Grondslagen van het recht – Vaardigheden
Hoofdstuk 1: Het hanteren van de wettenbundel
1: De vorm
1.1: Soorten en maten
Er zijn verschillende soorten wettenbundels. Er zijn er die over een bepaald onderwerp gaan of die
commentaar bevatten. Er bestaan ook losbladige edities, die zijn altijd up-to-date. Wetten/regelingen
kunnen ook online geraadpleegd worden.
1.2: De wetgever, de regelgever en de uitgevers
De officiële tekst van wetten/regelingen is bekend gemaakt in officiële publicaties, Staatsblad en
Staatscourant. Je moet nooit verwijzen naar dingen die door de uitgever zijn toegevoegd, deze
verschillen namelijk per wettenbundel.
1.3: Wat komt van wie?
Deze elementen in wet- en regelgeving zijn afkomstig van de wet- of regelgever:
- Opschrift; naam van wet/regeling en citeertitel.
- Aanhef; verschilt per soort regelgeving.
- Considerans; bestaansreden van wet/regelgeving.
- Corpus; eigenlijke inhoud wet/regeling.
- Slot; ondertekening van wet/regeling. (Vaak niet afgedrukt).
- Bijlagen; soms, bevat opsomming van regelgeving waarnaar verwezen wordt.
Deze elementen zijn het werk van de uitgever:
- Thematische indeling.
- Paginanummering.
- Indexen van wet- en regelgeving.
- Trefwoordenregister.
- Margeteksten.
- Verwijzingen.
- Redactionele toevoegingen.
De informatie van de uitgever mag wel gebruikt worden in een betoog, maar de kwaliteit is niet
gegarandeerd. Toekomstige regelgeving kan worden toegevoegd en wordt dan duidelijk aangegeven.
Vooraan een wet staat soms een inhoudsopgave, deze is erg handig.
1.4: Cijfers en letters
Ondubbelzinnig verwijzing naar een stukje wettekst: artikelnummer, evt. lidnummer, evt. sub
aanduiding, naam van de wet.
Artikel
De nummering is doorlopend ook al beslaat hij meerdere hoofdstukken, 1, 2, 3 etc. Hierop zijn
uitzonderingen:
- Algemene wet bestuursrecht: Per hoofdstuk genummerd, hoofdstuknummer:artikelnummer
(1:1).
- Wet milieubeheer en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: Per hoofdstuk genummerd,
hoofdstuknummer.artikelnummer (1.1).
- Kieswet: Per hoofdstuk geletterd, hoofdstukletter artikelnummer (A1).
- Burgerlijk Wetboek: Afzonderlijke boeken, boeknummer:artikelnummer (1:1).
Een andere uitzondering is als bij wijzigingen van bestaande wet/regeling nieuwe artikelen worden
ingevoerd, er is dan sprake van art. 1a bijvoorbeeld, dit is een op zichzelf staand artikel.
Artikel wordt art. en artikelen wordt artt.
Lid
Artikelen kennen ook artikelleden die genummerd zijn met 1, 2, 3 etc. Deze worden als volgt
genoteerd: artikel 1 lid 1 Wet X.
Sub
, Niet op zichzelfstaande stukjes tekst zijn subs, die geletterd worden, art. 1 lid 1 sub a. Soms worden
ze nog verder uitgesplitst met behulp van een ° of een e, art. 1 sub c, 1° of art. 1 sub c, 1e.
1.5: Namen en afkortingen
Wetten/regelingen hebben een naam en een citeertitel, deze worden toegekend door de wet- of
regelgever.
Naam
De naam van de wet/regeling is te vinden in het opschrift. Bijvoorbeeld Wet College voor de rechten
van de mens ?Wet van 24 november 2011, houdende de oprichting van het College voor de
rechten van de mens.”
Citeertitel
De citeertitel is de naam waarmee de wet normaalgesproken wordt aangeduid, terug te vinden in
een van de laatste artikelen of tussen haakjes in het opschrift.
Afkortingen
Veelgebruikte wetten worden vaak afgekort:
- Awb: Algemene wet bestuursrecht
- BW: Burgerlijk Wetboek
- EVRM: Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden
- RvOTK: Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
- Sr: Wetboek van Strafrecht
- Wm: Wet milieubeheer
- WRvS: Wet op de Raad van State
Om verwarring te voorkomen moet bij gebruik van afkortingen de naam van de wet/regeling de
eerste keer voluit geschreven worden met de afkorting erachter tussen haakjes.
2: De inhoud
2.1: Het stelsel van wetgeving
Een juridische vraag beantwoorden vereist het in kaart brengen van het stelsel van relevante
begrippen, hierbij moet goed gelet worden op:
Gelaagde structuur
Sommige wetten kennen een gelaagde structuur, dan bestaat hij uit delen die van meer algemeen
steeds specifieker worden, waarbij de algemene delen ook van toepassing zijn op de specifieke
doelen. Dat betekent dat er bij een specifiek iets niet alleen antwoord gezocht moet worden in het
specifieke deel, maar ook in de meer algemene delen.
Definitiebepalingen
Voor sommige woorden is een definitie- of begripsbepaling nodig, deze worden in de wet of de
regeling gedefinieerd, meestal in het begin. Deze definitie geldt dan alleen voor deze wet.
Schakelbepalingen
Schakelbepalingen verklaren bepaalde (onderdelen van) wetten en regelingen van toepassing op
gevallen waarop deze niet van toepassing zouden zijn op grond van de gelaagde structuur of de
definitiebepalingen.
Uitzonderingen
Uitzonderingen verklaren bepaalde (onderdelen van) wetten en regelingen niet van toepassing op
gevallen waarop deze wel van toepassing zouden zijn op grond van de gelaagde structuur of
definitiebepalingen. Deze komen ook ?binnen” wetsartikelen voor.
2.2: Nauwkeurigheid tot op de komma
Wetsbepalingen zijn minutieus geformuleerd om eenduidigheid te bereiken. Het lezen ervan is dan
ook lastig, let op de volgende waarschuwingen:
Let bij het lezen op ontkenningen
Ontkenningen en negatieve formuleringen worden vaak over het hoofd gezien, let hierop.
Lees analytisch