Culturele Psychologie TiU
Culture and Psychology - Matsumoto
MechteldC
Culturele Psychologie
Opmerking vooraf
ranje gekleurd.
- Alle kopjes zijn o
- Alle deelkopjes zijn lichtoranje gekleurd.
- Belangrijke termen zijn dikgedrukt.
- Extra termen en sommige opsommingen zijn schuingedrukt.
- Belangrijke personen zijn onderstreept.
- De informatie uit de Kennisclips staat in een blokje zoals deze “opmerking vooraf” of
gemixt in de normale tekst, met een aanduiding hiervan in italics. In dit blokje zijn
kopjes en deelkopjes dikgedrukt.
- Informatie uit de papers staat vaak in de kennisclip blokjes. De papers worden altijd
aangeduid met een oranje titel.
-Hoofdstuk 1 - An Introduction to Culture and-
-Psychology-
-Module 1-
Wat is cultuur en waarom moet ik daar wat mee?
Cultuur is volgens Matsumoto en Juang een uniek betekenis- en informatiesysteem, dat
gedeeld wordt door een groep en doorgegeven wordt over generaties en dat systeem zorgt
ervoor dat de groepen kunnen overleven, gelukkig kunnen zijn en een betekenisvol leven
kunnen leiden. Echter is het lastig te definiëren en zijn er veel verschillende definities. Volgens
de professor van deze cursus, Yvette Stráznický van Osch, is cultuur een soort bril waardoor we
kijken – een schema dat ons helpt om informatie te evalueren en organiseren. Mensen leren
hun cultuur door enculturatie.
Er zijn 4 factoren die het ontstaan van culturen beïnvloeden:
- Groepsleven: bijvoorbeeld taakverdeling, efficiëntie en toename van de
overlevingskansen
- Omgeving: bijvoorbeeld klimaat, populatiedichtheid, ziektes en contact met andere
culturen
- Middelen: bijvoorbeeld geld, eten, water
- De geëvolueerde menselijke geest: bijvoorbeeld de fundamentele menselijke behoeftes.
Ook is er de universal psychological toolkit, dit is een set basis psychologische
vaardigheden die mensen kunnen gebruiken om in hun behoeften te voldoen.
Bijvoorbeeld emoties, persoonlijkheidstrekken en taal. Door die laatste hebben we
shared intentionality, de kennis over motivatie van andere mensen in een groep. Wat
1
, Culturele Psychologie TiU
Culture and Psychology - Matsumoto
MechteldC
mensen anders maakt dan dieren is het ratchet effect, het concept dat mensen
constant verbeteringen hebben/maken.
Maatschappij is een systeem van onderlinge relaties tussen
mensen. Cultuur gaat over de betekenis en informatie die
geassocieerd zijn tussen deze sociale netwerken. Groepen die
culturen hebben zijn o.a.: landen, taal, etniciteit, gender. Constructen
die geen cultuur zijn, zijn: ras, persoonlijkheid en populaire cultuur
(trends in o.a. muziek en kunst).
Cultuur bestaat uit objectieve en subjectieve elementen. Objectieve
elementen zijn expliciete elementen die fysiek zijn, zoals
architectuur, eten, kunst etc. Subjectieve elementen zijn alle delen
van een cultuur die niet fysiek zijn, zoals waarden en overtuigingen.
Zie het plaatje rechts voor meer voorbeelden (bron: Culture and
Psychology - Matsumoto, 6e editie).
Etics zijn aspecten van het leven die consistent lijken te blijven
tussen verschillende culturen. Emics zijn aspecten van het leven die
lijken te verschillen tussen verschillende culturen.
Culturele Psychologie is belangrijk, omdat psychologisch onderzoek gebaseerd is op onderzoek
onder WEIRD steekproeven (Western, educated, industrialized, rich, and democratic cultures).
Hierdoor is het niet representatief voor alle mensen, dus moet onderzocht worden of wat wij
weten klopt voor alle mensen of dat het alleen geldt voor WEIRD steekproeven.
Cross-cultureel onderzoek bestaat uit deelnemers van verschillende culturele achtergronden
en geeft ruimte voor het vergelijken van bevindingen tussen deze culturen. Hierdoor kan
bekeken worden of bevindingen universeel (waar voor alle mensen van alle culturen) of
cultuur-specifiek (waar voor sommige mensen van sommige culturen) zijn.
Kennisclip WEIRD psychologie + Henrich, J., Heine, S. J., & Norenzayan, A. (2010). The
weirdest people in the world? Behavioral and Brain Sciences, 33, 61-83.
WEIRD mensen zijn outliers: +/- 96% van psychologische studies is gebaseerd op
steekproeven die maar 12% van de wereldbevolking representeren. Het doel van het artikel
as
van Henrich, J., Heine, S. J., & Norenzayan, A. (2010). The weirdest people in the world? w
om te onderzoeken of we deze bevindingen wel kunnen generaliseren naar de rest van de
wereldbevolking (het doel was dus niet om de verschillen tussen steekproeven te verklaren).
In het paper zijn 4 verschillende contrasten:
- Modern industrialized vs. small scale societies
- Western vs. non-Western industrialized societies
2
, Culturele Psychologie TiU
Culture and Psychology - Matsumoto
MechteldC
- Americans versus other Westerners
- University versus non-university educated Americans
Modern industrialized vs. small scale societies
Volgens Henrich et al. wordt deze Muller-Lyer
illusie die te zien is op de afbeelding sterker
naarmate de populatie geindustrialiseerder is.
De verklaring hiervoor komt van de
carpentered world hypothesis. In de
Westerse wereld zijn mensen gewend aan
hoekige voorwerpen en dit meenemen in het
zien van de lijnen.
Een ander voorbeeld is de dictator game,
waarbij mensen geld krijgen en kunnen kiezen
of ze het willen delen met een ander die ze niet kennen en hier geen zeggenschap over heeft.
De meeste mensen hebben een voorkeur voor een eerlijke en gelijke verdeling. Dit is vooral
zo in modern industrialised countries, in small scale societies is dit niet zo duidelijk. Hoe dit
komt is nog niet duidelijk.
Western vs. non-Western industrialized societies
Dit experiment gaat over conformeren, waarbij
mensen duidelijk kunnen zien dat A net zo lang
is als de lijn in exhibit 1, terwijl andere mensen in
de groep B zeggen. De vraag is dan of de
proefpersonen ook B zeggen, omdat de rest dat
ook zegt. Binnen VS wordt het effect kleiner over
tijd (we gaan steeds minder conformeren). Het
effect is kleiner naarmate een land
individualistischer is (dus in Azië wordt meer
geconformeerd dan in het Westen).
Americans versus other Westerners
Amerikanen zijn het meest individualistisch in de wereld. Dit heeft implicaties voor processen
waarbij het zelf betrokken is. Bijvoorbeeld de mate waarin Amerikanen denken dat ze controle
hebben over hun eigen leven. Dit is hoger dan in bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk.
University versus non-university educated Americans
Meer vs. minder post-decisional spread
Heine & Lehman deden een studie die hierover ging. Proefpersonen moesten cd’s rangorden
naar je eigen keuze of de keuze van de gemiddelde student. Als dank voor het onderzoek
mochten ze een cd uitkiezen. Echter konden ze slechts kiezen uit 2 gemiddelde cd’s. Hierna
3
, Culturele Psychologie TiU
Culture and Psychology - Matsumoto
MechteldC
moesten ze alle cd’s opnieuw ordenen.
Wat bleek is dat Canadese studenten
veel meer post-decisional spread
vertoonden dan Japanse studenten. Dit
betekent dus dat Canadezen hun
voorkeur meer aanpassen, de cd die ze
gekozen hadden werd veel
aantrekkelijker dan voor het kiezen. Dit is
ook te zien bij hoogopgeleide en
laagopgeleide mensen. Bij
hoogopgeleide Amerikanen is de post
decisional spread veel hoger.
Conclusie: We kunnen dus niet alle psychologische bevindingen zomaar gebruiken op elke
populatie. Er wordt nu wel gepoogd om studies te doen die niet alleen WEIRD populaties te
gebruiken, maar het probleem is dat de meeste onderzoekers in het Westen zitten en
toegang hebben tot die populaties. Kortom, we gaan vooruit, maar zijn er nog niet.
Bron afbeeldingen: Culturele Psychologie 2020 PowerPoint HC1.
Kennisclip Conceptualisering van Cultuur
Verschillende manieren om cultuur te conceptualiseren:
- Cultuur als onafhankelijke variabele: Bepaalde factoren variëren met cultuur en
hebben een invloed op psychologische (psy) fenomenen.
- Cultuur als confound (een derde variabele die correlaties kan verklaren): Psy
fenomenen horen universeel te zijn.
- Cultuur als echt psychologisch fenomeen = culturele psychologie: Elk psy fenomeen
vindt plaats in een culturele context, cultuur zit in ons hoofd
- Cultuur als ‘leeg’ label: Er zijn specifieke contextuele verschillen in plaats van grote
allesomvattende verschillen (Poortinga).
Cultuur kan geen gedrag verklaren, er zijn andere factoren die hierbij meespelen. Poortinga
kwam met de hiërarchie van interpretaties:
1. Culturele waarden
2. Historische/politieke context
3. Culturele conventies
4. Anderen die ons beïnvloeden
5. Situatie
6. Gedrag
Pen paradigm (Kim & Markus, 1999) is een onderzoek waarbij de uniekheid tussen COL-IND
of independent en interdependent self verklaard wordt (zie kopjes “Hofstede” en “Markus en
Kitayama” verderop).
4