Basisboek interviewen
Bronvermelding
Titel : Basisboek interviewen
Druk : 3
B. Baarda, M. van der Hulst en M. de
Auteur : Goede
Uitgever : Noordhoff Uitgevers B.V.
ISBN (boek) : 9789001814144
Aantal hoofdstukken (boek) : 7
Aantal pagina’s (boek) :
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2012 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever
van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kun je je per email wenden
tot info@studentsonly.nl.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Wat is een interview? 3
Hoofdstuk 2 Hoe maak je een interviewschema? 5
Hoofdstuk 3 Hoe bereid je interviews voor? 7
Hoofdstuk 4 Hoe formuleer je goede vragen? 8
Hoofdstuk 5 Hoe stimuleer je geïnterviewden om uitgebreid te antwoorden? 10
Hoofdstuk 6 Hoe ga je om met onbevredigende reacties op je vragen? 12
Hoofdstuk 7 Hoe ga je om met lastige interviewsituaties? 14
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden.
Bron : Basisboek interviewen – B. Baarda e.a.
,Hoofdstuk 1 Wat is een interview?
1.1. Waarom doe je een interview?
Vraaggesprek is een ander woord voor interview. Het beantwoorden van de centrale interviewvraag
is vaak ook in het belang van de geïnterviewde.
1.2 Gestructureerd of ongestructureerd interview?
Bij een gestructureerd interview weet je voor het interview precies wat je wilt vragen en in welke
volgorde. Als interviewer hou je je aan de vragenlijst en de meeste antwoordcategorieën liggen al
vast. Een open interview is niet volledig gestructureerd waardoor je snel informatie krijgt over veel
onderwerpen en je kunt gelijk doorvragen als daar aanleiding voor is. Omdat een open interview
lijkt op een persoonlijk gesprek, is de medewerking van de geïnterviewde belangrijk. De interviewstijl
is belangrijk om ervoor te zorgen dat de geïnterviewde wel overal antwoord op wil geven.
1.3 Welke soorten ongestructureerde interviews zijn er?
Er zijn drie soorten open interviews:
1. Het halfgestructureerde interview: volgorde vrij, checklist met onderwerpen
2. Het vrije-attitude interview: volgorde vrij, onderwerpen vrij
3. Het gedeeltelijk gestructureerde interview: wel vrije doorvragen, vaste vragen en volgorde.
De keuze die je maakt in de mate van gestructureerdheid, is afhankelijk van de voorkennis die je
hebt. Het vrije-attitude interview lijkt op een diepte-interview omdat je over een aantal onderwerpen
langdurig en nauwkeurig praat. Zie voorbeeld 1.2: hfst. 1; blz. 19; Basisboek interviewen; B. Baarda,
M. van der Hulst, M. de Goede. Het halfgestructureerde interview lijkt veel op het vrije-attitude
interview maar het gaat nu niet om één, maar om meer beginvragen. Ook kan je de volgorde van
de onderwerpen veranderen tijdens het gesprek. Zie voorbeeld 1.3: hfst. 1; blz. 20; Basisboek
interviewen; B. Baarda, M. van der Hulst, M. de Goede. Het gedeeltelijk gestructureerde interview
wordt gekenmerkt door een vragenlijst die vooral bestaat uit gesloten vragen met een vaste volgorde
en vaste formulering. Zie voorbeeld 1.4: hfst. 1; blz. 21; Basisboek interviewen; B. Baarda, M. van
der Hulst, M. de Goede.
1.4 Welke bijzondere soorten geïnterviewden en onderwerpen zijn er?
Interviews kunnen ook ingedeeld worden aan de hand van inhoud en doelgroep:
1. Het elite- of expertinterview: halfgestructureerd of ongestructureerd
2. Het focused interview: ongestructureerd
3. Het retrospectief interview: halfgestructureerd
Bij een focused interview spreek je met mensen die allemaal een bepaalde situatie meegemaakt
hebben en daardoor dezelfde ervaring. Dit interview gebruik je onder meer bij voorlichtings- en
reclameactiviteiten. Het elite- of expertinterview is een interview met vooraanstaande, invloedrijke
en goed geïnformeerde mensen in een organisatie of lokale gemeenschap. De geïnterviewden zijn
sleutelinformaten. Het retrospectieve interview is gericht op het achterhalen van een biografie of
levensgeschiedenis. De nadruk ligt op het teruggaan in de tijd. Het probleem hierbij is dat ze vaak
gekleurd zijn door gevoelens en/of opvattingen die mensen hebben en die ze projecteren op de
ervaringen in het verleden. Het weglaateffect betekent dat men herinneringen vervormt om ze in
overeenstemming te krijgen met elkaar en met het heden. Het is hierbij handig als je de geïnterviewde
geheugensteuntjes biedt. Ook kan je een tijdlijn maken die loopt van het heden naar het geboortejaar.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 3
Bron : Basisboek interviewen – B. Baarda e.a.
,1.5 Hoe waarborg je de betrouwbaarheid en validiteit bij interviews?
Betrouwbaarheid is de mate waarin antwoorden die je krijgt, onafhankelijk zijn van toeval.
Toevalligheden kunnen te maken hebben met de interviewsituatie en de geïnterviewde, maar ook
met de interviewer. Zo kan je eigen mening en voorkeur een interview op een bepaalde manier
‘kleuren’. Deinter-interviewerbetrouwbaarheid is een indicatie in de mate van overeenstemming
tussen de gegevens van de verschillende interviewers. Dit betekent dat je de betrouwbaarheid
controleert door meerdere interviewers in te schakelen bij het afnemen van de interviews. Een ander
belangrijk hulpmiddel om de betrouwbaarheid te verhogen is het gebruik van opnameapparatuur.
Audio-en video-opnames kan je later vaker bekijken en terugluisteren.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 4
Bron : Basisboek interviewen – B. Baarda e.a.
, Hoofdstuk 2 Hoe maak je een interviewschema?
2.1 Wat is een interviewschema?
Een interviewschema dwingt je van te voren over het interview na te denken. Je legt hierin vast
hoe je het gesprek wil laten verlopen. Een interviewschema bestaat uit een introductie, een
beginvraag, een topiclijst en een afsluiting.
2.2 Hoe begin je het interview?
Het is verstandig om aan het begin van het interview een aantal zaken nog eens te herhalen. Zoals
het doel van het interview, het onderwerp, de resultaten, de duur van het interview, de
randvoorwaarden en of de geïnterviewde zelf nog vragen heeft. Als overgang tussen de inhoudelijke
vragen en de introductie stel je vaak nog een aantal neutrale gestructureerde vragen naar
persoonsgegevens. Het is vaak ook belangrijk om te weten wie dat zegt.
2.3 Hoe formuleer je een beginvraag?
De beginvraag zet veelal de toon van het interview. Het is goed om de beginvraag van het interview
van tevoren te bedenken. De eerste vraag stel je vaak wanneer je de mening van iemand wilt horen
over een bepaald onderwerp of als je iets te weten wilt komen over de ervaringen en belevingen.
Zie opdracht 2.2: hfst. 2; blz. 36; Basisboek interviewen; B. Baarda, M. van der Hulst, M. de Goede.
2.4 Hoe stel je een voorlopige topiclijst op?
Een topiclijst is een lijst met onderwerpen die je in je interview aan bod wil laten komen. Hierdoor
zorg je ervoor dat bij alle te interviewen personen dezelfde onderwerpen aan de orde komen. Je
gaat hierbij uit van de vraagstelling. Van te voren zoek je zoveel mogelijk informatie over het
onderwerp om je goed voor te bereiden. Zie voorbeeld 2.2: hfst. 2; blz. 38; Basisboek interviewen;
B. Baarda, M. van der Hulst, M. de Goede.
2.5 Hoe orden je de (sub)topics?
Als je alle topics verzameld hebt, is de volgende stap om ze in een logische volgorde te zetten. Als
je een lijst met losse topics en subtopics hebt, is het verstandig om hier een logische structuur in
aan te brengen. Dit kan in twee stappen. Stap een is het groeperen van de (sub)topics door de topics
die over hetzelfde onderwerp gaan, bij elkaar te zetten. Dit zorgt ervoor dat je in het gesprek niet
van de hak op de tak springt. Vervolgens zet je de (sub)topics op volgorde. Er zijn drie verschillende
richtlijnen waar je rekening mee kunt houden:
1. Chronologische volgorde
2. Eerst ‘makkelijke’, daarna moeilijke topics
3. Van breed naar smal, of andersom
2.6 Hoe introduceer je een topic?
Het inhoudelijke deel van het interview start met een beginvraag, maar daarna volgen er vaak nog
meer beginvragen om nieuwe topics te introduceren. Hiervoor volg je dezelfde regels als voor de
beginvraag van het interview. Het moet dus een neutrale vraag zijn die de geïnterviewde niet in
een bepaalde richting stuurt. Zie voorbeeld 2.3: hfst. 2; blz. 45; Basisboek interviewen; B. Baarda,
M. van der Hulst, M. de Goede. In het interviewschema schrijf je de beginvragen in het algemeen
volledig uit. Als je vindt dat de interviewers wel de vrijheid moeten hebben om de introductie aan
te passen aan de situatie, kun je een voorbeeld van een introductie geven. Hierbij geef je aan dat
ze die op kunnen lezen, maar ook mogen aanpassen. Dit wordt parafraseren genoemd.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 5
Bron : Basisboek interviewen – B. Baarda e.a.