Samenvatting Administratieve Organisatie
(Beginselen van de administratieve organisatie, 2e druk. M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M.
van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J. Korstjens, L. Paape)
Hoofdstuk 1: Introductie bedrijfsprocessen en organisaties
Primair proces: Inkoop onderdelen Voorraad onderdelen magazijn Assemblage Vooraad in
de winkel Verkoop & aflevering.
Verkoopproces:
Start verkoopproces
Klant komt binnen en geeft zijn wens door;
Assemblageformulier wordt ingevuld;
Monteur fabriceert fiets
Monteur test fiets
Monteur poetst fiets
Monteur plaats fiets in de winkel
Klant maakt proefrit
Klant betaalt en neemt de fiets mee.
Einde verkoopproces
Verschil:
Vier ontwikkelingen voor organisaties:
1. Globalisering: internationaal ‘open’ markt. Voordeel: kan in (vaak) arme landen goedkoper worden
geproduceerd en schaalvergroting. Nadeel: Meer concurrentie.
2. IT-ontwikkelingen: toename online gebruik (thuiswerken, online verkopen, administratiesysteem).
3. Samenwerking in de keten: productiebedrijf met winkelketen. Voordeel: voorraad en afname
producten kunnen goed op elkaar worden afgestemd (zuivelproducten), inkoopvoordeel, snelheid
levering, kostenreductie, verbreding van markten.
4. Organisatieontwikkelingen: door concurrentiedruk kosten reduceren en bedrijfsprocessen
analyseren en verbeteren.
Typologiemodel van Starreveld:
Overheid (niet voor een markt) Financiële instellingen Dienstverlenende bedrijven
Productiebedrijven (massa/stukproductie) Handelsbedrijven (op rekening, contante betaling).
PBI-model: bedrijfsprocessen zijn de basisactiviteiten van een organisatie.
Processen: Inkoop, voorraad, assemblage, verkoop.
Beheersing: Controle administratie en/of betaling.
Informatie: Voorraadgegevens, bankgegevens (ivm betaling).
Hoofdstuk 1: Introductie bedrijfsprocessen en organisaties
Beschrijf een primair proces (fietswinkel).
Beschrijf een verkoopproces.
Wat is het verschil tussen een primair proces en een verkoopproces?
Noem vier ontwikkelingen die nu spelen voor organisaties.
Noem voor- en nadelen van globalisering.
Wat wordt bedoeld met IT-ontwikkelingen?
Wat zijn voordelen voor het samenwerken in een keten?
, Wat wordt bedoeld met organisatieontwikkelingen?
Beschrijf het typologiemodel van Starreveld? Wie werkt niet voor een markt?
Wat is het PBI-model? Waaruit bestaat het PBI-model?
Hoofdstuk 2: Bedrijfsprocessen
Verkoopproces begint en eindigt in de winkel.
Dus niet vooraf op internet (zoeken van
gegevens).
Waardeketen model van Porter: uitgangspunt
voor het beschrijven van processen en is
toepasbaar op elke organisatie (handelsbedrijf,
overheid etc.). Onderscheidt primaire en
secundaire processen.
Primaire processen: zorgen ervoor dat een
organisatie kan doen waarvoor het opgericht is (inkoop, opslag, (productie), verkoop)).
Secundaire processen: Zorgen ervoor dat de primaire processen kunnen functioneren
(ondersteunend dus). Denk aan: HRM, facilitaire diensten (schoonmaak, beveiliging, catering), ICT,
inkoop in brede zin (alles wat de organisatie niet zelf maakt).
M&O: facilitaire diensten
HRM: dienst nemen/houden personeel
Portermodel HBO opleiding:
Ingaande logistiek: Reizen naar school.
Uitgaande logistiek: Reizen naar huis.
Bewerking: Leerproces (opdrachten, les).
Marketing/verkoop: Opendagen.
Service/nazorg: Terugkomdagen, reünie.
Besturende processen:
- Strategisch: Lange termijn, raakt hele organisatie, directie.
- Tactisch: Middellange termijn, raakt afdeling, middenmanagement.
- Operationeel: Korte termijn, raakt medewerker, lager management.
Informatie moet volledig (staat alles er in) en juist (klopt het) zijn.
Hoofdstuk 2: Bedrijfsprocessen
Waar begint en eindigt een verkoopproces, de grens?
Wat is het waardeketen model van Porter? Teken het model.
Wat is het verschil tussen primaire- en secundaire processen?
Hoe ziet het model van Porter er voor een HBO opleiding uit?
Waaruit bestaan besturende processen?
Noem twee eisen die aan informatie gekoppeld kunnen worden?