Inhoud
Anatomie en fysiologie 2 – les 1 De chemie van DNA en RNA................................................................1
Anatomie en fysiologie 2 – les 2 DNA replicatie.....................................................................................4
Anatomie en fysiologie 2 – les 3 Mitose en meiose................................................................................6
Anatomie en fysiologie 2 – les 4, 5, 6 Transcriptie & Translatie...........................................................10
Anatomie en fysiologie 2 – les 7 en 8 Bloed en transfusie....................................................................15
Anatomie en fysiologie 2 – les 9 Cardiovasculaire systeem; hart.........................................................22
Anatomie en fysiologie 2 – les 10 Cardiovasculaire systeem; bloedvaten............................................28
Anatomie en fysiologie – les 11 Cardiovasculaire systeem; capillaire gasuitwisseling.........................32
Anatomie en fysiologie 2 – les 12 Respiratoire systeem; anatomie......................................................34
Anatomie en fysiologie 2 – les 13 Respiratoire systeem; fysiologie......................................................39
Anatomie en fysiologie 2 – les 1 De chemie van DNA en
RNA
Marieb: hoofdstuk 2 p78-81
Denniston 20.1, 20.2, 20.3
Genetisch materiaal:
- Replicatie
- Opslag van informatie
- Expressie (vorming van een eiwit)
- Variatie
- Proteïnen vs. nucleïnezuren
Verschil RNA en DNA:
RNA heeft U (uracil) DNA heeft T (thymine).
RNA is enkelstrengs en DNA is dubbelstrengs.
RNA heeft ribose en DNA heeft 2-deoxyribose. (= suikergroep)
DNA:
Functies:
- Repliceert zichzelf precies voor een cel deelt, hierdoor krijgt elke cel een kopie van de
genetische informatie
- Zorgt voor de productie van elk eiwit in het lichaam
RNA:
Soorten:
- mRNA messenger RNA draagt informatie voor het bouwen van ribosomen uit de
eiwitten van DNA (eiwitsynthese)
- rRNA ribosomaal RNA vormt een deel van de ribosomen
- tRNA transfer RNA
, - Pak naam base
Purine (dubbele ring) -osine
Pyrimidines (enkele ring) -idine
- Ribosesuiker; geen voorvoegsel Deoxyribose; deoxy ervoor
- Aantal gekoppelde fosfaatgroepen: AMP/ADP/ATP
AMP = mono
ADP = di
ATP = tri
Voorbeeld: deoxyadenosinemonofosfaat
Polymeer van nucleotiden:
Fosfaat van de ene nucleotide koppelt aan de suikergroep van de andere nucleotide
(ruggengraat van de polymeer)
Fosfaatgroep uiteinde is 5’
OH groep uiteinde is 3’
= phosphodiesterbonds
DNA dubbele helix:
- Grote lijn helix fosfaat – suiker groep = backbones (ruggengraat)
- Diameter = 2 nm = afstand tussen 2 backbones
- 1 draai = 10 bp (baseparen) (2 stikstofbasen aan elkaar) (A+T en G+C)
- Basepaar = purine + pyrimidines
- A kan waterstofbruggen vormen met T (en U (RNA))
- G kan waterstofbruggen vormen met C
Minor en major groove
- Minor groove = kortste afstand die de 2 strengen van elkaar liggen
- Major groove = de grootste afstand die de 2 strengen van elkaar liggen
Nucleotide = base + suiker + fosfaatgroep
Nuceloside = base + suiker
, Twee DNA strengen zijn antiparallel
Dus ene kant: 5’ boven en 3’ beneden
Andere kant: 3’ boven en 5’ beneden
Ze zijn ook complementair = aanvullend als je de ene weet, weet je de andere ook
Prokaryote vs eukaryote cel:
Prokaryote
- Circulair DNA in cytoplasma
- Supercoiled (om elkaar heen gedraaid) en ligt om eiwitten heen
Eukaryoot:
- Lineair DNA in nucleus
- Georganiseerd in chromosomen
- Aantal chromosomen is afhankelijk van het soort
- Mensen: 46 chromosomen (23 paren)
Anatomie en fysiologie 2 – les 2 DNA replicatie
Denniston: 20.1, 20.2, 20.3
Marieb: ‘’Cell division’’ hoofdstuk 3
Prokaryote DNA replicatie:
Circulair DNA
- Replicatie begint in origin of replicatien (Ori)
- Replication fork, waar de replicatie uit elkaar gaat
- 2 kanten op dus 2 replication forks (bidirectional)
- Replicatie stopt wanneer de 2 replicatie forks elkaar tegenkomen
- Termination of replication waar de 2 replication forks elkaar tegenkomen
Eukaryote DNA replicatie
Lineair DNA
- Replicatie start op verschillende delen meerdere replication forks
- Bidirectional
Enzymen replicatie: (replication forks)
Topoisomerase voorkomt supercoiling (helemaal opgerold)
Helicase verbreekt H-bruggen tussen de base-paren
SSBP (eiwit) single-strand binding proteins / op de plek waar het DNA enkelstrengs is bindt SSBP
en voorkomt dat het weer dubbelstrengs wordt
Primase zet RNA primers op het DNA, hier kan DNA polymerase III aan binden
DNA-polymerase III koppelt nieuwe nucleotiden aan de nieuwe steng (kan alleen aan OH-groep 3’)
(dus alleen replicatie van 5’ naar 3’)
DNA polymerase I vervangt de RNA primer door DNA nucleotides
DNA ligase ligeert (‘plakt’) DNA nucleotides aan elkaar (okazaki fragment)
Leading strand 5’ naar 3’
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 01sanne. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.