100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Studievragen Jeugd en Recht €2,99
In winkelwagen

Antwoorden

Studievragen Jeugd en Recht

1 beoordeling
 26 keer bekeken  1 keer verkocht

Studievragen week 40-42 van de cursus Jeugd en Recht. Dit zijn mijn antwoorden gehaald uit de literatuur, geen garantie dat deze correct zijn.

Voorbeeld 2 van de 11  pagina's

  • 18 oktober 2020
  • 11
  • 2020/2021
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (3)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: melinastoker • 4 jaar geleden

avatar-seller
verastrijker
Jeugd en Recht 2020-2021

Studievragen week 40

W.M. Schrama, ‘Aanpassing afstammings- en gezagsrecht gewenst voor ongehuwd
samenwonende ouders’

1. De auteur geeft op p. 30 aan: ‘De vraag is in hoeverre beide rechtsgebieden zich voldoende
hebben aangepast aan de maatschappelijke veranderingen.’
a. Met ‘beide rechtsgebieden’ worden hier het afstammingsrecht en het gezagsrecht
bedoeld. Wat regelen deze rechtsgebieden?

Beide zijn van oorsprong uitsluitend op het huwelijk gericht. Het afstammingsrecht handhaaft de
(seksuele) moraal; het regelt wie de juridische ouders van een kind zijn. Eenmaal vader of moeder zijn
daaraan veel rechtsgevolgen verbonden, bijvoorbeeld in het naamrecht, erfrecht en nationaliteitsrecht.
Het gezagsrecht regelt wie de opvoedverantwoordelijkheid hebben voor een minderjarig kind.

b. Op welke maatschappelijke veranderingen doelt de auteur?

De maatschappelijke trend waarbij kinderen steeds minder vaak tijdens het huwelijk van hun ouders
worden geboren. Deze trend zet zich nog altijd voort maar het percentage stijgt de laatste jaren niet
meer zo snel.

2. Er worden drie doelen genoemd die met het afstemmings- en gezagsrecht in de huidige
maatschappelijke context worden nagestreefd (p. 34 e.v.).
a. Welke drie doelen zijn dit?

In de eerste plaats worden in het afstammings- en gezagsrecht verantwoordelijkheden geregeld:
duidelijk is welke volwassenen de verantwoordelijkheid dragen voor afhankelijke kinderen  zowel
rechtszekerheid als verantwoordelijkheidsbeginsel. Het beschermingsbeginsel speelt aldus in de
tweede plaats een grote rol, omdat kinderen bij hun geboorte zelf geen verantwoordelijkheid kunnen
dragen. Dit draagt in de derde plaats bij aan het doel van dit rechtsterrein om conflicten tussen de
ouders te voorkomen.

b. Welk probleem signaleert de auteur in het huidige afstemmingsrecht gelet op deze
doelen?

Niet alle kinderen hebben een jaar na de geboorte een vader. Voor de overgrote meerderheid van de
gevallen zijn er geen problemen met het afstammingsrecht: de kinderen hebben twee ouders, het is bij
de geboorte (of in het jaar van de geboorte) duidelijk wie dit zijn en het kind wordt aldus in rechte
beschermd, omdat het een moeder en een vader heeft. Het andere deel zal vermoedelijk naar de
rechter stappen om toestemming voor de erkenning te krijgen (nadat moeder toestemming heeft
geweigerd). Uit de rechtspraak kunnen we afleiden dat in een deel van deze gevallen tussen de
ouders een conflict ontstaat over de afstamming. Zolang de relatie van de ouders goed is, is die
rechtspositie van de ouders ten opzichte van het kind in feite niet relevant voor de dagelijkse gang van
zaken. Voor de moeder zijn er ook na scheiding geen problemen, omdat ze automatisch moeder is.
Het probleem doet zich voor bij de mannen, die bij de scheiding nog geen juridisch vader zijn, omdat
toestemming van de moeder vereist is voor de erkenning.
 Dit zet de verhoudingen tussen de ouders onnodig op scherp, terwijl het weigeren van
toestemming meestal niet het door de moeder gewenste resultaat oplevert

c. Voor wat betreft het gezagsrecht geeft de auteur aan dat het een probleem is dat
onnodige conflicten aan de rechter worden voorgelegd (p. 38). Wat bedoelt ze met
‘onnodige conflicten’?

Zaken waarbij ouders nog wel ouders zijn maar geen partner meer en waarin zij dus gezamenlijk
gezag uitoefenen, ook als hun relatie voorbij is.

, 3. Volgens de auteur zouden het afstemmings- en gezagsrecht (waarschijnlijk) nog beter
kunnen voldoen aan de doelen waarvoor deze rechtsgebieden in het leven zijn gesteld (p.
39). Welke regel stelt de auteur voor en welke voordelen van deze regel benoemt ze?

Regel: alle vaders die ongehuwd samenwonen met de moeder worden automatisch juridisch vader en
krijgen automatisch gezamenlijk gezag.
Voordelen van deze regel: (1) laagdrempeligheid  ouders hoeven helemaal niets te doen; (2) een
dergelijke regeling laat het afstammings- en gezagsrecht aansluiten bij een veelvoorkomende situatie
(rechtspositie van betrokkenen helder, geen conflict over de vraag of de vader het kind mag erkennen
of gezag mag krijgen); (3) lager conflictpotentieel  huidige recht biedt de moeder de mogelijkheid om
niet mee te werken = op voorhand al conflictmogelijkheden. Ander belangrijk punt: als je handelen
ertoe leidt dat er een kind geboren wordt, ben je beiden verantwoordelijk voor dat kind.

Optioneel:
De auteur eindigt met de woorden ‘Het woord is aan de Staatscommissie Herijking Ouderschap.’ (p.
43) In december 2016 is het rapport van deze Staatscommissie verschenen. Je kunt dit rapport vinden
op:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/12/07/rapport-van-de-staatsommissie-
herijking-ouderschap-kind-en-ouders-in-de-21ste-eeuw
Benieuwd wat de visie en het advies van de Staatscommissie is op de positie van de vader bij
ongehuwd samenwonende ouders? Zie p. 408-412 en p. 441-444 van het rapport.


De uitspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak
A.V./Slovenia

Deze uitspraak van het EHRM betreft een zaak waar het gaat over het contact tussen een vader en
zijn drie kinderen, nadat vader en moeder gescheiden zijn. De vader klaagt bij het EHRM dat zijn recht
op respect voor zijn family life (artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM)) is geschonden met de uitspraken van de Sloveense rechters (van het Kranj Dictrict Court en
van het Ljubljana Higher Court) om het contact tussen vader en kinderen te beëindigen en het niet
bevelen van familietherapie, en met het inadequate werk van de welzijnsautoriteiten (het Centre).
Het EHRM oordeelt in deze zaak dat er sprake is van een inbreuk op het family life. Volgens artikel
8 EVRM kan een dergelijke inbreuk gerechtvaardigd zijn als deze i) overeenkomstig de wet is, ii) een
legitiem doel dient, en iii) noodzakelijk is in een democratische samenleving. Het EHRM oordeelt dat
aan de eerste twee van deze criteria is voldaan. Vanaf par. 68 gaat het EHRM in op het derde
criterium.

1. In par. 69 t/m 74 benoemt het EHRM de algemene beginselen die gelden voor zaken zoals
de onderhavige, waaronder de positieve verplichtingen die gelden voor de Staat. Welke
positieve verplichtingen zijn dit (zie par. 73 en 74)?

Maatregelen nemen met het oog op de hereniging van ouders met hun kinderen en de verplichting om
dergelijke herenigingen te faciliteren, voor zover de belangen van het kind dicteren dat alles in het
werk moet worden gesteld om persoonlijke relaties in stand te houden en, indien en wanneer dat
gepast is, om het gezin weer ‘op te bouwen’. Het is een verplichting van middelen, niet van resultaat,
en kan voorbereidende of gefaseerde maatregelen vergen. Het vereist dat de autoriteiten maatregelen
nemen om de tegenstrijdige belangen met elkaar te verzoenen, waarbij de belangen van het kind
vooropstaan. Daarnaast is het belangrijk, in gevallen die betrekking hebben op de relatie van een
persoon met zijn/haar kind, om uitzonderlijk zorgvuldig te zijn, gezien het risico dat het verstrijken van
de tijd kan leiden tot een feitelijke vaststelling van de zaak. Deze plicht geldt niet alleen voor
procedures die betrekking hebben op de bepaling van het gezag en contactrechten, maar ook voor
procedures met betrekking tot de uitvoering van die rechten.

2. In par. 75 t/m 88 past het EHRM de algemene beginselen toe op de onderhavige zaak. Lees
par. 75 t/m 78 over onder andere de achtergrond van de zaak.
a. Wat is het oordeel van het EHRM over het werk van het Centre, rekening houdende met
het gedrag van vader en moeder (par. 79 t/m 84)? Vat dit kort samen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper verastrijker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd