Probleem 5: Sluiting van de Beurs,.. einde van een
tijdperk?
Leerdoelen:
1. Wat is een besluit?
a. Soorten, stapsgewijs en structuur
2. Wanneer ben je een belanghebbende?
3. Los de casus op
Bronnen:
- Bestuursrecht in het AWB-tijdperk hoofdstuk 3.4 en 3.5, hoofdstuk 5
Jurisprudentie:
- Belangenvereniging Indische buurt, belanghebbende
- Bomen pastorie tuin, belanghebbende
- Buurtvereniging Maastricht, belanghebbende
__________________________________________________________________________________
Wat is een besluit? Soorten, stapsgewijs en structuur
Besluit en Awb
De vraag of een bepaalde beslissing als een ‘besluit’ kan worden gezien in de zin
van de Awb, is van groot belang voor de toepasselijkheid van de Awb. normen
die de Awb geeft, gelden in beginsel voor besluiten.
De toepasbaarheid van de Awb wordt dus in beginsel bepaald door het
besluitbegrip. reikwijdte Awb.
De tweede gevolgd dat de Awb eraan verbindt aan de kwalificatie ‘besluit’ is de
mogelijkheid van rechtsbescherming bij de bestuursrechter. art. 8:1 Awb
neemt het besluit als uitgangspunt.
Definitie besluit
Art. 1:3 lid 1 Awb onder besluit wordt verstaan een schriftelijke beslissing van
een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Schriftelijke beslissing:
- Uit de definitie van art. 1:3 kan worden afgeleid dat met beslissing wordt
gedoeld op de uitkomst van een afwegingsproces van argumenten van
een bestuursorgaan en dat die uitkomst is bekend gemaakt.
- Alleen een beslissing die op schrift is gesteld – waaronder ook elektronisch
veel – kan een besluit zijn.
- Een sticker kan wel aan het schriftelijkheidsvereiste voldoen.
- Is techniekonafhankelijk.
Bestuursorgaan:
- Bestuursorgaan is een erg belangrijk begrip. Het is bepalend voor de
toepasselijkheid van de Awb bepalingen. Deze zijn pas van toepassing als
er sprake is van een bestuursorgaan.
Volgens art. 1:1 Awb wordt onder een bestuursorgaan verstaan:
a. een orgaan van een rechtspersoon die krachten publiekrecht is ingesteld, of
b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
In lid 2 van dit artikel worden een aantal organen, personen en colleges niet
aangemerkt als bestuursorganen. Wanneer zij besluiten nemen of handelingen
, verrichten in de sfeer van het ambtenarenrecht zijn zij wel weer
bestuursorganen. Lid 3
A-organen
- Zijn in de eerste plaats organen van publiekrechtelijke rechtspersonen
(art 2.1 BW): rechtspersonen die hun grondslag vinden in het publiekrecht
en zijn ingesteld krachten wettelijk voorschrift.
- De publiekrechtelijk rechtspersonen zijn zelf geen bestuursorganen. In het
eerste lid van 1:1 Awb staat: haar ‘orgaan’ als bestuursorgaan, zoals
regering, ministers, prov. Staten enz.
- Wanneer orgaan? Awb geeft geen definitie. Kortweg komt het erop neer
dat organen over eigen taken beschikken.
B-organen
- Zijn andere personen of colleges die met enig openbaar gezag bekleed
zijn.
- Particuliere/privaatrechtelijke instellingen, waarvan een deel van de
overheidstaak is
- Of het om een privaatrechtelijk rechtspersoon gaat, kun je zien in art. 2:3
BW
- Rechtspersonen met wettelijk openbaar gezag.
o Hierbij zijn de bepalingen van de Awb alleen van toepassing op
handelingen waarbij de rechtspersoon gebruik maakt van zijn/haar
publiekrechtelijke bevoegdheden; zo is een garagehouder alleen
met openbaar gezag bekleed voor zover deze APK keuringen
verricht. Andere voorbeelden zijn de Nederlandse bank N.V. of de
VU als zij een getuigschrift verleent.
- Rechtspersonen met buitenwettelijk openbaar gezag, mits ze een zo
nauwe band met de overheid hebben, dat deze overwegende invloed
heeft.
o De overheid maakt bijvoorbeeld regelmatig gebruik van stichtingen,
die zij subsidie verleent om bepaalde activiteiten te verrichten, die
passen binnen het overheidsbeleid. Een bekend voorbeeld is de
stichting Silicose voor oud-mijnwerkers.
o In deze gevallen moet dus op basis van de feiten en
omstandigheden van het geval worden uitgemaakt of er sprake is
van overwegende overheidsinvloed en dus van een b-orgaan.
Gevolgen verschil a- en b- bestuursorganen:
- Wanneer besluiten in de zin van art. 1:3 Awb worden genomen, is de Awb
gelijkelijk van toepassing op a- en b- organen. Dat betekent dat het voor
de rechtsbescherming geen verschil maakt of een a- of een b-orgaan een
besluit neemt.
- Er is wel een verschil als ze privaatrechtelijke rechtshandelingen of
feitelijke handelingen verrichten. De hoofdstukken 2 en 3 zijn namelijk in
beginsel ook van toepassing, als die handelingen worden verricht door a-
organen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmennn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.