Samenvatting Blok 1 - Methodes en Theorieën van Journalism Studies - TomasDZH
Rode cijfers zijn bladzijdenummers voor het boek Methoden voor Journalism Studies.1
(9) Wat is Journalism Studies?
Journalism studies is de wetenschap die het communicatieproces tussen producten en
consumenten bestudeert (journalistiek). De journalistieke praktijk en inhoud en de
maatschappelijke gevolgen daarvan worden onderzocht.
Zes benaderingen voor het bedrijven van journalistiek op een wetenschappelijke
manier:
1. Vorm: welke mediatechnieken gebruikt worden om te communiceren, van internet
tot radio, televisie en de krant en mengvormen daarvan.
2. Inhoud: waar journalistiek over spreekt. We maken onderscheid tussen hard
nieuws (feitelijke informatie met actualiteitswaarde en maatschappelijk belang, van politiek
tot aan het verkeer) en zacht nieuws (een nadruk op interesses, van koken en reizen tot aan
sport).
3. Stijl: de journalistieke stijlvorm. Momenteel ligt de voorkeur bij een
waarheidsgetrouwe, accurate, evenwichtige en neutrale weergave van feiten. Dit gebeurt
enkel in theorie. Ik werkelijkheid is feitelijkheid een construct, omdat er altijd subjectiviteit
komt kijken bij nieuws.
4. Functie: de taak van journalisten om de samenleving te informeren, mobiliseren en
beschermen tegen misbruikt van de macht, door feiten en opinies duidelijk te maken.
5. Producenten: de journalisten zelf. Tegenwoordig is de tweedeling tussen
professionals en amateurs aan het vervagen, maar journalisten zien zichzelf nog steeds als
vakmensen, die doen aan vakmanschap.
6. Consumenten: de mensen die het nieuws consumeren.
(11) Journalistiek is alle vormen van informatieverspreiding ten behoeve van het publiek en
alle methoden die daarbij gehanteerd worden. Dit communicatieproces is grote veranderingen
(14) aan het ondergaan: de grens tussen producent en consument vervaagt, advertentie-
inkomsten, oplages en kijkcijfers dalen, journalisten experimenteren met nieuwe media,
formats en inhoud.
Journalism Studies is de wetenschappelijke context waarin dit alles wordt bestudeerd
en is een parapluterm (12) van de wetenschappelijke studie van de journalistiek. De
oorsprong (13) van de traditie ligt in de Anglo-Amerikaanse wereld, maar is vrij jong. Het
vakgebied is momenteel aan het ontwikkelen (14), formaliseren en professionaliseren.
(29) Bevragen: focusgroepen
De focusgroep is een kwalitatieve interviewmethode waarmee onderzoekers een kleine groep
mensen bevragen. Met een focusgroep probeer je uit te vinden hoe mensen denken over
onderwerpen. Dit veronderstelt thematische focus. Een focusgroep zit er meestal uit als een
tafelgesprek, waar zes tot acht mensen één onderwerp bespreken op een grondige, diepgaande
manier. Dit gesprek wordt begeleid door een gespreksleider (31). Deze
gespreksleider/moderator probeert te zorgen voor een goede interactiedynamiek (32), wat
bepaalt hoe deelnemers elkaar in het gesprek beïnvloeden.
Een focusgroep blijft echter een wetenschappelijke methode en het gesprek moet dan
1
Willem Koetsenruijter, Tom van Hout, Methoden Voor Journalism Studies (2018).
1
, Samenvatting Blok 1 - Methodes en Theorieën van Journalism Studies - TomasDZH
ook systematisch, transparant en herhaalbaar zijn (33). Je doet dit door een goed draaiboek te
gebruiken.
De focusgroep is een kwalitatieve methode. Uit een focusgroepgesprek komt gesproken
date, wat bij definitie kwalitief is. Het gaat hier om lastig meetbare zaken zoals standpunten,
nuances, percepties, waarden, normen en opvattingen. Dit is ook het doel van focusgroepen:
de onderzoeker wil deze dingen juist in kaart brengen en de betekenisgeving (30) van
onderzochten leren kennen. Focusgroepen beperking zich daarom altijd tot één thema of
onderwerp (30), maar dit moet wel breed genoeg zijn om bespreekbaar te zijn.
(35) Wanneer zet je een focusgroep in? De focusgroepmethode kan zowel ondersteunend
als zelfstandig gebruikt worden. Zelfstandig inzetten dient om te verkennen en te verdiepen
bij thema’s waarover weinig bekend is. Ondersteunend wordt de methode gebruikt als
voorbereiding of bevestiging van een ander, grootschalig onderzoek. De uitkomsten dienen
dan om survey- en interviewvragen te genereren. Bladzijde 35 geeft voorbeelden van vragen
die je met de focusgroep kan beantwoorden.
(36) Stappenplan voor een focusgroep
1. Bepaal je onderzoeksobject: belangrijk is dat je onderzoeksobject een afgebakend
probleem, thema of onderwerp is dat inhoudelijk voldoende te bieden heeft.
2. Formuleer een onderzoeksvraag gericht op het achterhalen van verschijnselen die
zich afspelen op groepsniveau en op het achterhalen van onderwerpen die normatief geladen
zijn.
3. Bepaal je steekproefkader, de lijst van mensen waaruit je deelnemers
rekruteert, en de omvang (37) van deze groep.
4. (37) Stel groepen samen afhankelijk van je onderzoeksdoelstelling. Wil je je groep
homogeen of heterogeen?
5. (38) Zorg voor een locatie en plan het aantal sessies, (39) bewaak de tijd en stel
een interviewgids op. Deze interviewgids zorgt voor structuur en bepaalt het verloop van de
sessie.
6. (41) Verzamel je data. Op bladzijde 41 staan de zes manieren om dit te doen van
Krueger en Casey, van veldnotities tot audiodata.
7. (42) Analyseer. Je kunt kijken naar inhoud en zo de data aan kwalitatieve
inhoudsanalyse onderwerpen. Je kunt ook richten op groepsdynamiek en de interactie tussen
deelnemers analyseren. De manieren om je data/teksten te onderzoeken zijn eindeloos, maar
het boek (43) behandelt framing (141) en grounded theory (152), een manier om theorie of
verklaringen te genereren.
De analyse van kwalitatieve data kent een systematisch verloop (43). (1) Je neemt je
data aandachtig door. (2) Je categoriseert je data: axiaal coderen (44 - 152). (3) Je gaat
selectief coderen (44): de verschillende categorieën integreren in een theoretisch model.
8. (46) Doe rapportage.
(49) Bevragen: surveys
Een survey/enquête is een manier om systematisch grote groepen mensen over
uiteenlopende onderwerpen te ondervragen. Hierbij wordt gezocht naar kwantitatieve
resultaten, die uitgedrukt kunnen worden in cijfers en percentages. Je wilt zo uitspraken
2