Scapula (schouderblad)
- Schouderbot achterkant (groot bot)
- Goed toegankelijk voor inspectie en palpatie
Spina scapulae
- Aan de dorsale zijde van de scapula
- Naar dorsaal gaat het acromion over in de spina scapulae
- Een uitstekende botrichel die goed palpabel is
- Bij deze overgang vormend de laterale rand van het acromion en de spina scapulae een duidelijk
waarneembare hoek angulus acromialis
- Bijna in iedere stand van de scapula goed zichtbaar
Acromion
- Articuleert met de extremitas acromialis van de clavicula, waarbij het acromion verder naar
ventraal reikt
- Randen van de bovenzijde van het acromion zijn goed te palperen
- Angulus acromialis
o Overgang waarbij de laterale rand van het acromion en de spina scapulae een duidelijk
waarneembare hoek vormen
Angulus inferior
- Dorsale zijde van de scapula
- Goed te inspecteren wanneer de proefpersoon bij ontspannen musculatuur de gebogen arm op
de rug heeft liggen. De scapula is dan wat geretraheerd en gemedioroteerd, maar bovenal
gekanteld om een longitudinale as waarbij de margo medialis iets naar dorsaal is verplaatst, zo
worden deze en ook de angulus inferior beter zichtbaar
Margo medialis
- Ook voor een deel zichtbaar aan de dorsale zijde van de scapula
- Op dezelfde manier te inspecteren als de angulus inferior
- Het is tijdens deze beweging ook mogelijk dat het deel van de margo medialis dat craniaal van de
spina scapulae ligt, en eindigt op de angulus superior zichtbaar wordt
o Dit is in rust niet mogelijk door een lichte knik in het craniale deel van de margo medialis.
De pars transversa van de m. trapezius onttrekt dan dit craniale deel van de margo
medialis meestal aan inspectie en palpatie
- Bij het zijwaarts en voorwaarts heffen van de arm wordt de scapula gelateroroteerd. Deze
beweging is in het eerste deel duidelijk waarneembaar aan de angulus inferior en de margo
medialis. Geleidelijk vindt echter een steeds betere passing plaats van de scapula aan de vorm
van de thoraxwand, zodat zelfs de palpatie van de angulus inferior en de margo medialis lastig
wordt
Margo lateralis
- Voor een deel te palperen vanaf de angulus inferior. Het craniale deel van de margo lateralis is
bereikbaar in de driehoekige ruimte tussen de m. teres major, de m. infraspinatus/m. teres minor
en het caput longum van de m. triceps brachii.
- Hiervoor zijn een diepe palpatie, onspannen musculatuur en een wat gelateroroteerde positie
van de scapula. Noodzakelijk
o Dit wordt bijvoorbeeld bereikt door de proefpersoon met de arm op. De schouder van de
onderzoeker te laten leunen
o Deze palpatie levert ook een oriëntatie op over de ligging van de cavitas glenoidalis
Processus coracoideus (ravebekuitsteeksel)
, - Belangrijk uitsteeksel van de scapula
- Vormt de aanhechtingsplaats voor veel ligamenten en spieren
- De brede basis ligt op het laterale deel van de margo superior en is ontoegankelijk voor palpatie
- Vanaf de basis loopt de haakvormige processus in ventrolaterale richting. De top ligt enige
centimeters caudaal en ventraal van de clavicula in de schouderronding
- Bij de palpatie wordt uitgegaan van het trigonum clavipectorale
o Direct lateraal van de onderpunt van dit trigonum is de top van de processus coracoideus
door de pars clavicularis van de m. deltoideus te palperen (dit wordt moeilijker wanneer
de musculatuur meer ontwikkeld is, is dus vaak makkelijker te palperen bij vrouwen dan
bij mannen)
o De processus is over een relatief grote afstand te volgen in de richting van zijn basis.
Daartoe palpeert men diep in het trigonum en oefent druk uit in dorso-laterale richting.
o Ontspannen musculatuur en een geprotraheerde positie van de scapula
vergemakkelijken de palpatie
o Tijdens abductie van de arm is te voelen dat de top van de processus coracoideus in de
richting van het trigonum draait en daar palpabel wordt
Clavicula (sleutelbeen)
- De s-vormige contour van de clavicula is goed waarneembaar
o S-vormig in ventro-dorsale richting
o Aan de mediale zijde is naar ventraal convex (bol)
o Het laterale deel is naar ventraal concaaf (hol)
o Het diepste deel van de concaviteit bevindt zich op ongeveer 4/5 van de lengte van de
clavicula, op deze hoogte bevindt zich, aan de dorso-caudale zijde van de clavicula, het
tuberculum conoideum
- Het is zichtbaar dat het laterale uiteinde, de extremitas acromialis, wat hoger ligt dan het mediale
uiteinde, de extremitas sternalis
Extremitas sternalis
- Meestal goed zichtbaar doordat het craniale deel ervan uitsteekt boven het sternum (borstbeen)
Extremitas acromialis
- Vaak is de extremitas acromialis wat verheven ten opzichte van het acromion, maar de overgang
van de clavicula in het acromion kan ook heel vloeiend zijn
- Het komt voor dat er lateraal wel een duidelijke verhevenheid is, maar dat zowel de clavicula als
het acromion hieraan deelnemen
Corpus claviculae
- Lichaam van het bot
Humerus
- Bot van de bovenarm
Tuberculum minus
- In de anatomische stand ligt het tuberculum minus ongeveer mid-ventraal op de humerus
- Meestal goed te lokaliseren dankzij de processus
- Het wordt overdekt door naar distaal verlopende strengen van de pars clavicularis van de m.
deltoideus en door de insertie van de m. subscapularis
- Controle op de palpatie wordt uitgeoefend door de bovenarm te endoroteren. Hierbij blijft de
processus coracoideus op zijn plaats terwijl het tuberculum minus naar mediaal wegdraait. Onder
de palperende vingers wordt dan eerst de inzinking van de sulcus intertubercularis en vervolgens
het tuberculum majus voelbaar
- Vanaf het tuberculum minus loopt de crista tubereculi minoris naar distaal, deze is niet te
palperen
Tuberculum majus
- Veel groter dan het tuberculum minus
- In de anatomische stand ligt het grotendeels lateraal en direct distaal van het acromion
- Bij benadering ligt hij in hetzelfde transversale vlak als het tuberculum minus
, - Het wordt gepalpeerd door de pars acromialis van de m. deltoideus en de insertiepezen van de
manchetspieren heen
- Het bovenste deel van het tuberculum majus draait bij retruflexie van de arm wat verder onder
het acromion vandaan
- Vanaf de voorrand van het tuberculum majus loopt de crista tuberculi majoris naar distaal. Zij
gaat over in het ventrale deel van de v-vormige tuberositas deltoidea. Dit is palpabel aan de
voorrand van de m. deltoideus, de crista zelf is niet te palperen
Gewrichten
Lig.coracoacromiale
- Vormt samen met het acromion het schouderdak
- Verloopt tussen het laterale deel van de voorste helft van de processus coracoideus en de ventro-
mediale rand van het acromion
- Dit deel van het acromion sluit direct aan op de art. acromioclavicularis
- Het ligament is voornamelijk te palperen in de buurt van de processus coracoideus. Het ligt onder
de m. deltoideus waarvan de vezels bij benadering loodrecht worden gekruist
o Bij dwarse palpaties is verwarring met de m. deltoideus te voorkomen
Art.acromioclavicularis
- Ligt met zijn craniale zijde grotendeels subcutaan
- De vorm van het acromion vertoont grote interindividuele verschillen, hetzelfde geldt voor de
gewrichtsvlakken van de art. acromioclavicularis
- Palpatie
o Bij de lokalisatie van de gewrichtsspleet wordt uitgegaan van de laterale rand van het
acromion. Wanneer deze naar ventraal wordt gevolgd blijkt het acromion te eindigen in
een wat afgeronde punt. Draait nu de palperende vinger in medio-dorsale richting om
deze punt heen dan wordt het ventrale uiteinde van de gewrichtsspleet bereikt
o De gewrichtsspleet is van ventraal af vaak als een kleine inzinking voelbaar
o Het dorsale uiteinde van de gewrichtsspleet bevindt zich in de goed palpabele hoek
tussen de craniale rand van de spina scapulae en de dorsale rand van de clavicula. Hier
heeft de m.trapezius een deel van zijn insertie
o Om de gewrichtsspleet met zekerheid te palperen zijn bewegingen in de schoudergordel
noodzakelijk
Wanneer de schouders naar achteren worden getrokken treedt een retractie op
van de scapula ten opzichte van de clavicula. Deze is met name bij het ventrale
uiteinde van de gewrichtsspleet goed te palperen
Nog duidelijker is dit fenomeen wanneer de beweging wordt uitgevoerd in een
positie van protractie (instructie proefpersoon: draai de gebogen arm zo ver
mogelijk om eigen romp terwijl zoveel mogelijk contact tussen romp en
onderarm blijft bestaan)
Extreme exorotatie van de humerus brengt het acromion omhoog ten opzichte
vaan de clavicula. De eventueen verhevenheid van de clavicula wordt daardoor
afgevlakt. Dit is vaak zichtbaar en in ieder geval palpabel
Ook passief is een verplaatsing tussen acromion en clavicula te bewerkstelligen:
daartoe wordt de clavicula. Met een hand gefixeerd en de (gebogen) arm van de
proefpersoon met de andere hand verticaal omhoog bewogen. Met een vinger
van de fixerende hand op de gewrichtsspleet wordt de craniale verplaatsing van
het acromion vastgesteld
o De ligamenten van de art.acromioclavicularis kunnen niet worden geïdentificeerd
Lig.acromioclaviculare
- Subcutaan gelegen
- Kan niet worden geïdentificeerd
, - Loopt tussen acromion en laterale uiteinde van de clavicula
Lig.trapezium/Lig.conoideum
- Onderdelen van lig.coracoclaviculare
- Hechten aan op de dorsale helft van de proc.coracoideus en de dorsale helft van de extremitas
acromialis claviculae
- Bij een poging de ligamenten te benaderen wordt uitgegaan van de diepe mediale zijde van de
proc.coracoideus verwarring met de tractos coracoclavicularis behoeft niet op te treden omdat
deze een heel ander verloop heeft
Art.sternoclavicularis
- Gewricht tussen clavicula en het sternum
- Goed toegankelijk voor inspectie en palpatie
- Aan de kom van het gewricht neemt, naast het sternum, ook hett kraakbeen van de eerste rib
deel. Een klein deel van het gewrichtsoppervlak van de clavicula bevindt zich dan ook op de
onderzijde daarvan
- Het totale gewrichtsoppervlak van de clavicula is aanzienlijk groter dan dat van het sternum.
Ongeveer een derde deel steekt boven het sternum uit
- Het claviculaire gewrichtsoppervlak is convex in verticale en enigszins concaaf in horizontale
richting
- Hoewel voor het sternale oppervlak het omgekeerd geldt zijn de kop en kom niet
congruent(passend)
o Deze congruentie wordt vergroot door een discus, die, evenals de
gewrichtsoppervlakken, bestaat uit vezelig kraakbeen. De discus is rondom bevestigd aan
het gewrichtskapsel en bovendien aan het kraakbeen van de eerste rib
- De bewegingen tussen clavicula en discus zijn uitgebreider dan die tussen discus en sternum
- Inspectie en palpatie
o Bij inspectie is de welving van art.sternoclavicularis waar te nemen. Dikwijls is te zien dat
het claviculaire deel naar craniaal en naar ventraal uitsteekt
o De sternale kop van de m.sternocleidomastoideus loopt vaak goed zichtbaar, direct
mediaal van dit uitstekende deel lang. Eventueel valt deze onderlinge relatie nog te
verduidelijken door een heterolaterale rotatie van het hoofd
o De palpatie van de gewrichtsspleet gaat uit van het uitstekende deel van de clavicula.
Door van hieraf de rand van de clavicula naar caudaal te volgen glijdt de palperende
vinger tussen de benige randen van sternum en clavicula
De breedte van deze inzinking is afhankelijk van de dikte van de discus
o De gewrichtsspleet loopt met een lichte boog naar lateraal. Hij is nog duidelijker te
voelen wanneer de clavicula wordt bewogen, zoals tijdens een draaiende beweging van
de schouder (circumductie van de clavicula)
- Ook van de bewegingsbaan die het claviculaire gewrichtsdeel beschrijft is door palpatie een
indruk te verkrijgen
o Zo. Beweegt bij het ophalen van de schouder dit uiteinde naar caudaal waardoor de
overgang tussen sternum en clavicula vloeiend wordt. In het overgangsgebied is de
discus nu soms te palperen als een wat verende stand
o De vergrote toegankelijk van de discus lijkt toe te schrijven aan het feit dat de genoemde
beweging in hoofdzaak plaatsvindt tussen de clavicula en de wat caudaal gelegen discus.
De clavicula beweegt als het ware naar. De rand van de discus toe
o Overigens is over de palpatie van de discus moeilijk zekerheid te verkrijgen gezien de
bedekkende bindweefselstructuren
- Bij protractie van de clavicula beweegt haar gewrichtsuiteinde naar dorsaal. Ook nu komt een
vloeiende overgang tussen sternum en clavicula tot stand
- Wanneer de elevatie is opgenomen in bewegingen van de bovenste extremiteit als geheel, zoals
het zijwaarts heffen van de arm, treedt de beschreven daling van het claviculaire
gewrichtsuiteinde niet op. Hieruit blijkt dat het om wezenlijk verschillende componenten gaat in
de ene en de andere sort beegingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maykehoutman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.