Biomechanica
,Voorwoord
Wij, …. zijn eerste jaar ALO studenten op de HAN en hebben dit verslag samen geschreven. In het
begin hebben wij samen besproken om dit verslag op te delen. Zo had ieder een stuk om te doen, het
gedeelte waar hij goed in is, en konden we snel vooruit. Al gauw bleek dat dit plan werkte en dat we
elkaar op sommige vlakken ook goed konden aanvullen. Voor dit verslag te schrijven, hebben we een
aantal lessen op school gehad over biomechanica. Tijdens deze lessen hebben wij onze tijd goed
besteed, door vragen te stellen aan elkaar maar ook aan onze tutor over eventuele
vragen/onzekerheden. Voor dit verslag willen wij graag Mike Hurkx bedanken voor alle lessen, waar
de begripsbepalingen o.a. werden uitgelegd. Ook willen wij de turnvereniging uit Renkum bedanken,
want hier mochten wij onze les videofeedback laten plaatsvinden.
,Inhoudsopgave
Voorwoord .............................................................................................................................................. 2
Inhoud ..................................................................................................................................................... 4
Begripsbepalingen ................................................................................................................................... 5
Week 1................................................................................................................................................. 5
Assen en vlakken ............................................................................................................................. 5
Lichaamszwaartepunt (LZP) en steunvlak ....................................................................................... 5
Afstand, snelheid en versnelling ..................................................................................................... 5
Week 2................................................................................................................................................. 6
Drie wetten van newton.................................................................................................................. 6
Week 3................................................................................................................................................. 7
Momenten ....................................................................................................................................... 7
Vectoren .......................................................................................................................................... 7
free body diagram: .......................................................................................................................... 8
Week 4................................................................................................................................................. 8
Week 5................................................................................................................................................. 9
Krachten .......................................................................................................................................... 9
Stelling van Pythagoras ................................................................................................................. 10
Week 6............................................................................................................................................... 10
Momentum.................................................................................................................................... 10
Impulse: ......................................................................................................................................... 10
Week 7............................................................................................................................................... 10
Kinetische energie ......................................................................................................................... 10
Potentiele energie ......................................................................................................................... 10
Veerenergie ................................................................................................................................... 11
Motorische niveaus ............................................................................................................................... 12
Niveau 1 ............................................................................................................................................. 12
Motorische aanwijzingen .............................................................................................................. 12
Niveau 2 ............................................................................................................................................. 13
Motorische aanwijzingen .............................................................................................................. 13
Niveau 3 ............................................................................................................................................. 13
Motorische aanwijzingen .............................................................................................................. 14
Les met videofeedback .......................................................................................................................... 15
Bibliografie ............................................................................................................................................ 22
,Inhoud
Biomechanische principes geven een soort goede houvast om bewegingen te analyseren naar een
gerealiseerde activiteit waar zin min mogelijk middelen voor nodig zijn. Dit inzicht is voor een docent
SBO van belang, zodat zij weten waar in de beweging het niet optimaal verloopt. Ook kunnen ze
hierdoor een realistische beginsituatie en concrete beweegdoelen opstellen.
Als docent SBO is het o.a. van belang om motorische vaardigheden over te brengen aan leerlingen.
Deze motorische vaardigheden zijn voor sommige leerlingen alleen te hoog of te laag gegrepen. Als
docent SBO is het de taak om voor deze beweger een differentiatie te kunnen aanbrengen. Doordat jij
een goede kennis hebt van biomechanica, kun je met behulp van biomechanische principes een
bewegingsuitvoering moeilijker en makkelijker maken.
(HBO-raad vereniging van hogescholen, 2012)
Als er nu gekeken wordt naar onze stagebegeleider van onze stageschool, dan hebben wij daar een
bepaalde visie over, hoe zij biomechanica toepast in haar les. Zij gebruikt het vooral om op individu
van een leerling te differentiëren. Denk hierbij aan de tip, meer indraaien bij softbal zodat de bal
verder de lucht in gaat. Of nog een ander voorbeeld om de reuterplank te verplaatsen als je over een
lengte kast moet springen. Zo zijn er nog heel veel andere voorbeelden van mijn stagebegeleider, die
zij gebruikt om te differentiëren op een beweger. Verder houdt ze rekening in het algemeen met een
aantal biomechanische principes. Denk aan traagheid (zie Bepripsbepaling week 2) van bijvoorbeeld
een bal.
, Begripsbepalingen
Week 1
Assen en vlakken
(Kristelo, 2014) Er zijn 3 assen en 3 vlakken, dit is te zien op figuur 1. Als eerst is er
een transversaal vlak. Dit is als er een plaat recht door het midden van een buik
steekt en die er in de rug weer uitkomt. Dan is er als tweede het frontale vlak, dit
schijt de voorzijde van je achter zijde. Als laatst heb je dan het sagittaal vlak, dit gaat midden door het
lichaam en schijt de linker lichaamshelft van de rechter.
Dan zijn er ook nog drie assen, als eerst de longitudinale as. Dit kan je
zien alsof een pin van boven op het hoofd recht naar benden wordt
gestoken. Dan kan er alleen nog maar om die pin heen gedraaid Figuur 1 Vlakken en assen (BV, 2018)
worden. Op dat moment kan er alleen nog maar beweegt worden op het
transversale vlak. Als tweede is er de transversale as. Dit is alsof er een pin in de heup steekt en er
aan de andere kant weer uit komt. Dan kan er alleen nog op die manier omheen worden draaien, er
kan dus voorover en achterover worden geduikeld. Als je de transversale as hebt beweeg je over het
sagittaal vlak. Als laatste is er nog de sagittale as, dit is net alsof je een pin in de buik steekt en weer
uit de rug komt. Op het moment van de sagittale as kan er alleen bewogen worden over het frontaal
vlak. Denk bijvoorbeeld aan de beweging van de radslag.
Lichaamszwaartepunt (LZP) en steunvlak
(Burkett, 2004, pp. 21-23) Het lichaamszwaartepunt is het centrum van de
massa. Als de massa wordt verdeeld verandert het lichaamszwaartepunt. Dit is te
zien in figuur 2, bij de eerst foto zie je dat in de anatomishe houding het LZP net
iets boven de navel licht in het midden van de buik. Zodra de linker arm omhoog
gaat, wordt de massa anders verdeeld en verschuift het LZP zich ook iet meer
Figuur 2 Lichaamszwaartepunt en
naar links boven. steunvlak
(amice, 2012) Onder de voeten en ook er tussen valt het steunvalk van het lichaam, dit is in de eerste
foto omcircelt. Dit loopt niet in een perfect rondje maar zijn de voeten en het stuk er tussen in. Als je
het LZP naar beneden doortrekt komt hij in het midden van het steunvlak uit, zie bovenste cirkel van
figuur 3. Als het lichaam naar voor beweegt komt het LZP buiten het steunval te liggen, als er dan
geen stap gezet word val je naar voren. Tijdens het lopen wordt het LZP dus steeds buiten het
lichaam verplaatst.
Afstand, snelheid en versnelling: (Wietsma, 2017) Afstand(s) zijn in meters, snelheid(v) in Figuur 3
Lichaamszwaartepunt
seconde en versnelling(a) in m/s2. Deze begrippen hangen samen met elkaar. Als je vanaf
afstand naar snelheid wilt deel je door de tijd. Als je vanf de snelheid naar de vernelling wilt deel je
ook door de tijd. Andersom kan dit ook