Zo maak je een facilitair plan
Bronvermelding
Titel : Zo maak je een facilitair plan
Druk : 1
Auteur : V. Roelofs en R. Beckers
Uitgever : Noordhoff Uitgevers B.V.
ISBN (boek) : 9789001783143
Aantal hoofdstukken (boek) : 8
Aantal pagina’s (boek) : 120
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2012 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever
van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kun je je per email wenden
tot info@studentsonly.nl.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk van het boek (de acht stappen van het maken van een facilitair plan) 3
Inleiding
Hoofdstuk 1 Bepaal de context 4
Hoofdstuk 2 Beschrijf jezelf als facilitaire dienstverlener 6
Hoofdstuk 3 Inventariseer de klantwensen 8
Hoofdstuk 4 Richt de facilitaire services in 10
Hoofdstuk 5 Stel de aansturing en beheersing vast 12
Hoofdstuk 6 Bepaal hoe je communiceert met je klanten 14
Hoofdstuk 7 Evalueer en herzie 16
Hoofdstuk 8 Schrijf je facilitair plan 17
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden.
Bron : Zo maak je een facilitair plan – V. Roelofs e.a.
,Hoofdstuk van het boek (de acht stappen van het maken van een
Inleiding facilitair plan)
Ontwikkeling van het vakgebied Facility Management
Tot eind jaren tachtig heette Facility Management in Nederland ‘dienst algemene zaken’, ‘interne
dienst’ of ‘huishoudelijke dienst’. Hier kwam echter verandering in toen Jan Regterschot zijn boekje
Facility Management; Het professioneel besturen van de kantoorhuisvesting schreef. Hierdoor
zorgde hij ervoor dat Facility Management bekendheid kreeg en zo ontstond er een nieuwe
vakdiscipline, waarbij gedacht moest worden aan aspecten uit de bedrijfskunde, zoals
taakdifferentiatie, efficiency en effectiviteit.
Kernproces en niet-kernproces
Een kernproces (ook wel ‘core business’) is het belangrijkste proces van de organisatie, anders
gezegd; op welke manier een organisatie zijn doel wil bereiken. Iedere organisatie gaat op zijn
eigen manier te werk en daarom is het kernproces een uniek proces. Een kernproces is in geen een
organisatie hetzelfde en dus ontleent een organisatie haar ontstaan en identiteit eraan. Om een
kernproces zo goed mogelijk te laten verlopen moeten er ook stappen zijn die het totale kernproces
mogelijk maken. Dit worden de niet-kernprocessen genoemd. Een voorbeeld van een kernproces
is het produceren van goederen. Alle faciliteiten die het produceren van goederen mogelijk maken
horen bij het niet-kernproces. Denk hierbij aan brandbeveiliging, parkeerbeheer en
schoonmaakbeheer, maar ook bijvoorbeeld personeelszaken, interne logistiek, automatisering en
administratieve processen.
Wat is Facility Management?
Facility Management betekent letterlijk het besturen van voorzieningen. Regterschot heeft het
vakgebied Facility Management als volgt gedefinieerd: ‘Facility Management is het integraal
besturen (plannen en bewaken) en realiseren van de middelen, services en huisvesting die moeten
bijdragen aan een effectieve, efficiënte, flexibele en creatieve realisatie van de doelen van een
organisatie in een veranderende omgeving.’
In deze definitie wordt het begrip faciliteiten verdeeld in drie nieuwe begrippen: middelen, services
en huisvesting. Deze worden in het Model van Regterschot (figuur 1) door middel van voorbeelden
verder uitgelegd. Zie: V. Roelofs en R. Beckers, Zo maak je een facilitair plan, inleiding; blz. 11;
Model van Regterschot; Regterschot.
Met wie heb je te maken?
Als facilitair manager werk je veel samen met stakeholders. Dit zijn belanghebbenden die te maken
hebben met de organisatie waarvoor je werkt. Zie V. Roelofs en R. Beckers, Zo maak je een facilitair
plan, figuur 2 : inleiding; blz. 13; de stakeholders voor een opsomming van de verschillende soorten
stakeholders waar een facilitair manager mee te maken krijgt.
Stappenplan en op te leveren producten
Het stappenplan, dat in dit boek beschreven wordt, levert een aantal producten op waar je een
facilitair plan mee kunt schrijven. Om tot deze producten te komen kun je gebruik maken van een
aantal hulpmiddelen die ook beschreven staan in het boek. Deze staan in figuur 3 verder uitgewerkt.
Zie: V. Roelofs en R. Beckers, Zo maak je een facilitair plan, inleiding; blz. 14/15; Hulpmiddelen
en producten per stap.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 3
Bron : Zo maak je een facilitair plan – V. Roelofs e.a.
,Hoofdstuk 1 Bepaal de context
De eerste stap om tot een facilitair plan te komen is het bepalen van de context. Hier gaat het om
basisinformatie over de organisatie, zoals de visie, missie, doelstellingen, waar de organisatie voor
staat, wat de organisatie doet en op welke wijze ze dat doen. Verder moet het ruimtelijk kader in
beeld worden gebracht.
1.1 Bepalen van de context
De context kan op een aantal manieren bepaald worden:
• Je bepaalt als student zelf de context: je mag zelf een organisatie als uitgangspunt kiezen
• Je docent bepaalt de context: project op school
• Je werkt voor een externe opdrachtgever: je wordt ingehuurd om het facilitaire plan op te
stellen
• Je bepaalt als facilitaire professional de context: als afgestudeerde een facilitair plan opstellen
1.2 Oriënteer je op de organisatie
Welk kernproces moet je als facilitaire organisatie ondersteunen?
1.3 Organisatiebeschrijving
1.3.1 Missie, visie en doelen
• Missie: beschrijft de identiteit van een organisatie. Het geeft aan wie je bent, wat je wilt
bereiken en welke toegevoegde waarde je wilt leveren.
• Visie: droombeeld, geeft aan wat een organisatie wil zijn. Je kijkt naar de toekomst.
• Doelen: worden geformuleerd vanuit de missie en visie. Doelen moeten SMART worden
geformuleerd, wat betekent dat ze Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en
Tijdgebonden moeten zijn.
1.3.2 Organisatiebeschrijving volgens 7-S model
Het 7-S model van McKinsey beschrijft 7 facetten die belangrijk zijn voor een organisatie:
• Systemen: van welke systemen wordt gebruikgemaakt
• Strategie: wat zijn de doelen en hoe gaat men die realiseren
• Staf: personeelsaangelegenheden
• Significante waarden: bedrijfsopvatting, bedrijfscultuur en visie
• Structuur: wijze waarop het bedrijf ingericht is
• Sleutelvaardigheden: kernvaardigheden waardoor het bedrijf zich onderscheidt van
concurrenten
• Stijl van management: op welke manier het management met medewerkers omgaat
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 4
Bron : Zo maak je een facilitair plan – V. Roelofs e.a.
, 1.4 Ruimtelijk kader
Het ruimtelijk kader zijn het gebouw of de gebouwen waarin je de dienst aanbiedt. Hierbij is het
belangrijk om te weten of het gaat om een koop- of huurpand. Om het ruimtelijk kader in beeld te
krijgen, moet je de volgende aspecten in kaart brengen:
• Locatie: waar staat het gebouw? Dit heeft invloed op het beheer, onderhoud en aanwezige
voorzieningen van het pand.
• Constructie: de constructie bepaalt de grootte van het pand en waar kolommen geplaatst
dienen te worden. Op deze informatie dient bijvoorbeeld de schoonmaak en inrichting
aangepast te worden.
• Gebouwinstallaties: hier maak je onderscheid in 3 soorten installaties:
• Werktuigbouwkundige installaties: warmte, koude, water en lucht
• Elektrotechnische installaties: alle voorzieningen die stroom nodig hebben
• Overige installaties: bijvoorbeeld installaties op het gebied van veiligheid,
ICT-voorzieningen en telefooncentrale
• Ruimtelijke functies: welke ruimtes komen er voor in het gebouw.
• Gebouwinrichting en –afwerking: bij gebouwinrichting is het handig om te weten wat voor
vaste inrichting er aanwezig is en in welke staat het verkeert. In figuur 6 staat een voorbeeld
over de afwerking van diverse gebouwdelen. Zie: V. Roelofs en R. Beckers, Zo maak je een
facilitair plan, hfst. 1; blz. 27; gebouwafwerking.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 5
Bron : Zo maak je een facilitair plan – V. Roelofs e.a.