100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Jeugdhulpverlening Strafrecht Minor WIGK €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Jeugdhulpverlening Strafrecht Minor WIGK

2 beoordelingen
 120 keer bekeken  8 aankopen

8,5 gehaald voor tentamen met deze samenvatting. Samengevatte literatuur: Les 1: - Artikel Focus op jeugdcriminaliteit Hoofdstuk 2 en 4 Les 2: - Artikel Raad voor de Kinderbescherming Les 3: - Boek: Een delictvrije toekomst Hoofdstuk 1 en 2 Les 4: - Artikel Jeugdreclassering Les 5: - ...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • 16 oktober 2020
  • 36
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: sterrekroesbergen • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: marithslomp • 3 jaar geleden

avatar-seller
mariloudegans
Tentamen Jeugdhulpverleningn Strafrechtelijke hulpverlening
Tentamen open vragen.

Bijeenkomst 1
- Artikel Focus op jeugdcriminaliteit. Inleiding voor de beroepspraktijk.
Hoofdstuk 2 en 4

Bijeenkomst 2
- Artikel Raad voor de Kinderbescherming

Bijeenkomst 3
- Boek: Een delictvrije toekomst Hoofdstuk 1

Bijeenkomst 4
- Artikel Jeugdreclassering
- Boek: Een delictvrije toekomst Hoofdstuk 2

Bijeenkomst 5
- Boek: Wat werkt in de gesloten jeugdzorg hoofdstuk 1, 2, 5, 8 en 9
(gaat voornamelijk over Methodiek)

Bijeenkomst 6
- Boek: Wat werkt in de gesloten jeugdzorg hoofdstuk 11, 13, 14, 15 en 18

Powerpoints van lessen en tips van docent zijn toegevoegd in samenvatting.




1

,Artikel Focus op jeugdcriminaliteit hoofdstuk 2. Wat is jeugdcriminaliteit?
2.1 Naar een heldere definitie.
In ons land is er sprake van scherpe leeftijdsgrenzen als het gaat om de vraag wat strafbaar
gedrag is of niet en als het gaat om de vraag wat jeugdcriminaliteit is en wat niet. De kern
van ons strafrecht is dat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid met het toenemen van de
leeftijd groter wordt. In het kort komt het op het volgende neer:
- Onder 12 jaar is er geen strafrechtelijke verantwoordelijkheid en zijn jeugdigen niet
vervolgbaar.
Er wordt gesproken van kinderdelinquenten of twaalf-minners. Wanneer een jongere onder
12 jaar een strafbaar feit pleegt, wordt er bij aanhouding door de politie geen proces-verbaal
opgemaakt. Er wordt vanuit gegaan dat een pedagogische aanpak meer op zijn plaats is,
dus verwijzen naar vrijwillige hulpverlening. Ze komen dus niet voor in de statistieken van
politie, maar het wordt bij de RvdK geregistreerd als verdacht of opvoedingszaak. Halt- stop
reactie.
- Van 12 tot 18 jaar spreken we van strafrechtelijke minderjarigen op wie het
jeugdstrafrecht van toepassing is.
- Vanaf 18 jaar geldt het algemeen strafrecht; het volwassenstrafrecht.

Het jeugdstrafrecht is geen aparte wet, maar een serie wettelijke bepalingen binnen het
algemene strafrecht. Er zijn bepalingen die van toepassing zijn op de categorie personen op
wie het jeugdstrafrecht van toepassing is.
Crimineel gedrag van jongeren dat volgens het jeugdstrafrecht te benoemen valt als
jeugdcriminaliteit lopen dus van 12 tot 18 jaar.

Wetsdelict/overtredingen= Zij gaan niet in tegen het rechtsgevoel van mensen.
Rechtsdelict/misdrijf= zij gaan in tegen het algemeen rechtsgevoel van de burger. Ernstige
misdrijven is geweld, zeden, inbraken en brand. Kleine misdrijven zijn vuurwerk, vandalisme,
vechtpartij, wapenbezig, eenvoudige diefstal.

Wat is jeugdcriminaliteit? Jeugdcriminaliteit verwijst naar gedrag van jongeren van 12 tot 18
jaar waarbij bepaalde (in wetboeken vastgelegde) vormen worden overtreden en waarop een
straf staat.
De leeftijdsgrens ligt niet precies vast op 18 jaar. In ons land is het mogelijk dat een jongere
(vaak 16 of 17 jaar) ook gestraft kan worden onder het volwassenenstrafrecht. Het om
gevallen waar men dat gezien de persoon van de verdachte en de aard van het misdrijf
noodzakelijk acht (zoals ernstig zedenmisdrijven, extreem geweldsmisdrijven, etc). Het is op
een koele of berekende wijze gepleegd dat niet de kinderrechter of de jeugdofficier van
justitie, maar de officier van justitie en de rechter de zaak in behandeling neemt.

2.2 Jeugdcriminaliteit als containerbegrip
Ondanks de heldere definitie maakt het begrip geen onderscheid naar de aard van het
gepleegde delict en naar het type dader. Het is een containerbegrip.

Artikel Focus op jeugdcriminaliteit H4. De vele gezichten van jeugdcriminaliteit
Kickgedrag= Het overgrote deel van de gepleegde jeugdcriminaliteit is leeftijdgebonden en
het is, vooral voor jongens, vaak normaal gedrag in vriendengroepen.
Kenmerkend voor kickgedrag is de korte actieve periode van wetsovertreding.
Meelopers en harde kern= Slechts een klein deel gaat door met het plegen van meer en
ernstiger strafbare feiten; ze doorlopen langere criminele carrières en in sommige gevallen is
er sprake van carrièrecriminaliteit.
Betekenis voor deze daders is hun positie en identiteit.
Psychopathologische jeugddelinquent= Bij een deel van met name de harde kern jongeren
liggen psychologische problemen ten grondslag.



2

,4.1 Jeugdcriminaliteit als ‘normaal’ kickgedrag
Delinquentie is veelal ‘normaal’ gedrag, een vorm van tijdverdrijf. Het meedoen met de groep
is belangrijk om mee te tellen en delinquent gedrag werkt vaak als statusverhogend. Andere
aanleidingen zijn verveling, spanning, imponeren van meisjes, sensatiezucht en de kick.
Jongeren gaan experimenteren, ze zijn op alle fronten bezig om grenzen die door
volwassenen aan hun gedrag gesteld worden, te verkennen.
Over deze vorm van jeugdcriminaliteit wordt gezegd dat het een vervelend bijverschijnsel is
van een op zichzelf positief te waarderen ontwikkeling, namelijk het zoeken naar
gedragsgrenzen en het vinden van zelfcontrole.
Het type criminaliteit waaraan deze jongeren zich schuldig maken is gelegenheids-
criminaliteit= Bij het plegen van delicten maken ze gebruik van de gelegenheid die zich
toevallig voor doet in plaats van deze op te zoeken (zwartrijden, winkeldiefstal, vandalisme).
Kickgedrag wordt omschreven als ‘de gelegenheid maakt de dief’.
Bij het ouder worden verdwijnt het gedrag, er is sprake van crime de passage= het wordt
kinderachtig gevonden of de jongere wil zijn toekomst niet op het spel zetten met een
strafblad.

4.2 De harde kern
Een klein gedeelte vormt een uitzondering op bovenstaande vormen van crimineel gedrag.
De signalen daarvan zijn al vroeg zichtbaar; ‘jong geleerd, is oud gedaan’ of ‘zoals de
ouderen zongen, zo piepen de jongen’. Ze zijn op zeer jeugdige leeftijd in aanraking
gekomen met justitie. De jongeren hoeven vaak thuis niet te rekenen op een vervolgactie.
Dubbele moraal= als jongeren worden opgepakt kunnen ze rekenen op een flink pak slaag,
de woede is het feit dat ze zijn gepakt, niet zozeer om de daden. De hardekernjongeren
leren dat misdaad loont, de risico’s zijn gering en de baten zijn groot. Ze blijven vaak uit
handen van justitie en groeien tot volleerde en geroutineerde criminelen. Als we kijken naar
het soort delicten en de wijze waarop, worden twee dingen duidelijk:
- Het plegen van criminaliteit is een normaal onderdeel van hun leven
- Ze hebben daarbij een duidelijk doel voor ogen; geld (vermogensdelicten) of behoud
van status (handhaving binnen het criminele circuit).
Deze jongeren hebben een inzicht in de risico’s van het vak, ze weten wat de pakkans van
verschillende soorten delicten is en ze proberen deze zo klein mogelijk te houden.
Bij aanhouding en verhoor hebben ze de tactiek dat ze ontkennen of hun mond stijf
dichthouden. Deze jongeren zijn te kwalificeren als calculerende daders die steeds een
kosten-batenafweging maken. Delicten worden vaak goed voorbereid en de jongeren
beschikken ook over meer skills om delicten succesvol te plegen.

Een belangrijk neveneffect van hun criminele levenswandel is dat deze symbolisch wordt
voor hun positie. Ze krijgen een steeds geringere band met de conventionele maatschappij.
Ook de relaties met belangrijke maatschappelijke verbanden zijn zwak of afwezig. Het
gevaar bestaat dat ze afdrijven naar subculturen of marginale groepen waar het plegen van
veel en ernstige delicten gewoon is.

Samenvattend zijn ten aanzien van het gedrag ven de harde kern de volgende punten
opvallend:
- Begin op jonge leeftijd= vanaf 6e of 7e.
- Criminaliteit loont en de pakkans is klein
- Contacten in het criminele circuit
- Afwijkend toekomstperspectief= aangepaste maatschappelijke carrière

4.3 De status van meelopers; rekruten of afzwaaiers
Er is een groep jongeren, de meelopers, die in veel opzichten op de harde kern lijkt. Ze
kunnen op grond van crimineel gedrag niet of niet meer tot de harde kern gerekend worden.
Deze jongeren zijn te karakteriseren als ‘rekruten’= ze solliciteren naar lidmaatschap van de


3

, hardekerngroep- of als ‘afwaariers’= ze behoorden vroeger tot de harde kern en houden zich
nu meer op in de periferie.
Bij vergelijking van de harde kern en de meelopers zien we dat beide groepen zich in een
aantal opzichten van elkaar onderscheiden.
Ondanks beide groepen veelvuldig betrokken zijn bij geweldsdelicten, wijst het gedrag van
de meelopers eerder in de richting van agressief vertoon (openlijk / provocerend intimideren).
De harde kern is in conflicten meer berekend en zal hard en efficiënt handelen. Deze
jongeren treffen voorbereidingen .
Het onderscheid komt vooral tot uiting in de fundamentele kenmerken zoals sociale binding
en normbesef. Het gedrag van meelopers is meer van incidentele aard en hebben een
expressieve criminaliteitsstructuur. Er is vaak sprake van groepsgewijs optreden waaraan
weinig planning vooraf is gegaan. Als we harde kern, meelopers en gelegenheidsdaders
vergelijken: Zie afb.

4.4 De psychopathologische jeugddelinquent
Zoals de definitie van criminaliteit afhankelijk is van plaats en tijd, zo geldt dat ook voor het
begrip stoornis. In de psychopathologie is er sprake van stoornis als er voldaan is aan
voorwaarden:
1. Het betreft een abnormaal verschijnsel. Wijkt af van sociale norm en wat normaal is.
2. De stoornis brengt ongemak, lijden of bezorgdheid teweeg bij de betrokkenen of
omgeving.
3. De kenmerken van de stoornis dienen te passen binnen het geldende
wetenschappelijke begrippenkader. Over stoornis moet overeenstemming bestaan.
4. Er moet sprake zijn van een aanhoudend probleem (niet gebonden aan periode)
Delinquentie op zichzelf is geen psychiatrische stoornis.
De cijfers van onderzoek onderstrepen dat naarmate we verder in de strafrechtsketen
komen, er ook meer sprake is van pathologische stoornissen. Ook neemt de ernst van de
pathologische stoornissen toe.

Voorkomende psychische stoornissen bij jeugdige delinquenten in relatie tot delinquent
gedrag:
Zwakbegaafdheid en verstandelijke handicap ; Onder jeugdige delinquenten zien we relatief
meer zwakbegaafdheid en verstandelijke handicaps. IQ minder dan 70 en tekorten of
beperkingen zijn in het aanpassingsgedrag (communicatie, zelfverzorging, nemen van
beslissingen). Uit onderzoek wetn we dat van alle voorgeleide jongeren ongeveer 9% een
verstandelijke handicap heeft. Verminderde verstandelijke vermogens worden wel
meegewogen bij een strafmaatregel, maar er zijn weinig voorzieningen, afleerstraffen die
hier aandacht aan besteden.
Alcohol en drugsmisbruik; Dit maakt deel uit van het experimenteergedrag. Delinquente
jongeren gaan alleen verder. Ruim 1 op de 5 maakt melding van problematisch gebruik. Of
hier sprake is van een stoornis (afhankelijkheid) is niet duidelijk. Vaak wordt gesuggereerd
dat delinquentie noodzakelijk is om drugs/alcohol te bekostigen of dat beide deel uitmaken
van risicovolle levensstijl.
ADHD; ADHD kenmerkt zich door 3 clusters symptomen. (1) aandacht (2) impulsiviteit (3)
hyperactiviteit. ADHD komt vaker voor bij delinquente jongeren, zo vormt de combinatie van
ADHD met agressief gedrag op jonge leeftijd een redelijke indicator voor later crimineel
gedrag. Ook de combinatie met antisociaal gedrag en ADHD komt vaak voor. ADHD kan de
basis leggen van crimineel gedrag op latere leeftijd, er is waarschijnlijk sprake van een
ketemeactie. ADHD leidt ertoe dat kinderen zich slechter aanpassen aan de sociale
omgeving en daardoor vaker in conflict komen. Op langere termijn kan dit leiden tot
verdergaande ontsporing. De omgeving is bepalend.
Gedragsstoornissen; Twee subgroepen: (1) Oppositionele of opstandige stoornissen
(vijandigheid, dwars gedrag, ontkennen) (2) antisociale gedragsstoornis. (weglopen,
spijbelen, liegen). Kinderen met frequent of ernstig antisociaal gedrag blijken ook degenen te
zijn die een grotere kans lopen om in de toekomst gewelddadig gedrag te vertonen.

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariloudegans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73314 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  8x  verkocht
  • (2)
  Kopen