toepassing van het bewijsrecht als zij
dat uitdrukkelijk overeenkomen (art. 1039 Rv).

Stap 2  Feiten die zonder bewijslevering voor de rechter kunnen komen vast te staan:
 Feiten die aan de rechter in het geding te zijner kennis zijn gekomen; en
o De stelplicht geldt niet voor feiten die aan de rechter in het geding te zijner
kennis zijn gekomen (art. 149 lid 1, eerste volzin, Rv) → feiten die in het
geding zijn voorgevallen
o Zo mocht de rechter een verklaring van een partij, afgelegd tijdens een
pleidooi mede in zijn oordeel betrekken, ook al was de verklaring niet in het
proces-verbaal van de zitting opgenomen.
o Niet: feiten uit een aan de bodemprocedure voorafgaand kort geding. Als de
rechter zulke feiten in zijn oordeel betrekt, komt hij in strijd met het beginsel
van hoor en wederhoor.
 Feiten die niet gesteld behoeven te worden  feiten van algemene bekendheid en
algemene ervaringsregels; en
o Feiten of omstandigheden van algemene bekendheid alsmede ervaringsregels
mogen door de rechter aan zijn beslissing ten grondslag worden gelegd,
ongeacht of zij zijn gesteld; zij behoeven ook geen bewijs (art. 149 lid 2 Rv).
o Van Donkersgoed/Jansen.
 Feiten die gesteld zijn en door de wederpartij niet of niet voldoende zijn betwist 
vaststaande feiten.
o Het systeem van de wet brengt mee dat wanneer de ene partij door de
andere partij gestelde feiten niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, de
rechter deze als vaststaand mag beschouwen en ter zake dus geen bewijs
mag opdragen (art. 149 lid 1 Rv).

, Stap 2a  Van Donkersgoed/Jansen:
Het Hof heeft haar oordeel gebaseerd op feiten die niet door partijen zijn aangevoerd en
geen gelegenheid gegeven om te reageren:
 Het Hof heeft na afsluiting van het processuele debat uit eigen beweging de website
van een der partijen geraadpleegd.
 Het Hof heeft ook in aanmerking genomen dat er voldoende geschikte woonruimte
was gezien de bekendheid van de rechter van de wijk.
De daaraan ontleende feiten zijn aan de beslissing van het Hof ten grondslag gelegd, zonder
dat partijen zich hierover hebben geuit. Hierdoor heeft het Hof in strijd gehandeld met het
beginsel van hoor en wederhoor.

Stap 3  De hoofdregels van het bewijsrecht:
De hoofdregels van ons bewijsrecht zijn in een zevental regels samen te vatten:
1. In het civiele geding ligt het initiatief tot bewijslevering bij partijen en niet bij de
rechter; partijen dragen het bewijsmateriaal aan.
2. De rechter moet getuigenbewijs opdragen als een partij daartoe een ter zake
dienend bewijsaanbod heeft gedaan (art. 166 Rv).
3. Besluit de rechter tot bewijslevering dan vermeldt hij daarbij welke feiten bewezen
moeten worden en door welke procespartij.
4. De rechter kan alleen bewijs opdragen omtrent voldoende betwiste feiten (art. 149
lid 1, tweede zin Rv).
5. Na bewijslevering door een partij staat het de wederpartij vrij tegenbewijs te leveren
(art. 151 lid 2 Rv).
6. De rechter waardeert het bewijs, hetgeen wil zeggen dat hij beoordeelt in hoeverre
het bewijs overtuigend is. In die beoordeling is de rechter in het algemeen vrij; in een
beperkt aantal gevallen is deze vrijheid aan banden gelegd (art. 152 lid 2 Rv).
7. Aan de bewijslast is het bewijsrisico verbonden: is aan de eiser opgedragen de door
hem gestelde feiten te bewijzen en slaagt hij daarin niet dan wordt zijn vordering
afgewezen; ligt de bewijslast op de gedaagde en slaagt deze er niet in de door hem
gestelde feiten te bewijzen dan wordt de vordering van de eiser toegewezen.

Stap 4  Hoofdregel bewijslastverdeling.
Art. 150 Rv  De partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten
of rechten zal de bewijslast van die feiten of rechten dragen.
 Objectiefrechtelijke leer: er dient telkens uit een toepasselijke regel van
materieel recht te worden afgeleid hoe de bewijslast verdeeld is.
 De bewijslast rust op de persoon die het instelt. Stelplicht wordt hier dus
bewijslast.

Stap 4a  Ongeval St. Oedenrode.
Eiser = passagier
Verweerder = bestuurder

’s Nachts vliegt de auto door de bocht. Passagier eist schadevergoeding wegens
onrechtmatige handeling van de bestuurder. Bestuurder betwist deze stelling en beweert
dat ongeval is veroorzaakt door OD en schuld van passagier, die meerdere malen aan de
handrem trok, waardoor de auto onbestuurbaar werd.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mandy13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49497 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd