Samenvatting Compendium van het personen- en familierecht
H11 – Afstamming en juridisch ouderschap
Familierechtelijke betrekkingen
Het eerste artikel binnen dit onderwerp is art. 1:197 BW. Dat gaat over de familierechtelijke
betrekking tusen kind en ouders. Een familierechtelijke betrekking is een kernbegrip binnen
het afstammingsrecht. Dit is in juridische termen de biologische betrekking die door de
geboorte uit bepaalde ouders bestaat. Deze juridische betrekking die door de afstamming
ontstaat, noemt men ook wel familierechtelijke betrekkingen. Het uitgangspunt van het
afstammingsrecht is dat een kind maximaal 2 ouders heeft.
Artikel 1:197 BW: Een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten staan in familierechtelijke
betrekking tot elkaar.
Vormen van ouderschap
Er zijn 3 soorten ouderschap te onderscheiden.
1. Biologisch ouderschap → Van wie stamt het kind af? Wie hebben jouw DNA?
2. Juridisch ouderschap → Wie is volgens de wet de ouder?
3. Sociaal ouderschap → Bij wie groeit het kind op?
Juridisch ouderschap
Het juridisch ouderschap brengt volgens de wet gezien de familierechtelijke betrekkingen tot
stand, en dus niet het biologische ouderschap. Je krijgt dus pas een familierechtelijke
betrekking tot je ouders als de wet zegt dat zij jouw ouders zijn. In de praktijk vallen
biologisch, juridisch en social ouderschap vaak samen, maar dat is niet altijd het geval,
bijvoorbeeld bij:
- Erkenning
- Adoptie
- Duo moederschap
- Zaaddonorschap
- Eiceldonatie en draagmoederschap
Bij deze vormen van juridisch ouderschap is er namelijk géén biologische afstamming
aanwezig of noodzakelijk voor het juridisch ouderschap.
Wie is de juridische moeder?
Art. 1:198 BW zegt wie de juridisch moeder (dus voor de wet gezien de moeder) van het
kind is. Hieruit komen meerdere opties voort:
• Lid 1 onder a: De vrouw die het kind heeft gebaard
• Lid 1 onder b: De vrouw die op het tijdstip van de geboorte van het kind getrouwd/
gereg. partner was met bovenstaande moeder, áls er sprake is van een onbekende
donor
• Lid 1 onder c: De vrouw die het kind heeft erkend (bijv. In geval van bekende donor)
, • Lid 1 onder d: De vrouw wiens ouderschap gerechtelijk is vastgesteld
• Lid 1 onder e: De vrouw die het kind heeft geadopteerd
Wie is de juridische vader?
Art. 1:199 BW zegt wie de juridisch vader van het kind is.
• Onder a: De man die op tijdstip geboorte gehuwd was/ gereg. Partnerschap had met
de moeder die het kind heeft gebaard. → Let op, je hoeft daar dus niet de biologische
vader voor te zijn!
• Onder b: De man die 306 dagen voor de geboorte van het kind getrouwd was of
gereg. partnerschap had met de vrouw uit wie het kind is geboren, maar die
inmiddels is overleden. Als de man in de 306 dagen voor de geboorte van het kind is
gaan scheiden of gescheiden heeft geleefd van de vrouw die het kind heeft gebaard,
kan de moeder laten vaststellen dat deze man niet de vader is.
• Onder c: De man die het kind heeft erkened
• Onder d: De man wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld
• Onder e: De man die het kind heeft geadopteerd
Verschil verwekker/ donor
De wet spreek zowel over verwekker als donor. De verwekker is een man die het kind heeft
verwekt door middel van geslachtsgemeenschap met de moeder en die daarmee heeft
ingestemd met de daad van verwekking. Degene die instemt met de daad van verwekking
kan ook de vrouwelijke partner van de moeder van het kind zijn (instemmen met
zaaddonorschap).
Donor: een man die alleen zijn sperma doneert; dit sperma wordt na de donatie door de
vrouw gebruikt met de bedoeling een kind te verwekken. Er vindt geen lichamelijk contact
plaats tussen de donor en vrouw.
Het verschil tussen een verwekker of donor is van belang bij de gerechtelijke vaststelling van
het ouderschap. Een donor kan nooit gerechtelijk het ouderschap van vastgesteld worden
(bijv. de verplichting om te betalen voor het kind). Bij een verwekker kan dat wél.
Twee moeders
De erkenning van een kind wordt geregeld in art. 1:203 en 1:204 BW. In de wet is bepaald
dat de echtgenote van de moeder van een kind juridisch gezien de tweede moeder is van het
kind, als dat kind is geboren met behulp van kunstmate donorbevruchting en de identiteit
van deze donor onbekend is voor de moeder. Dat volgt zoals we zagen uit art. 1:198 lid 1
onder b. De vrouw, die niet van rechtswege de juridisch moeder is, het kind van een andere
vrouw erkennen.
Het afstammingsrecht kent dus twee soorten moeders:
− de biologische moeder uit wie het kind is geboren en
− de sociale moeder (ook wel duomoeder) die ten tijde van de geboorte van het kind
met de biologische moeder is getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft, die
het kind heeft erkend of van wie het ouderschap via de wet is vastgesteld.
,Het moederschap van de biologische moeder (uit wie het kind geboren is) staat vast en kan
niet ontkend worden. Het moederschap van de duomoeder kan worden ontkend en de
erkenning van de duomoeder kan bovendien vernietigd worden op grond dat zij niet de
biologische moeder is. Dit volgt uit art. 1:202a en 1:205a.
Juridische ouders
Kinderen staan altijd in familierechtelijke betrekking tot de vrouw uit wie het kind is
geboren. Dat volgt uit art. 1:198 onder a. De andere juridische ouder is de man of vrouw met
wie de moeder is gehuwd, de man of vrouw die het kind heeft erkend of van wie het
ouderschap gerechtelijk is vastgesteld (art. 1:198 lid 1 aanhef en onder c of d en art. 1:199).
Een kind heeft dus ten hoogste twee juridische ouders. Dat zijn de vader en de moeder of de
twee moeders, zoals staat beschreven in art. 1:198 en 1:199. Heeft het kind twee vaders,
dan heeft één van hen of hebben beiden het kind geadopteerd.
Verschillen tussen twee mannen en twee vrouwn
Voor het ontstaan van familierechtelijke betrekkingen tussen twee mannen en het kind dat
zij verzorgen en opvoeden, is steeds nodig dat het kind door beiden of een van beiden is
geadopteerd. Als het gaat om twee vrouwen en het kind dat uit een van hen is geboren, is
adoptie niet nodig, maar ontstaan familierechtelijke betrekkingen op grond van het
afstammingsrecht. De vrouw die het kind heeft gebaard, is namelijk automatisch van
rechtswege de juridisch moeder. Omdat geen van beide mannen het kind baart, gaat deze
regel voor mannen niet op.
Een of twee juridische ouders?
Niet alleen de geboorte is bepalend voor de vraag of een kind in juridisch opzicht een
tweede ouder heeft. Om te kunnen bepalen of een kind die tweede ouders heeft, zijn de
volgende vragen van belang:
1. Is het kind tijdens het huwelijk of gerigistreerd partnerschap geboren?
2. Als de tweede ouder de echtgenote of vrouwelijke geregistreerde partner is: is het kind door
kunstmatige donorbevruchting met zaad van een anonieme donor geboren?
3. Is het huwelijk na de kunstmatige donorbevruchting, maar voor de geboorte van het kind
door de dood van de echtgenote of vrouwelijke geregisteerde partner ontbonden?
4. Is het kind binnen 306 dagen na ontbinding van het huwelijk of geregisteerd partnerschap
door de dood van de vader geboren?
5. Is het ouderschap, in de gevallen van 1t/m 4, ontkend?
6. Is het huwelijk of gerigistreerd partnerschap geboren kind (anders dan in het geval van 3 en
4) erkend?
7. Is de erkenning vernietigd?
8. Is het ouderschap gerechtelijk vastgesteld?
Family life
Degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat heeft in beginsel ook
recht op omgang. Dit recht vloeit voort uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens (EVRM). Iedereen die in een nauwe persoonlijke betrekking staat of
heeft gestaan tot het kind ( ‘family life’) heeft ook recht op omgang. Dit betekent dat
iedereen die een hechte band heeft met het kind en/of intensief omgang met het kind heeft
, of heeft gehad, in beginsel recht heeft op omgang met dit kind. Het gaat in de praktijk dan
vaak om de biologische vader die het kind niet heeft erkend (zie hiervoor) maar het kan ook
gaan om de grootouders, pleegouders, stiefouders, broers, zussen etc. Daarnaast geldt hier
het recht van een privé familieleven zonder dat de overheid zich daar op allerlei manieren
mee bemoeit.
Rechtsgevolgen van familierechtelijke betrekkingen van kind tot ouders
De gevolgen van het bestaan van een familierechtelijke betrekking tussen een kind en zijn
ouders, zijn:
1. Het gezag over de kinderen tijdens hun minderjarigheid. → Tijdens het huwelijk of
geregistreerd partnerschap hebben de ouders in principe gezamenlijk het gezag over
hun kinderen. Dat volgt uit art. 1:251 lid 1 en 1:253aa. Over een buiten een huwelijk
of geregistreerd partnerschap geboren kind, oefent de moeder uit wie het kind
geboren is in principe alleen het gezag uit. De ouder die het kind heeft erkend of van
wie het ouderschap gerechtelijk is vastgesteld kan de rechtbank verzoeken in plaats
van of samen met de moeder het gezag te verkrijgen (art 1:253b en 1:253c). De
ouders kunnen als ze niet met elkaar getrouwd zijn (geweest), gezamenlijk het gezag
uitoefenen, als zij beiden hun verzoek daarvoor aantekenen in het gezagsregister.
Dat volgt uit art. 1:252.
2. Tussen de ouders en kinderen bestaat een wederkerige verplichting tot
levensonderhoud. Dat volgt uit art. 1:392. Als het kind niet is erkend is het
ouderschap is niet gerechtelijk vastgesteld, dan is er in dat geval geen
ouderhoudsplicht tussen de moeder en het kind. De persoon die het kind verwekt
heeft, kan verplicht worden tot het onderhoud van het kind. Dit kan op grond van
art. 1:394. Dit kan tot het kind 21 jaar is.
3. De naam. → Als een kind geen tweede ouder heeft, dan krijgt het de naam van de
moeder uit wie het geboren is (art. 1:5 lid 1). Heeft het kind alleen een juridische
vader door adoptie, dan heeft het zijn geslachtsnaam (art. 1:5 lid 1). Heeft het kind
een vader en een moeder, twee vaders of twee moeders, dan mogen de ouders
kiezen welke naam het kind zal dragen.
4. Erfrecht bij versterf/legitieme portie. → Kinderen die een familierechtelijke
betrekking hebben tot hun ouders, hebben bij het overlijden van beide ouders recht
op de ‘legitieme portie’. Omgekeerd kunnen ook ouders van hun kinderen erven, als
de kinderen overlijden. Als het kind alleen een moeder of vader heeft, erft het bij het
overlijden van hem of haar. Dit staat beschreven in art. 4:10, 4:13 en volgende en
4:63 e.v.
5. Nationaliteit. → Het kind dat in familierechtelijke betrekking staat tot een
Nederlandse moeder of vader verkrijgt de Nederlandse nationaliteit.
Kunstmatige donorbevruchting
Er zijn verschillende situaties die kunnen ontstaan wanneer er sprake is van kunstmatige
bevruchting:
a. De vrouw die is gehuwd of geregisteerd partner is met de moeder uit wie
het kind geboren is, is alleen van rechtswege de ‘duomoeder’ van het