Samenvatting vroeg modern UU jaar 1 HC/WC/Noble
Week 1: Noble: hoofdstuk 12 : Renaissance
Hummanisme en cultuur in Italië 1300-1500
Paragraaf 1: de opkomst van het hummanisme
Italië was meer seculier dan de rest van Europa, lag cultureel centraal én de clerus domineerde het
stadsbestuur niet. Italië werd gekenmerkt door een stedelijke cultuur, waardoor de educatie een
niet zoals in Noord Europa door de clerus werd bepaald maar een stadsaangelegenheid was. Zo had
de kerkelijke logica en de scholastiek minder invloed in Italië dan in Noord Europa. Educatie hier
focuste zich meer op praktische problemen van het stadsleven.
Opgeleide Italianen waren bezig met studia humanitas, wat wij nu humanisme noemen. Zij
bedoelden hiermee retoriek en literatuur. Poëzie, geschiedenis, schrijven, en oreren op basis van
gestandaardiseerde vormen en waarden, bewust gebaseerd op de klassieke oudheid, waren het
centrale punt van het intellectuele leven.
Giovanni Boccaccio: morele waarde bestaat niet alleen uit het reproduceren van klassieke waarden
en kennis van het heden, maar door deze toe te passen in een waardering van de toekomst.
Petrarch en vroeg humanisme
De eersten die terug grepen op de literaire en historische voorbeelden uit het oude Rome was een
groep advocaten uit Noord Italië. Zij namen de klassieke technieken over. Vanaf het eerste moment
van de klassieke heropleving in Italië, was deze verbonden met problemen van morele en politieke
hervormingen.
Deze fascinatie van de klassieke oudheid werd in een beweging omgezet door Francesco Petrarch.
Hij populariseerde het idee van klassieke moraal en literaire ideeën combineren met de zorgen van
de veertiende eeuw.
Hij bekritiseerde de paus in Avignon, door het Het Babylonische gevangenschap, te noemen.
Geloofde in de scheiding tussen klassieke tijd en zijn eigen tijd door een tijdperk van darkness.
-Zijn werk was niet seculier of wereldlijk, hij bleef Christelijk.
Humanistische studies
Petrarch’s studieprogramma werd vooral populair bij een groep oligarchen die het politieke leven in
Florence domineerden. Een kanselier en groep jonge volgers ontwikkelden een nieuwe ideologie’:
Civiel humanisme. Een ideologie die de Romeinse klassieke Republieke deugden benadrukte, plicht
en publieke diensten. Zij beargumenteerden, net zoals cicero, dat er een morele en etische waarde
intrinsiek is aan het publieke leven.
Meer dan Petrarch waren de civiele humanisten eager om de mannen van deugden te inspireren, die
de leiding konden nemen in het bestuur en hun medeburgers konden beschermen van anarchie en
tirannie.
Onderwijshervormingen
Guarino van Verona 1374-1460, was een volgeling van Petrarch en heeft zijn leven gewijd aan
onderwijshervormingen in Renaissance Italië. Zijn invalshoek is gebaseerd op grammatica en
geschiedenis, uit Grieks.
Door een diepgaande analyse en imitatie van oude Griekse werken zouden de hoge standaarden van
de klassieke oudheid bereikt kunnen worden.
Beperkingen van het humanisme
,Omdat de humanisten onderwijs als voorbereiding op het publieke leven zagen, was het volgens hen
niet nodig voor vrouwen, arbeiders of anderen zonder politieke macht te leren.
Vrouwen konden wel studeren maar niet alle vakken. Veel Italianen vonden dat het niet gepast was
voor een vrouw te participeren in het publieke leven.
Als een vrouw deze interesses had werd er van haar geacht in een klooster te treden, om het hier te
kunnen uitoefenen, buiten de publieke sfeer. P 330.
De transformatie van het humanisme
Lorenzo Valla en het historische perspectief
1407-1457. Schrijft het werk; On the falsely believed and forged donation of Constantine
Dit werk demonstreert dat een belangrijke pauselijke claim op de politieke heerschappij in centraal
Italië is gebaseerd op een achtste eeuw vervalsing. De Donatie van Constantijn geeft de jurisdictie
van Rome aan de paus. Werd altijd al door theoristen bekritiseerd. Valla valt de legitimiteit van het
document aan en blijkt inderdaad een vervalsing.
Valla maakt hierna aanpassingen op het nieuwe testament, hij verbetert de mistranslaties.
Renaissance filosofie
Net zoals als Valla dachten vele humanisten dat het hun literaire studies uiteindelijk zouden leiden
tot een filosofie. In Florance vertaald een de werken van Plato met een Christelijk perspectief. Ficino:
platonisme in zijn ogen: waardigheid van de mens.
P 332.
De eenheid van kennis
Pico komt met het idee; Pristine Theology. Hij en zijn volgelingen vonden theologische waarheid in
het oude Egyptische, Griekse en Joodse magie. Ficino populariseert een werk over alchemie.
Hermetische werken: verklaren hoe de geest beïnvloed kan worden en kan beïnvloeden, door de
kerkelijke en materiële wereld.
Er is een interesse in humanistische kringen, in het begrijpen en manipuleren van de natuur, die in
het hart van hermetische magie, astrologie en alchemie liggen. Dit is een belangrijke stimulans
geweest in wetenschappelijk onderzoek.
Humanisme en politiek denken
Petrarch en civiele humanisten geloofden dat heersers, ongeacht in een republiek of primaat, alle
klassieke en Christelijke deugden/waarden van liefde, geloof, hoop, justice moesten exposeren. Een
deugdzaam heerser zou zowel geliefd worden als gehoorzaamd.
Civiele humanisten zagen wetten en overheden als statisch en onveranderlijk. Wanneer er wel
verandering is, is dit toeval en door de god van het toeval. Ze stuurden aan op dat de heersers hun
onderdanen moesten lief hebben, om genereus te zijn met hun bezittingen en om de wet te
handhaven.
De Franse invasie van Italië in 1494 brengt de humanistische visies in twijfel. Er ontstaat een politieke
crisis. En verandert het humanistisch denken. Machiavelli 1469-1527, gelooft dat je kan leren uit het
verleden, maar dat was tot nu toe verkeerd gedaan en het verleden was verkeerd begrepen. Zijn best
gelezen werk; de prins. Deze stelde dat een succesvolle heerser moet anticiperen en zich aanpassen
op verandering.
Een nog grotere tekortkoming van zijn tijdgenoten vond hij dat zij niet de echte motivatie van
mensen zagen. Hij valt daarmee het humanistische beeld dat geschoolde mensen altijd deugd boven
ondeugd zullen kiezen af. Hij stelde dat individuen veel meer geneigd zijn te reageren op angst en dat
macht meer dan sterfelijkheid een goede overheid maakt.
,Machiavelli begreep dat een overheid meer moest doen dan een simpele imitatie van het verleden.
Heersen is een proces dat verschillende vaardigheden vereist, op verschillende momenten.
P334.
Schilderkunst en de kunsten, 1250-1550.
3 perioden
Vroege Renaissance: imiteren van de natuur
Midden periode: herontdekkingen klassieke ideeën van proporties
Late Renaissance: superieur aan de natuur en klassieke voorgangers.
Vroege Renaissance
Begint in de late dertiende eeuw. De belangrijkste innovator van deze tijd is Giotto di Bondone van
Florence. Hij introduceerde levendige schilderingen van levende personen. Reisde van Noord naar
Zuid, schilderde kerken en kapellen.
Midden periode
Vroeg in de vijftiende eeuw ontwikkelden Florentijnse artiesten nieuwe manieren om natuur weer te
geven. Het revolutionaire van deze ontwikkelingen is terug te zien in de werken van Lorenzo Ghiberti,
Filippo Brunelleschi en Masaccio. Hun werken experimenteerden met de representatie van ruimte
met lineair perspectief. P336.
Hoog Renaissance
Begin zestiende eeuw hoogtepunt in Florence. Belangrijke kunstenaars: Leonardo da Vinci en
Michelangelo Buonarroti.
Da Vinci was zich bewust van het missen van zijn klassieke educatie, wilde bewijzen dat zijn kunst
toch gelijk aan zijn geleerden voorgangers was. De beste werken zijn gemaakt door dichte observatie
van de natuur. In zijn schilderkunst ontwikkelde hij chiaroscuro, een techniek om licht en donker te
gebruiken.
Het belang van Michelangelo wordt duidelijk in zijn twee belangrijkste werken. David en zijn werk in
de Sixtijnse kapel. David werd een symbool voor de jeugdige Florijnse republiek worstelend met het
behouden van haar vrijheid.
De Sixtijnse kapel heeft duidelijkheid dankbaar naar de klassieke oudheid, ook een zelfportret van
Michelangelo.
De Italiaanse kunstwerken werden ver buiten de grenzen van Italië gewaardeerd.
Renaissance kunst in het Noorden
In de vijftiende eeuw werden er in het Noorden ook veel vooruitgangen geboekt. Vooral in
Vlaanderen. De vooruitgangen waren in het begin vooral verbonden met de noordelijke hoven. De
kunst veranderde in twee significante wegen:
In de beeldhouwkunst maakte Gotisch plaats voor een meer emotionele en complexe stijl.
In de schilderkunst realiteit en diepte.
De Italiaanse kunstenaars probeerden ruimte na te bootsen via lineair perspectief, de Vlaamse
gebruikten (aerial) luchtig perspectief, zachte kleuren en tonen om diepte te creëren. Een
gemeenschappelijk kenmerk was het verlangen om realiteit weer te geven.
Italiaanse en Noordelijke kunstenaars beïnvloedden elkaar doordat ze reizen. Ook werken sommige
samen aan een hof.
‘
Kunst en bescherming
De levendigheid en de variëteit van kunst in de Renaissance was grotendeels afhankelijk van de
economische voorspoed in de steden en dorpen. Het was niet alleen de elite die kunst konden
, veroorloven. Gemiddelde families kochten kleine religieuze kunstwerken. Moralisten adviseerden
families om kunstwerken van De Maagd Maria of Baby Jezus te kopen.
De markt voor kunst groeide dus goed in de veertiende en de vijftiende eeuw. Het breken met het
religieuze leven in de kunst riep soms veel controverse op.
Kunst in de gemeenschap
De eerste explosie van artistieke creativiteit werd betaald door publieke organisaties. Gilden
steunden in Florence de kunsten. Gilde lidmaatschap was een vereiste voor burgerschap, dus de
gilden hadden politiek veel invloed.
Individuele patronen
Vanaf de vijftiende eeuw ook nog steeds heersers en de paus, maar ook vermogende individuelen.
De meeste patronen waren vrouwen.
P342
De verspreiding van de Renaissance
Rond 1500 was de Renaissance vanuit Italië naar heel Europa verbreid.
Buiten Italië speelde de geschiedenis van Rome een veel kleinere rol, echter bleef wel de heropleving
van de klassieke oudheid in het hart van de beweging.
Lokale literatuur
De Renaissance wordt duidelijker wanneer eerst gekeken naar de normen van de lokale literaturen in
de veertiende en vijftiende eeuw. Ondanks de doortastendheid van oude vormen in de literatuur,
een nieuwe lokale stijl kwam op, ondanks deze nog steeds met traditionele waarden en normen was
verbonden.
De nieuwe geschriften in de landstaal waren gebaseerd op populaire verhalen en gezegden, alsook
op traditionele morele en religieuze geschriften. Anders dan de vroege humanisten hadden deze
schrijvers niet zoveel interesse in nieuwe culturele en intellectuele modellen.
De impact van drukken
De verspreiding van het humanisme werd mede mogelijk gemaakt door de uitvinden van drukken in
de laat veertiende eeuw. Johann Gutenberg bedenkt met metalen drukpers dingen. Zijn uitvinding
leidt tot het eerste Europese gedrukte boek; de Gutenberg bijbel.
Boekdrukkunst zorgde voor gestandaardiseerd werk van wetten, theologie, filosofie en wetenschap.
Humanisme buiten Italië
Doordat het humanisme zich buiten Italië verspreid, veranderen ook haar interesses. In het Italiaans
humanisme lag het publieke leven en hervorming in de educatie, in de kern. Buiten Italië meer
gericht op religie en morele hervormingen. Critici op de kerk zetten zich af tegen de rijkdommen van
de clerus, en dat de leken onopgeleid en bijgelovig waren.
Om deze misvattingen op te lossen ontstonden en educatieve instituties. De meest bekende
humanisten, Thomas More en Desiderius Erasmus, presenteren een scherpe kritiek op contemporain
gedrag en riepen op tot een nieuw vroomheid.
Humanisme en universiteiten
Nieuwe universiteiten komen op in de veertiende eeuw, gericht op religie maar laten ook veel ruimte
voor humanisme. Ook nationale gevoelens worden onderwerp. Humanisme wordt verweven in
nationale culturen. Ook heersers stichten nieuwe universiteiten.