100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting & Leesvragen Hersenen en gedrag €8,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting & Leesvragen Hersenen en gedrag

 45 keer bekeken  6 keer verkocht

Samenvatting en Leesvragen van het vak Hersenen en gedrag. Vak gevolg als minor! Ik had een 9,5 door alleen dit te leren.

Voorbeeld 4 van de 46  pagina's

  • Ja
  • 28 september 2020
  • 46
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
RomyDortland
Hersenen en gedrag
Tentamen:
 80%  Open vragen toets (PowerPoint, lessen en boeken) Hoofdstukken 1,3,4,6,7 en 2 uit fundamenten
 20 % 2 Opdrachten (Mini-event ¼ & Posterpresentatie ¾ )

Leerdoelen:
 Je kunt de belangrijkste hersencircuits benoemen en aangeven bij welke functies deze betrokken zijn.
 Je kunt beschrijven hoe de signaaloverdracht in het brein werkt en hoe medicijnen en drugs hierop inwerken.
 Je kunt bij een zelfgekozen psychologisch onderwerp aangeven wat de kennis over het brei kan bijdragen aan de omgang met of toepassingen van dit
onderwerp.
 Je kunt je inleveren in een ‘stoornis’ en overbrengen op anderen wat het betekent om die te hebben.



3. Het brein als zakmes
PowerPoint
Ingesleten geautomatiseerde handelingen zijn niet zo makkelijk te beschrijven, ook niet af te leren.
Wat we zien is van invloed op wat we horen. Wat we zien is dominanter dan wat we horen

Er zijn oneindig veel vragen te stellen over ons gedrag en wat eraan ten grondslag ligt. De psychologie is een wetenschap die zich
ermee bezighoudt. In de loop van de tijd zijn veel verschillende psychologische stromingen ontstaan die allemaal een eigen visie
hebben op gedrag en op hoe het kan worden verklaard.




Een aantal psychologische stromingen (hierboven geordend a.d.h.v. de tegenstelling ‘nature – nurture’.

We onderscheiden 3 niveaus over wat het een en ander betekent voor jouw kijk op gedrag:
 Persoonlijk - Hoe kijk je naar gedrag van jezelf en belangrijke anderen in je privéleven.
 Werk - Hoe kijk je naar gedrag als professional (naar je communicatie en samenwerking met anderen? Naar je rol als
hulpverlener, docent, marketeer, ...)
 Maatschappij - Wat betekent een en ander voor je kijk op maatschappelijke kwesties? Denk aan rechtspraak, onderwijs, de
verzorgingsstaat, etc.

Het brein
Bij al onze gedragingen, gewaarwordingen, ervaringen, gedachten en gevoelens is ons brein betrokken. Het menselijk brein is
een mysterieus orgaan, een onvoorstelbaar complex systeem van netwerken van neuronen dat altijd actief is, altijd zoemt en
ronkt ook als we slapen of dagdromen...

Met de moderne scantechnieken kan naar hersenen (in actie) van levende mensen worden gekeken.
Ons brein is een zachte klomp hersencellen, veel cellen!
 Neuronen = Zenuwcel – 80 miljard
 Gliacellen – 10 x zo veel

Een doorsnee neuron kent veel toepassingsgebieden. Hier afgebeeld met 2 typen gliacellen.
Grijze stof – Het denkwerk.
Elke cel heeft 1 kabel, uitgaand kanaal en dat kan aan de onderkant vertakken. Die vertakkingen (neuronen) kunnen verbinden
met de andere contactpuntjes van de neuronen. Hierdoor wordt info doorgegeven.




Functies van de hersencellen
 Neuronen – Overdracht zintuiglijke, motorische en interneuronale informatie. Doet het
denkwerk.
1

,  Gliacellen – ‘Steunstellen’. Structuur/stevigheid, aanvoer van voedingstoffen, opruimen afval, isolatie axonen (myeline),
wegwijzen, vorming bloed hersenbarrière, bufferfunctie.

DNA
Neuronen en gliacellen (astrocyten) in de hippocampus van een rat. In de celkernen bevindt zicht het DNA
(Deoxyribonucleic acid).




In elke celkern zitten chromozonen. Krijg je van je moeder en 1 van je vader. Y chromosoom is een jongen. X is groter dan de y.

De genen bevatten de instructies voor de productie van eiwitten die bepalend zijn voor de fysieke structuur en de chemische
reacties van het lichaam en de hersenen.

Er zijn heel veel verbindingsmogelijkheden, soms heeft één cel er wel 150.000.Onze neuronen en hun verbindingen bepalen ons
gedrag, wie we zijn... We zullen zien dat deze relatie achterhalen, niet eenvoudig is!

Biologische psychologie
De mens is ‘een beschreven blad’. Al bij de conceptie wordt de erfelijke bagage, het DNA, van een mens vastgelegd.
Deze bepaalt of beïnvloedt – daarover lopen de opvattingen binnen deze stroming uiteen – de gedragsmogelijkheden van de
mens.

Gedrag en gedachten, emoties en motieven hangen altijd samen met biologische processen in het lichaam.
Zo kan gedrag worden veroorzaakt door een virus, een erfelijk gen, een cel afwijking, en een teveel of tekort aan hersen- en
lichaamsstofjes zoals neurotransmitters en hormonen.

De hersenen zijn het belangrijkste orgaan bij het sturen van gedrag, gedachten, emoties enz. Zonder hersenen is gedrag
onmogelijk.

Mensen zijn het product van een langdurige evolutionaire geschiedenis.
Gedrag van mensen kan begrijpelijk gemaakt worden door het te plaatsen binnen de evolutie. Rigter, 2014).

Evolutionaire psychologie
Hersenen zijn, net als alle andere onderdelen van het lichaam, de uitkomst van een evolutionair proces.

Daaruit volgt dat, al is iedereen uniek, ieders geest ook kenmerken heeft die terug te vinden zijn bij alle nadere mensen. Deze
worden d.m.v. natuurlijke selectie (zie Darwins theorie) doorgegeven van generatie op generatie omdat ze helpen bij overleving
dan wel voortplanting.

Deze universele kenmerken van de menselijk geest, psychologische adaptaties (= aanpassingen) genoemd, zorgen ervoor dat
onze gedragsmogelijkheden (die in theorie oneindig zijn) gereduceerd worden tot een beperkt aantal acties. Oog is adaptie.

Psychologische adaptaties zijn talrijk, verlopen snel, automatisch en onbewust.
Massive modularity hypothesis = The mind is a “a collection of instincts adapted for solving evolutionarily significant problems -
the mind as a Swiss Army knife”. (Pinker, 1994) Denk bijv. aan snel en gepast reageren op bijvoorbeeld een slang of op een mogelijk ontrouwe
partner.
Sluit aan bij deze cursus: in de hersenen blijken allerlei functies die wij als één geheel beschouwen, te zijn opgebouwd uit
meerdere deelprocessen. Zie bijv. de les over de visuele waarneming.

Darwins theorie
Er is competitie om de beperkte hoeveelheid hulpbronnen en er is variatie (verschillen) tussen soortgenoten.
Die dieren die het beste zijn aangepast aan hun natuurlijke omgeving, zullen het gemakkelijkst voedsel kunnen vinden, zich
beter kunnen verdedigen tegen aanvallers, beter bestand zijn tegen parasieten en soepeler weten om te gaan met de eisen van
het klimaat en meer gezonde nakomelingen produceren dan minder goed aangepaste soortgenoten = Het proces van
‘natuurlijke selectie’ of ‘survival of the fittest’  Het Engelse ‘fit’ betekent ‘passend’ en is dus niet hetzelfde als het Nederlandse woord fit!

Hoe onderscheid je adaptaties (= aanpassingen) van eigenschappen die niet bijdragen aan overleving en voortplanting?
 Ze zijn complex van aard;
2

,  Bestaan uit verschillende onderdelen;
 Werken automatisch
 Hebben een duidelijke functie.
Kleur? Ogen? Jaloezie?


Wel vreemd dat sommige dieren niet goed zijn aangepast, toch overleven. Darwins verklaring: seksuele selectie!
Bepaalde kenmerken, hoe onhandig ook, doen het goed bij het andere geslacht en worden zo doorgegeven.
Seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk en gedrag van mannetjes dan op dat van vrouwtjes.
Dit verschil wordt seksueel dimorfisme genoemd. Het houdt verband met de hoeveelheid tijd en energie die M/V in het
nageslacht stoppen. Het verschil in vorm, grootte, en kleur tussen mannetjes en vrouwtjes.

Seksuele selectie selecteert dus op andere eigenschappen dan natuurlijke selectie. Bij dieren:
- mannetjes groot sterk en agressief.
- vrouwtjes kieskeurig.
Bij mensen is er minder verschil. Mannen zijn ook kieskeurig en investeren ook in nageslacht.

Na Darwin
Meer inzicht in erfelijkheid (genen, DNA)
Ethologie = Onderzoek naar de adaptieve waarde van diergedrag
- Wat is de directe oorzaak van gedrag?
- Hoe ontwikkelt gedrag zich?
- Wat is de functie voor overleving?
- Wat is de evolutionaire geschiedenis van gedrag?
Inclusive fitness Bill Hamilton = Het gaat niet alleen om het individu maar ook om genetische verwantschap.
Het klassieke idee van fitness was dat evolutie draait om het directe, eigen succes wat betreft voortplanting.

Vergelijkende psychologie = Gedrag van mensen en dieren vergelijken.

Typisch voor mensen:
• Cumulatieve cultuur = We nemen niet alleen dingen van elkaar over maar brengen ook verbeteringen aan.
• Shared intentionality = Samen iets doen en bereiken.

Cognitieve archeologie = Op basis van vondsten (fossielen en artefacten) een beeld vormen van voorouders.

Kritiek op de evolutionaire psychologie
- Star, alsof alles om aangeboren instincten draait
- Niet te toetsen, het zijn verklaringen achteraf
- Politieke agenda? Seksistisch?
- Naturalistic fallacy = Het idee dat men wat men in de praktijk aantreft, ook juist vindt
- Te veel nadruk op genen. Nog te weinig kennis van epi-genetica = Het tot expressie komen van genen in samenspel met de
omgeving.

Boek aanvulling
Evolutie en gedrag
De ambitie van de evolutionaire psychologie is groot. Ze zoekt verklaringen voor de geest, het gedrag en de hersenen van de
mens.
De hersenen zijn een belangrijkste spil in ons denken en gedrag. Evolutionaire psychologen houden zich bezig met vragen over
de functie en de evolutie ervan.

Darwins theorie: natuurlijke selectie
Darwin wilde graag het antwoord vinden op de vraag waardoor er zo veel verschillende soorten zijn van planten en dieren.
1859  Zijn boek ‘On the origin of species’, hierin beschreef hij uitgebreid zijn theorie over evolutie door natuurlijke selectie.

Vroeger beschouwde men de natuur als een product van God, waarin niets is veranderd aan gedrag en voorkomen.
Volgens Darwin zijn soorten geleidelijk ontstaan en is er geen doel of zin in dit proces. Dus geen ontwerper. Veel verzet van de
Kerk en collega’s.
Darwin werd beïnvloed door de econoom Thomas Malthus. Hij stelde dat er problemen zouden komen als er geen maatregelen
werden getroffen tegen de groeiende menselijke bevolking.
 Natuurlijke populaties kunnen in theorie blijven groeien, maar er is iets in de praktijk wat ervoor zorgt dat ze vrij stabiel in
grootte blijven. Volgens Darwin komt dit omdat er een beperkte hoeveelheid hulpbronnen is, waardoor niet alle nakomelingen
aan voldoende voedsel, zuurstof, warmte etc kunnen komen. Er is dus een competitie. De dieren die het best aangepast zijn aan
3

, de natuurlijke omgeving, zullen het gemakkelijkst aan deze hulpbronnen komen. Deze kunnen nakomelingen krijgen en zij zullen
zich weer aanpassen aan de omgeving. De kenmerken die bijdragen aan overleving en reproductie = Adapties. Ze zijn:
- Complex van aard
- Bestaan uit verschillende onderdelen
- Werken automatisch
- Duidelijke functie – Kunnen een bepaalde taak heel goed, de andere echt niet.

Darwins theorie: seksuele selectie
Seksuele selectie bevoordeelt eigenschappen die gunstig zijn voor paring. De pauw en de prieelvogel (mooie veren, mooie hut
bouwen om in te paren) laten daarmee zien dat ze goede genen hebben.

Handicap principle Amotz Zahavi = Ondanks de onhandige veren van de pauw blijft hij in leven bijvoorbeeld.

Seksuele selectie selecteert andere eigenschappen dan natuurlijke selectie. Het resulteert in mannetjes die groot, sterk en
agressief zijn of een imposant uiterlijk hebben en in vrouwtjes die kieskeurig zijn.
Het verschil in seksueel gedrag is bij mensen kleiner dan bij dieren, omdat mannen ook kieskeurig zijn als het gaat om
partnerkeuze. En vrouwen doen ook veel aan uiterlijk. Mogelijke verklaring hiervoor is dat bij vrouwen een piek te zien is van het
vrouwelijke geslachtshormoon rond 22 jaar, dus meest vruchtbaar.

Voor de meest voorkomende soorten op aarde, bacteriën en virussen gaat seksuele selectie niet op.

Evolutie na Darwin
Darwins theorie is verder uitgewerkt voor diergedrag, de ethologie.

Imprinting = Vorm van gedrag die niet aangeleerd kan zijn.
Konrad Lorenz toonde aan dat jonge vogels achter het eerst bewegende object aangaan dat zij zien na hun geboorte.

Richard Dawkins stelt dat soorten kunnen uitsterven, groepen uiteen kunnen vallen en individuen kunnen sterven. De enige
eenheden die betrouwbaar aan de volgende generatie worden doorgegeven zijn de genen. De mens is slechts een vehikel om zo
goed mogelijk de genen in de volgende generatie te verspreiden.

Het allereerste begin: de vergelijkende psychologie en de cognitieve archeologie
Vergelijkende psychologie = Gedrag van mens en dier vergelijken. Onderzoek doen naar fossielen van prehistorische mens. = Cognitieve
archeologie.

De mens brengt ook verbeteringen aan. De apen nemen alleen dingen van elkaar over. Verdere verschillen tussen aap en mens:
- De interesse om te zoeken naar nieuwe oplossingen is bij jonge kinderen aanwezig.
- De kinderen onderwijzen elkaar actief.
- Kinderen zijn sociaal; ze zijn bereid om beloningen te delen.  Samenwerken wordt aangenamer.
Shared intentionality Michael Tomasello = Kinderen zijn al op heel jonge leeftijd gemotiveerd om samen iets te doen om een
gezamenlijk doel te bereiken.  De cruciale factor dat mensen een cumulatieve cultuur hebben en apen niet.

Missing link = De eerste mensachtigen

Het brein als zakmes: uitgangspunten van de evolutionaire psychologie
Ieder mens is uniek. Maar ieder mens heeft ook kenmerken die terug te vinden zijn bij alle andere mensen.

Jaloezie is een universeel kenmerk van de menselijke geest. Jaloezie ervaren we als iemand iets heeft of krijg wat jij niet hebt.
De functie van jaloezie is het uitlokken van gedrag dat het ontstane verschil tussen jou en een ander op een voor jou gunstige
manier verkleint, om op die manier de kans op het behouden of verkrijgen van een seksuele partner te vergroten.

Psychologische adaptaties zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden gereduceerd worden tot een beperkt aantal reacties.
Massive-modularity-hypothese = Psychologische adaptaties zijn talrijk en verlopen snel, automatisch en onbewust.

Voor gedrag blijven er geen fossielen over, dus is er geen direct bewijs voor de evolutie van gedrag.

Naturalistic fallacy = Hierbij wordt ervan uitgegaan dat een wetenschappelijke bevinding ook betekent dat onze samenleving zo
georganiseerd hoort te zijn.



4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RomyDortland. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 59063 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,99  6x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd