H1:
Procesmanagement zorgt ervoor dat processen op elkaar worden afgestemd en dat processen
verbeterd worden. Processen bestaan uit fasen en er is sprake van input en output. Een proces is
dynamisch en er is sprake van transformatie of verandering.
Je kunt processen onderverdelen in continue en discontinue processen. Bij continue processen moet
je denken aan een proces dat niet stopt en dag en nacht door gaat. Een discontinue proces is
bijvoorbeeld een assemblageproces. Assembleren is het samenvoegen van verschillende onderdelen
tot een eindproduct. Dit gaat onderdeel voor onderdeel.
Ook kun je processen onderverdelen in natuurlijke en kunstmatige processen. Natuurlijke processen
gebeuren vanzelf en houden zichzelf volgens de wetten van de natuur in stand (bijv roesten).
Kunstmatige processen zijn processen die geïnitieerd en in stand worden gehouden door mensen. Bij
kunstmatige processen is het belangrijk om er rekening mee te houden dat de output zowel gewenst
als ongewenst kan zijn.
Een proces kan als deelproces worden beschouwd van een of meerdere andere processen. Ook kun
je processen op verschillende schaal bekijken. Dan spreek je over aggregatieniveaus. Een hoog
aggregatieniveau is dat van een gehele organisatie en een laag aggregatieniveau is bijvoorbeeld van
een deelbewerking of deelproces.
Een techniek om jezelf te dwingen om op verschillende aggregatieniveaus te kijken is de
blackboxbenadering. Bij de blackboxbenadering worden processen of deelprocessen als een zwarte
doos beschouwd waarbij alleen gezien kan worden wat er ingaat en wat er uitkomt.
Verschillende aggregatieniveaus van hoog naar laag: brancheniveau, bedrijfstakniveau,
organisatieniveau, afdelingsniveau, procesniveau, deelprocesniveau.
Transformatie heeft te maken met het overgaan van de ene vorm in de andere vorm. Transformatie
kan op de volgende manieren plaatsvinden: veranderen van uiterlijke vorm, veranderen van
chemische aard, verplaatsing, opslag en behandeling.
Elk proces of deelproces vindt plaats in een omgeving. Je kunt de omgeving van een proces
definiëren als alles wat buiten het proces ligt, maar wel invloed heeft op het proces of beïnvloed
wordt door het proces.
,Procesmanagement gaat bij bestuurlijke en dienstverlenende processen ook om het beïnvloeden en
communiceren van processen. In dit geval is de procesmanager verantwoordelijk voor dat iedere
deelnemer aan het proces kan en wil deelnemen.
Procesbeheersing gaat over het analyseren, afstemmen en bijsturen van processen waardoor deze zo
effectief en efficiënt mogelijk verlopen. Het transparant maken, beschrijven en modelleren van
processen zorgt ervoor dat processen inzichtelijker worden en beter op elkaar worden afgestemd.
Effectiviteit heeft te maken met het feit of je datgene doet wat je beoogt te doen. Efficiëntie heeft te
maken met de hoeveelheid inspanning, energie of geld die het kost om een bepaalde activiteit uit te
voeren. Naast efficiëntie en effectiviteit zijn de volgende zaken van belang bij het beheersen van
processen: bestuurbaarheid, risico’s, kwaliteit, robuustheid en flexibiliteit.
Bij procesautomatisering gaat het om het vervangen van menselijke arbeid door machines. De
drijfveer is economisch. Geautomatiseerde processen verlopen vaak efficiënter en ook de kwaliteit is
in vele gevallen beter.
De procesmanager is een functionaris in een organisatie die zich bezig houdt met
procesmanagement, dat bestaat uit herkennen, analyseren, ontwerpen, afstemmen en besturen van
processen.
Een productiemanager zorgt ervoor dat productieprocessen goed op elkaar zijn afgestemd en dat
goederen en diensten efficiënt worden geproduceerd. Productiemanagement gaat over de planning,
uitvoering en controle van productieprocessen. Productiemanagement gaat over de 5xM: mensen,
machines, methodes, materialen, money.
De activiteiten die met de besturing van interne goederenstromen samenhangen worden materials
management genoemd. Bij materials management gaat het om de volgende activiteiten: prognose
maken, opstellen van productieplannen, afhandeling van klantenorders, kiezen van leveranciers,
interne logistiek en assemblage plannen.
Een kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) is een hulpmiddel voor bedrijven om de kwaliteit van hun
processen en hun uitkomsten te beheersen. De meeste KMS zijn gebaseerd op de Deming-cirkel. Een
hulpmiddel is de cirkel van Deming, deze gaat over procesbesturing en bestaat uit vier kwadranten:
plan, do, check en act.
Borgen van processen gaat over het vasthouden van geboekte resultaten.
De programmamanager houdt zich bezig met het doorvoeren van procesveranderingen in complexe
situaties met een grote impact op de bestaande organisatie. Het gaat daarbij om trajecten met veel
onzekerheid en risico’s en waarbij er een duidelijke aansluiting is met de strategie van het bedrijf.
,De procesmatige aanpak van een gebiedsontwikkelaar zit hem in het feit dat het verandertraject als
een proces wordt beschouwd dat weer bestaat uit verschillende deelprocessen.
H2:
Bedrijfsproces = een geordend geheel van samenhangende of elkaar beïnvloedende activiteiten
waarbij input wordt omgezet in output, waarbij toegevoegde waarde gecreëerd wordt voor interne
of externe klanten met een specifiek doel.
Een bedrijfsproces heeft drie basiskenmerken:
1. Het proces heeft een begin en een eind met input en output.
2. Een proces voegt waarde toe voor haar (interne/externe) klant.
3. Het proces is gericht op resultaat voor haar (interne/externe) klant.
Drie stappen bij het analyseren van bedrijfsprocessen:
1. De in- en output beschrijven door middel van een processchema.
2. Het waarde toevoegingsproces in kaart brengen en bepalen welke ondersteunende
activiteiten nodig zijn om dit proces optimaal te voeden.
3. Nagaan wat het beoogde resultaat is voor de klant.
Drie soorten processen:
1. Primaire processen = voegen direct waarde toe aan een product of dienst.
2. Ondersteunende processen = ondersteunen het primaire proces.
3. Bestuurlijke processen (ook wel managementprocessen) = het aansturen en controleren van
processen (hieronder valt plan, do, check, act).
Verschil tussen ondersteunende en primaire processen:
Ondersteunende processen hebben meer zelfstandigheid, primaire processen staan meer in
relatie met elkaar en hebben meer afstemming nodig.
Bij primaire processen draait het om efficiëntie, bij ondersteunende processen om
effectiviteit.
Ondersteunende processen worden vaak geclusterd tot stafdiensten en het primaire proces
is vaak in de lijn georganiseerd.
Het primaire proces beschrijft de kernactiviteiten van een bedrijf. Het toevoegen van waarde is waar
het in het primaire proces in bedrijven om draait.
Stappen in het primaire proces en de primaire activiteiten die Porter onderscheidt:
1. Ingaande logistiek ervoor zorgen dat grondstoffen, halffabricaten, productiemiddelen en
personeel op de juiste tijd op de juiste plek aanwezig zijn.
2. Operations transformatie.
3. Uitgaande logistiek ervoor zorgen dat het product tijdens de productie op tijd op de juiste
plek (de klant) terechtkomt.
4. Marketing en verkoop alle activiteiten om klanten ertoe te brengen het product of dienst
te kopen. Voegt niet-fysieke waarde toe.
, 5. Service en dienstverlening zorgt voor veel waarde beleving bij de klant en voegt niet-
fysieke waarde toe.
Ondersteunende activiteiten die Porter onderscheidt:
1. Infrastructuur het management en beheersen van processen (financiering, administratie,
juridische aspecten).
2. Management van menselijk kapitaal werving, ontwikkeling en ondersteuning van
werknemers.
3. Technologieontwikkeling productontwikkeling, onderzoek, procesautomatisering ens.
4. Verwerving inkoop van productiemiddelen zoals gebouwen, grondstoffen en machines.
Secundaire/ondersteunende functies = handelingen die niet direct te maken hebben met die
totstandkoming van een product of dienst (bijv aanschaffen uniformen).
De procesmatige totstandkoming van ondersteunende functies heten ondersteunende of secundaire
processen.
Alle ondersteunende processen (COPAFIJH):
Communicatie
Onderzoek en ontwikkeling
Personeelszaken
Administratie
Financiën
Informatievoorziening (ICT)
Juridische zaken
Huisvesting
Bestuurlijke processen zorgen voor het tot stand komen van processen, zorgen voor een effectieve
en efficiënte uitvoering ervan en zorgen dat deze goed op elkaar afgestemd zijn.
Soorten bestuurlijke processen:
Managementprocessen