Samenvatting Health Communication (blauw is van artikelen)
HC 1 – Wat is gezondheidscommunicatie?
Wat is gezondheidscommunicatie?
= De interactie tussen ten minste twee mensen (buiten of binnen hiërarchische systemen)
over een issue gerelateerd aan gezondheid (i.e., gezondheidstoestand, beliefs over gezondheid
en gedrag dat gezondheid beïnvloedt of door gezondheid beïnvloed wordt)
- In een gezondheidsgerelateerde context
- De mensen hebben bewijs nodig om het gezondheidsgerelateerde onderwerp of de context
beter te begrijpen of tot een oplossing te komen die beschikbaar kan worden gemaakt door
middel van onderzoek naar gezondheidscommunicatie
Problemen met de definitie
- Interactie klopt niet helemaal, het kan ook eenrichtingsverkeer zijn
- Twee mensen klopt ook niet, het kan ook tussen mens en pc zijn
- De interactie kan face-to-face, digitaal of gemedieerd zijn
- Het is sowieso een heel breed begrip
- Beliefs over gezondheid kunnen ook non-beliefs zijn
- Zoals niet geloven in corona
Topics
1. Gezondheidszorg
- Gesprek tussen arts en patient
- Bij de huisarts/ziekenhuis
- Kan ook triadisch zijn: gesprek met een tolk erbij
2. Promotie, preventie en campagnes
- Anti-rook campagnes
- De BOB campagne
- SIRE campagnes
3. Gezondheidsinformatie
- Apps
- Folders of sites over een bepaalde ingreep/ziekte
- Bijsluiter bij medicijnen
- Folder die bij huisarts ligt
- Informatie over orgaandonatie
1
, - Gezondheidszorg: omlaag omdat het tegenwoordig veel meer voorkomen is in plaats
van genezen zoals vroeger
- Promotie, preventie en campagnes: ongeveer hetzelfde als bij gezondheidszorg
- Gezondheidsinformatie: door technologische ontwikkeling meer geworden
Levels
1. Micro = interpersoonlijk, 1-op-1 (misschien 1 op 2, vanwege tolk)
- Consult met je huisarts
- Wellicht triadische communicatie: arts + patient + tolk
- Gesprek met een vriend over alcohol
2. Intermediate = kleine groepen, organisaties
- AA meetings
- Inloophuizen voor lotgenoten
- MDO (= multidisclipinair overleg) tussen artsen
- Focusgroep over protocollen corona
- Sessies/voorlichting/cursussen
3. Macro = massamediaal, one-to-many of many-to-many
- Voorlichtings-/ reclamecampagnes
- Online gezondheidswebsites
- Mobiele gezondheidsapps
- Persconferenties over corona
- Online forum waarop je gezondheidsprobleem bespreekt
Disciplines en theorie
- Theorie biedt handvat of kader waardoor je kan kijken hoe je mensen kan aanzetten tot
gedrag/bepaald gedrag afleren
- Medische wetenschappen (56,9%)
- Communicatiewetenschap (27,4%)
- Psychologie, marketing en business, sociologie, linguïstiek, etc. (15,7%)
- Geen theorie centraal (84,3%)
- Centraal theoretisch framework (15,6%)
2
, Het is waarschijnlijker dat theory-based onderzoek gepubliceerd wordt door
communicatiewetenschappers dan medisch wetenschappers (5x zo waarschijnlijk)
- Wordt vooral gepubliceerd in de gezondheidscommunicatie journals Health
Communication en Journal of Health Communication (89,9 39,7%).
- 89,9% in gezondheidscommunicatie journals in het algemeen
- Theorie biedt een framework om determinanten van gedrag te identificeren, wat een
essentiële eerste stap is om succesvolle gezondheidsinterventies te ontwikkelen
- De determinanten van gedrag kun je begrijpen door de theorie
- Cultuur en doelgroep begrijpen is bijvoorbeeld belangrijk
- Focus ligt tegenwoordig vooral op gezondheidsinformatie
- Een meerderheid van het onderzoek naar de gezondheidszorg (42,9%) is gericht op niet-
gezondheidswerkers
- Een groot deel van het gezondheidsbevordering, preventie en campagne-onderzoek (39%) is
gericht op gezondheidswerkers of niet-gezondheidswerkers
- Een meerderheid van het onderzoek naar gezondheidsinformatie (77,6%) is gericht op niet-
gezondheidswerkers
An integrative model of behaviour
- Komt voort uit Theory of Planned Behaviour, maar niet helemaal compleet
- Helpt om iets om te zetten in gezondheidscommunicatie
- Welke determinanten belangrijk zijn hangt af van het type gedrag, het type doelgroep, het
type cultuur, de interactie tussen bovengenoemde factoren, etc.
- Environmental factors (1), intention (2) en skills & abilities (3) zijn van belang voor het
uiteindelijke gedrag dat iemand vertoont
- Regen (1) en een gebroken been (3) zorgen ervoor dat je niet gaat hardlopen terwijl
je van plan was (2) om drie keer per week te gaan hardlopen
3
, - De behavioural beliefs (= waar je zelf van overtuigt bent, NIET anderen) & outcome
evaluations (4) bepalen je attitude (5)
- Je moet ergens aan doodgaan (4) dus waarom zou ik stoppen met roken? (5)
- Normative beliefs & motivation to comply: wat vinden anderen ervan?
- Deze bepalen de “algemene” normen (van maatschappij, familie, vrienden, etc.)
= Perceptie die jij hebt wat jij denkt dat anderen vinden wat je moet doen
- Schaamte valt daar deels onder: je denkt dat een bepaald gedrag in je
omgeving niet geaccepteerd wordt
- Een SOA-test doen bijvoorbeeld
- Maar bij sportgedrag is het wat anders
- Schaam ik mij als ik ga sporten, tegenover anderen
- Self-efficacy: of je in staat bent om iets te doen
- Geen echte relatie tussen background influence en gedrag
- Als iemand een sterke commitment/intentie heeft om bepaald gedrag uit te voeren+ de skills
& abilities heeft + er geen environmental factors zijn die zorgen dat het gedrag niet uitgevoerd
kan worden dan is er een hele hoge kans dat het gedrag uitgevoerd zal worden
- Determinanten van intentie:
1. Attitude richting gedrag
2. Perceived norms richting het uitvoeren van het gedrag
3. Self-efficacy richting vertonen van gedrag
Deze determinanten zijn functies van onderliggende beliefs
- Beliefs:
1. Behavioural beliefs & Outcome evaluations
= Hoe meer je gelooft dat vertonen van gedrag zorgt voor ‘goede’ uitkomsten
+ voor het voorkomen van ‘slechte’ uitkomsten
hoe meer ‘favorable’ je attitude richting vertonen van gedrag
2. Normative beliefs & Motivation to comply
= Hoe meer je gelooft dat bepaalde anderen het gedrag (niet) uitvoeren
+ dat deze belangrijke anderen vinden dat je het betreffende gedrag wel of niet zou
moeten uitvoeren
+ hoe meer je gemotiveerd bent om te zijn zoals die anderen/aan die specifieke
anderen te voldoen
hoe meer sociale druk je zal voelen (of hoe sterker de subjectieve norm)
m.b.t. het wel of niet uitvoeren van het gedrag
3. Control beliefs & Perceived power
= hoe meer je waarneemt dat je het gedrag kan (je hebt de nodige vaardigheden en
capaciteiten), zelfs bij specifieke barrières of obstakels
Des te sterker zal je zelfeffectiviteit zijn met betrekking tot het uitvoeren
van het gedrag
- Intention-behaviour gap
- Meeste mensen hebben de intentie om te bewegen (79%)
- Maar de helft daarvan heeft moeite om het daadwerkelijk te vertalen van
intentie naar gedrag (46%)
- Verklaring voor deze gap: environmental factors (regen, sportschool te duur, geen
sportschool in de buurt) en skills (wat te doen, geen conditie) & abilities (blessure)
spelen een rol
- Environmental factor kan ook sociale factor zijn: je buurvrouw neemt je altijd
mee met sporten/je vrienden sporten niet meer mee en je wilt niet alleen
4