OVERZICHT ALLE RELEVANTE RECHTERLIJKE DWALINGEN EN ZAKEN
Forensisch bewijs VU – Collegejaar 2020/2021 – Opsporingscriminologie
Dit document bevat een overzicht van alle feiten en bewijsproblemen die van belang zijn bij het vak
Forensisch bewijs. De informatie is gebaseerd op:
1. De hoorcolleges van Forensisch bewijs.
2. Het boek dat tentamenstof is: Koppen, P. van (2011). Overtuigend bewijs: indammen van rechterlijke
dwalingen. Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers.
De Zwartewaalse incestzaak
• Volwassen vrouw beschuldigt haar stiefvader dat hij haar op jonge leeftijd (4-16) systematisch
heeft misbruikt en verkracht.
• Na het eerste misbruik, zo gaf het slachtoffer aan, had zij achteraf hevige bloedingen. Dit duidt op
een inwendige beschadiging.
BEWIJSMIDDELEN:
(1) geboorteakte van aangeefster die bewijst dat zij ten tijde van het delict minderjarig was, (2) de
aangifte en (3) de verklaring van de verdachte dat hij al die tijd bij aangeefster in huis had gewoond.
PROBLEMEN:
(2): ontdekking van het misbruik zou onvermijdelijk moeten zijn, want aangeefster woonde in een
kleine woning met 6-8 personen. De huisarts constateerde een nog intact maagdenvlies op 17 jarige
leeftijd. De aangeefster had vaker aangifte gedaan tegen mannen, maar die hadden geen stand
gehouden.
(3): discrimineert niet tussen misbruikende en niet-misbruikende vaders.
(4) Een ander probleem met betrekking tot het maagdenvlies: er zijn grote individuele verschillen in
de mate waarin het membraan (het maagdenvlies) al gedegenereerd is wanneer het meisje wordt
geboren (soms nog geheel intact, soms is niets meer over). In de meeste gevallen blijft slechts een
restant van het membraan over. Het degenereren gaat na de geboorte deels spontaan verder, maar
kan ook worden bespoedigd door inbrenging van voorwerpen in de vagina. Dit kan (maar hoeft niet)
het maagdenvlies (blijvend) beschadigen, maar het kan ook weer herstellen.
>> Hier speelde ook een omgekeerd verwachtingseffect: de huisarts vermoedde namelijk al dat
Alexandra misbruikt werd, dus hij verwachtte géén maagdenvlies. Daarom kunnen we redelijk zeker
zijn van zijn waarneming.
Veel penetraties, zo volgt uit onderzoek, leidt vaak tot blijvende schade. Als het verhaal waar is, zou
die schade er moeten zijn. Maar, artsen blijken vaak helemaal niet in staat te zijn om het maagdenvlies
correct te beoordelen. De huisarts is hiernaar niet ondervraagd, wat maakt dat de kwaliteit van het
meetinstrument onbekend is.
,Relevant omdat:
1. Illustreert dat het vereiste van een tweede bewijsmiddel niet zoveel voorstelt (aanwezigheid in de
buurt is bijvoorbeeld al voldoende) (p. 30).
2. Laat zien dat er een verschil is tussen algemene uitspraken en uitspraken in het individuele geval
(algemene constateringen kunnen soms weldegelijk relevant zijn voor de bewijsbeslissing) (p.83).
Lucia de Berk
• Lucia was een verpleegster en werd vervolgd voor de moord op patiënten in het ziekenhuis waar
zij werkte.
• Lucia had allereerst Amber vergiftigd met digoxine.
• 6 andere sterfgevallen leken hierop, dus daar werd Lucia ook van verdacht.
BEWIJSMIDDELEN:
(1) het hoge gehalte digoxine in het bloed van patiënt Amber, (2) het hoge gehalte van een ander
medicijn bij patiënt Achmed en (3) de aanwezigheid van Lucia toen andere patiënten overleden
waarvan de dood niet kon worden verklaard.
Lucia werd een rare vrouw gevonden; daarom werd in eerste instantie besloten dat Ambers dood
misschien wel geen natuurlijke dood was. Ook ging men opzoek naar ‘rare’ doden waar Lucia bij was.
De kans dat het op toeval berust dat Lucia bij 11 doden aanwezig was, terwijl haar collega’s geen
doden op hun diensten hadden staan, werd vastgesteld op 1 op 342 miljoen (MAAR: andere factoren
kunnen hier ook een rol bij spelen).
Lucia werd veroordeeld voor moord op Amber, vanwege de niet-verklaarbare grote hoeveelheid
digoxine in haar bloed en vanwege het feit dat zij de zorg over haar droeg vlak voor het overlijden.
Lucia werd ook veroordeeld voor de moord op andere baby’s op grond van het feit dat zij aanwezig
was bij de (achteraf verdachte) dood van deze patiënten. Er werd niet gekeken of de dood van de
andere baby’s wel onnatuurlijk was. Ook waren bij de doden andere verpleegsters en artsen aanwezig;
hun mogelijk rol werd tevens niet onderzocht.
DESKUNDIGEBEWIJS:
De Vos: de kans dat een willekeurige verpleegster moorden pleegt is 1 op 400.000. Er zijn 40.000
verpleegkundigen in ziekenhuizen in Nederland, dus eens per 10 jaar pleegt een verpleegster
moorden.
PROBLEMEN MET UITSPRAKEN DE VOS:
(1) Er zijn meer dan 40.000 verplegers.
(2) De Vos houdt geen rekening met het feit dat verplegers langer dan een jaar werkzaam zijn. Hij had
de gemiddelde arbeidduur van de verpleging moeten betrekken in zijn berekening.
(3) Hij legt niet uit hoe hij de kans berekent dat eens in de 10 jaar een verpleger moorden pleegt.
(4) Hij heeft in zijn a-prioriwaarschijnlijkheid al allerlei bewijsmiddelen verwerkt: (a) door het alleen
over verpleegster te hebben, sluit hij artsen en bezoekers als daders uit; dat het ging om typische
verplegingsdiensten was een bewijsmiddel in de zaak en (b) hij verwerkt ook meteen het gegeven dat
,de moorden in ziekenhuizen plaatsvonden. Plaats delict en de hoedanigheid van de verdachte staan
daarmee al vast, voordat de bewijsmiddelen bestudeerd zijn.
(5) Door het woord ‘moord’ te gebruiken, doet hij uitspraken over de intenties van de dader. Dit is nu
net wat niet mag van Bayesianen.
Relevant omdat:
1. Laat zien hoe het fout kan gaan met het vaststellen van de a-prioriwaarschijnlijkheid.
2. Leert dat het onmogelijk is om een a-prioriwaarschijnlijkheid vast te stellen zonder dat dit wordt
beïnvloed door het bewijs.
3. Laat zien dat geen getallen kunnen worden verbonden aan bewijs.
De Puttense moordzaak
• Verkrachting en moord van Christel in huis van oma. Oma was op het bewust moment niet thuis.
• Onterecht veroordeeld: Dubois en Viets.
• 2008: daadwerkelijke dader, Ron P., aangehouden. DNA-profiel komt overeen met dat op het
slachtoffer. Profiel kwam aan het licht, omdat hij zijn vriendin mishandeld heeft.
TEGEN DUBOIS & VIETS:
Een aantal buurtbewoners wezen op de bierdrinkende mannen die vaak in het bos bij het huis
aanwezig waren met hun hondenuitlaatservice. Dubois en Viets (en twee anderen) werden opgepakt
en leverden allebei een (rammelende) bekentenis.
ONDERTUSSEN:
(1) Het DNA-laboratorium deed een uitspraak over de regionale herkomst van het gevonden sperma
op Christel en deed dit aan de hand van mitochondriaal DNA (= DNA door vrouwen overgedragen op
nakomelingen). De onderzoeker vond één mitochondriaal profiel en concludeerde daarom dat Christel
en de dader hetzelfde profiel hebben. MAAR: Dit is waarschijnlijk fout, omdat vrouwelijk
lichaamsmateriaal vaak rijk is aan mitochondriaal DNA en sperma erg arm. Op basis van dit rapport is
de gehele moederlijn van het slachtoffer uitgezocht. Als dit onderzoek als criterium zou worden
gebruikt om mannen wel of niet te verdenken, dan was dader Ron nooit aan het licht gekomen, omdat
hij ander mitochondriaal DNA heeft dan het slachtoffer.
(2) De sleeptheorie: het is mogelijk dat bij eerder gemeenschap vrijgekomen sperma de volgende keer
de vagina uitgesleept wordt. Als de volgende dan niet klaarkomt, dan vind je alleen sperma en DNA
van de vorige gemeenschap. Ook als het sperma niet van Dubois en Viets is, kunnen zij het dus alsnog
hebben gedaan. MAAR: er zat geen sperma in haar onderbroek, terwijl ze net gefietst had. Dit wijst
erop dat het sperma terplekke gedoneerd is.
HELE ANDERE WENDING:
Op de broek van Christel werd ook DNA gevonden van haar broer. Het rapport werd verkeerd
geïnterpreteerd en daardoor heeft men lang gedacht dat hij de dader was. DNA was gevonden op de
buitenband van de broek, maar in verdere communicatie werd dit de binnenband: de broer is met
vrienden naar het huis gegaan en heeft zijn vrienden geholpen zijn zusje te verkrachten (= naive
investigator effect: bewijs werd zo overweldigend gevonden dat al het andere bewijs volslagen
, genegeerd werd). MAAR: dit scenario is onwaarschijnlijk, omdat de broer om 16:43 de bus pakte en
Christel tussen 16.30 en 17.45 vermoord was; hij had er niet genoeg tijd voor.
TEGEN RON P.:
Uiteindelijk werd Ron P. aangehouden. Hij had zijn vriendin zwaar mishandeld en moest daarom DNA
afstaan. Dit gaf een match met het DNA uit de sperma op Christel.
Alternatief scenario aangevoerd door Ron P.: ik had een geheime relatie met Christel. De avond voor
haar dood hadden wij gemeenschap, vandaar het sperma in en op Christel. Het sperma op het been
is daar gekomen, doordat de werkelijke dader het daar uit de vagina heen heeft gesleept. Dat niemand
ons samen had gezien, is logisch want het was een geheime relatie.
Relevant, omdat:
1. Belangrijk bij het onderscheiden/discrimineren tussen scenario’s; dat onderzoek uitwees dat
niemand Christel en Ron samen had gezien is niet discriminerend tussen het schuldige scenario en het
door Ron geopperde scenario (p. 51).
2. Geeft een voorbeeld van een zaak waarin allerlei onwaarschijnlijke scenario’s geopperd en
onderzocht werden. Er werd niet gekeken of het een redelijk alternatief scenario betrof.
De Leidse balpenzaak
• Jimmie wordt verdacht van moord op zijn moeder met een balpen
• In moeders hoofd wordt een balpen gevonden die door het oog volledig naar binnen was
gedrongen. Dit is haar doodsoorzaak geweest.
SCHULDIGE SCENARIO:
De OvJ opperde een scenario waarin Jimmie de balpen met een kruisboog op de moeder afgeschoten
zou hebben en haar op deze manier vermoord heeft.
Problemen:
(1) de psycholoog van Jimmie werd gehoord als informant. Zij vertelde dat Jimmie aan haar had verteld
dat hij zich schuldig voelde over de dood van zijn moeder en haar om het leven had gebracht met de
kruisboog en de pen. Deze psycholoog deugt natuurlijk niet, want zij heeft haar geheimhoudingsplicht
geschonden.
(2) Het OM heeft allerlei alternatieve scenario’s niet afgewogen (bv: zou de moeder niet weggedoken
zijn of zou je niet met een pijl schieten?
(3) Er werden allerlei tests gedaan om te zien of het scenario met het schieten mogelijk was, maar de
betrouwbaarheid van deze tests kan betwist worden. Een varkenshoofd is bijvoorbeeld anders dan
een mensenhoofd. Uit de proeven bleek toch dat de pen niet intact zou moeten zijn na het schieten
in het hoofd, maar de pen in deze zaak was wel intact.
ALTERNATIEF SCENARIO:
De moeder is met de balpen in de hand gevallen en op de pen terechtgekomen.
Problemen: