Inleiding in de psychiatrie
,Inleiding in de psychiatrie
Nevid, J., Rathus, A., & Greene, B. (2017). Psychiatrie een inleiding (9de Editie):
hoofdstukken 1, 2, 3, 11 en 12.
Hoofdstuk 1 Introductie
1.1. Inleiding
- Psychopathologie: een deelgebied van de psychiatrie en de psychologie dat zich bezighoudt met het
beschrijven van psychische stoornissen, oorzaken daarvan en behandelingen daarvoor.
- Psychiatrie: medisch specialisme dat zich richt op de diagnostiek en behandelingen van psychische
stoornissen.
- Klinische psychologie: tak van de psychologie die zich bezighoudt met de beschrijving, de oorzaken en
de behandeling van psychische stoornissen om het geestelijk welzijn te bevorderen.
- Psycholoog: iemand die de universitaire studie psychologie heeft voltooid.
- GZ-psycholoog: psycholoog die na zijn studie een aanvullende opleiding heeft gevolgd en in het BIG-
register is ingeschreven. Een gz-psycholoog is bevoegd tot het diagnosticeren en behandelen van
psychische stoornissen.
- Psychiater: iemand die na de studie geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan waarin hij of zij
zich heeft gespecialiseerd in het diagnosticeren en behandelen van patiënten met psychische
stoornissen. Een psychiater mag in tegenstelling tot een psycholoog medicatie voorschrijven.
- Psychische stoornis: het geheel van afwijkende emoties, gedachten op gedragspatronen dat wordt
gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren en lijden.
- Symptoom: specifieke kenmerken of eigenschappen die passen bij een bepaalde psychische stoornis.
- Diagnostisch criterium = dat bepaalde verschijnselen of symptomen moeten voldoen aan bepaalde
voorwaarden.
- Het aantal mensen dat ooit met een psychische stoornis krijgt te maken is groot, namelijk 50%.
1.2 hoe noemen en definiëren we afwijkend gedrag?
- Normaal gedrag wordt gezien als goed, iets dat natuurlijk is en vanzelf gaat
- Abnormaal gedrag wordt gezien als slecht, afwijkend, een teken van psychische aandoening.
Criteria voor afwijkend gedrag
- Uitzonderlijk: dingen horen of zien die er niet zijn. Uitzonderlijk gedrag wordt als afwijkend
beschouwd. Let op: op zichzelf is uitzonderlijk gedrag niet afwijkend of abnormaal. Denk bijvoorbeeld
aan een topsporter die 100 meter in 5 seconden kan rennen. Hij vormt een uitzondering van anderen,
maar hij is niet afwijkend.
- Sociaal afwijkend: alle samenlevingen hebben normen die bepalen welke vormen van gedrag
acceptabel zijn in een bepaalde context. Gedrag die mensen in de ene cultuur normaal vinden, kan
door mensen in een andere cultuur als afwijkend worden aangemerkt. Als behandelaard zich afvragen
of gedrag normaal of afwijken d is, moeten ze dus rekening houden met culturele verschillen.
- Foute perceptie of interpretatie van de realiteit: normaal gesproken vormen onze zintuigen en
cognitieve processen een accurate mentale representatie van onze omgeving. Als iemand dingen ziet
of stemmen hoort die er in werkelijkheid niet zijn, zeggen we dat hij hallucineert. Dat wordt in onze
cultuur gewoonlijk opgevat als teken van een onderliggende psychische stoornis.
- Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon: persoonlijk lijden als gevolg van problematische emoties
als angst en depressie kan afwijkend zijn.
- Ongepast of contraproductief gedrag: gedrag dat geen bevrediging, maar onprettige gevoelens
oproept, vinden we over het algemeen afwijkend.
- Gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen, noemen we gewoonlijk
of afwijkend. Ook hier is de sociale context van groot belang.
Bij diverse invalshoeken en modellen die in dit boek aan de orde komen, zijn de volgende vragen erg belangrijk:
- Wat wordt als afwijkend gedrag beschouwd en welke karakteristieken heeft dit gedrag?
, - Welke oorzaken worden onderscheiden voor het afwijkende gedrag?
- Hoe wordt omgegaan met een persoon die afwijkend gedrag vertoont en hoe wordt hij
behandeld?
- Draagt de cultuur waarin de persoon leeft bij aan het afwijkende gedrag? en zo ja hoe?
Angst:
- Westen: het niet kunnen betalen van de hypotheek, mogelijk verlies van hun baan
- Afrikaanse culturen: zich niet kunnen voortplanten > hekserij
- Australische Aboriginals: voor tovenarij en doodsgevaar voor boze geesten
Depressie of geestelijke gezondheid bestaat niet eens in alle culturen. En de betekenis kan ook nog verschillen
per cultuur.
- China en verre oosten: fysieke of somatische symptomen van depressie hebben hier de nadruk.
- Westen: nadruk ligt op psychische symptomen
Psychische problemen als depressiviteit kunnen door mensen uit verschillende culturen anders
worden beleefd.
1.3 historische visies op afwijkend gedrag
Voor de oudheid
- Trepanatie: schedelboringen. In deze tijd boorden ze een gat in iemands schedel om zo de kwade
geesten eruit te halen.
400 voor Christus
Hippocrates: de beroemde arts uit de gouden eeuw van Griekenland
Beroemde arts die zei dat ziekten van lichaam en geest het gevolg waren van natuurlijke oorzaken en
niet van bezetenheid door bovennatuurlijke geesten. Hij stelde de gezondheid van het lichaam en de
geest wordt bepaald door een evenwicht in de humores (lichaamssappen: slijm, zwarte gal, bloed en
gele gal).
- Flegmatiek = lethargisch/traag persoon overvloed aan slijm
- Melancholie = depressie overvloed aan zwarte gal
- Sanguinische dispositie = vrolijk, zelfverzekerd en optimistisch overvloed aan bloed
- Cholerisch = korzelig/driftig overvloed aan gele gal
Hij maakte nog 3 hoofdcategorieën:
1) Melancholie = buitensporige depressie
2) Manie = uitzonderlijke opwinding
3) Bezetenheid = bizarre gedrag, schizofrenie
500 na Christus
- Arabische psychiatrie: van de achtste eeuw tot de zestiende eeuw.
De Arabieren deden allerlei wetenschappelijke uitvindingen, zoals de Algebra ook bedachten zij
hun eigen psychiatrie met veel aandacht voor behandelingen, theorieën en diagnostiek het eerste
ziekenhuis voor geesteszieken opende in 705 in Bagdad. Typerend in deze psychiatrie is de
bandering van de geesteszieken. Waarschijnlijk komt dit door de Koran, die heeft een humane en
fatsoenlijke behandeling van geesteszieken. De psychiaters behandelden de cliënten met respect,
observeerden ze nauwkeurig en registreerden en bestudeerden zij de ontwikkeling en
verandering ervan zorgvuldig. Dit leidde tot een nauwkeurig overzicht van alle psychiatrische
stoornissen, goed ontwikkelde behandelingen en gespecialiseerde psychiaters, een niveau wat
pas in 1900 in Europa was bereikt.
- Exorcisme en heksenvervolgingen: in de middeleeuwen nam het geloof in bovennatuurlijke
oorzaken weer toe, met name de doctrine van de bezetenheid. Volgens deze doctrine is afwijkend
gedrag een teken van bezetenheid door boze geesten of de duivel. Bezet mensen werden bij
voorkeur door middel van exorcisme of uitdrijvingen behandeld. Daartoe had de katholieke kerk
exorcisten in dienst, die de boze geesten ervan moesten overtuigen dat lichamen van de
bezetenen niet langer bewoonbaar waren.
1600
, - Gekkenhuizen: rond het jaar 1600 werden overal in Europa krankzinnigengestichten of
gekkenhuizen gebouwd.
Vanaf 1800
- Hervorming: Men beschouwde geestelijk gestoorden als een bedreiging voor de samenleving en
niet als patiënten die behoefte hadden aan behandeling. Vanuit de inspanningen van de artsen
ontstond een behandelfilosofie die morele therapie werd genoemd. De filosofie was gebaseerd op
het idee dat patiënten door een menselijke bejegening en een verblijf in een ontspannen en
respectvolle omgeving weer normzaal zouden gaan functioneren.
1850-1940
- In deze periode was er verval. Er werd geloofd dat mensen die ziek waren ongeneeslijk ziek
waren. Afwijkend gedrag = ongeneeslijk
- Charcot en jonge Freud experimenteerden veel met hypnose. Hij vond dat het te weinig resultaat
had en is zijn eigen theorie gaan ontwikkelen. Rond 1900 heeft hij het ontwikkeld. Een van de
dingen was ‘praten als medicijn’. Als je het met mensen over dingen hebt dan help je ze daarmee.
Dat is heel belangrijk geweest.
In de tweede helft van de negentiende eeuw raakte het idee dat afwijkend gedrag succesvol kon
worden behandeld of genezen met behulp van morele therapie. Langzaam maar zeker in
ongenade. Er volgde een periode van apathie (gebrek aan enthousiasme), waarin alle
deskundigen opnieuw meenden dat afwijkend gedrag ongeneselijk was.
In de 20e eeuw is er veel veranderd. Voor de tweede wereldoorlog woonden psychische patiënten
veel in psychiatrische ziekenhuizen ver van de bewoonde wereld af. Met name de introductie van
medicijnen en therapeutische behandelingen gingen we erop vooruit.
Jaren 50
- De omstandigheden verbeterde (relatief). Er kwamen psychiatrische ziekenhuis maar de
omstandigheden waren nog steeds niet heel goed.
De anti psychiatrische beweging: Deze beweging ging ervanuit dat psychische stoornissen niet
bestaan, maar een product/gevolg zijn van de maatschappij. Deze beweging schoot door met haar
meningen, maar het had wel invloed want er kwamen minder ziekenhuizen voor psychiatrische
mensen. Later kwam ook de wet dat deze patiënten pas werden opgenomen als er echt geen ander
alternatief was. Er wordt nu geprobeerd mensen zo ambulant mogelijk te behandelen. Een patiënt
moet zelf gemotiveerd zijn en mag niet gedwongen worden opgenomen. Ook heeft de patiënt nu veel
meer rechten dit uit zich in de wet Bopz = wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.
Er ontwikkelde zich bemoeizorg (outreachende zorg): een vorm van hulpverlening waarbij de
hulpverleners zich voornamelijk richten op de zorgmijders. Dit zijn mensen die in een behoeftige
situatie verkeren, zoals bij verwaarlozing het geval is, maar de stap naar de reguliere hulpverlening
nog niet maken.
Hedendaagse trends
Inhoudelijke factoren Financieel-economische Cultureel-maatschappelijke
factoren factoren
Toenemende kennis Spanning tussen financiële Wisselende tolerantie in de
ruimte en vraag naar maatschappij t.o.v. mensen
psychiatrische zorg met psychische stoornissen en
verslaafden
Evidence-based werken De vraag van de patiënt en Invloed van immigratie op
diens oordeel over de zorg opbouw van de bevolking en
wordt toenemend van belang voorkomen en aard van
psychiatrische problematiek
Specialisering van zorg en Schaalgrootte van de Veranderende positie van
ontwikkeling van kenniscentra gezondheidsorganisaties neemt patiënt naar zorgconsument
toe
Ontwikkeling van effectieve Fusies deels als reactie op de
gerichte (psycho) financiële noodzaak om kosten