Leerdoelen:
1. Wat zijn de kenmerken van de a.b.b.b?
o Focussen op vertrouwensbeginsel
2. Wat zijn de verplichtingen van handhavend optreden?
3. Hoe wordt er handhavend opgetreden?
Bronnen:
- Boek bestuursrecht hoofdstuk 7 en 10
Jurisprudentie:
- Beginselplicht tot handhaving
- Sloop blokhutten
__________________________________________________________________________________
Wat zijn de kenmerken van de a.b.b.b.?
Algemeen:
De beginselen van behoorlijk bestuur hebben drie functies:
1. Voor het bestuur zijn het in acht te nemen rechtsnormen
2. Voor de burger zijn het normen waarop hij zich in een rechtsgang kan beroepen
3. Voor de rechter zijn het toetsingsnormen die, bij schending, kunnen leden tot vernietiging
van een besluit.
Formele beginselen: focus op de procedure van een besluit
1. Verbod van vooringenomenheid (art. 2:4 Awb)
2. Zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb)
3. Motiveringsbeginsel (art. 3:46 Awb)
4. (Formele rechtszekerheidsbeginsel)
Materiële beginselen: focus op de inhoud van een besluit
1. Verbod van willekeur (art. 3:4 Awb)
2. Evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2 Awb)
3. Verbod van détournement de pouvoir (art. 3:3 Awb)
4. Vertrouwensbeginsel (niet gecodificeerd)
5. Gelijkheidsbeginsel (niet gecodificeerd)
6. Rechtszekerheidsbeginsel (niet gecodificeerd en deels formeel)
Het verschil wordt relevant bij vernietiging van een besluit door een bestuursrechter op grond van
een abbb. Een gegrond beroep op de schending van een materieel beginsel brengt met zich mee dat
het bestuursorgaan een inhoudelijk andersluitend besluit dient te nemen. Bij de schending van een
formeel beginsel hoeft dit niet het geval te zijn, wanneer er kan worden volstaan met een simpelere
procedurewijziging.
Formele beginselen:
Verbod van vooringenomenheid:
- In art. 2:4 lid 1 Awb staat dat een bestuursorgaan zijn taak zonder vooringenomenheid moet
invoeren. Hij moet objectief zijn en zich niet laten beïnvloeden door persoonlijke belangen.
, - De regel over integriteit in art. 2:4 lid 2 Awb is nog specifieker: ‘Personen die tot een
bestuursorgaan behoren of daarvoor werkzaam zijn en een persoonlijk belang bij een besluit
hebben, mogen niet de besluitvorming beïnvloeden.’ Dit past bij het beginsel nemo iudex in
re sua niemand is rechter in eigen zaak.
Zorgvuldigheidsbeginsel:
- Volgens art. 3:2 Awb moet het bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de
nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaren. Dit heef
dus betrekking op de onderzoeksplicht.
- De materiële kant van dit beginsel houdt in dat aan het besluit een deugdelijke
feitenvaststelling ten grondslag moet liggen. Is dit niet het geval, dan kan de rechter het
besluit vernietigen.
- Het bestuursorgaan hoef niet altijd al het onderzoek zelf te verrichten. De aanvrager heeft
een informatieplicht die is geregeld in art. 4:2 lid 2 Awb.
- Het bestuursorgaan bekijkt op grond van art. 3:4 lid 1 Awb of het zicht heeft op alle
belangen die het bij de besluitvorming moet afwegen.
- Het zorgvuldigheidsbeginsel is dus deels formeel en deels materieel. Formeel betreffende
de procedure van het verkrijgen van informatie. En materieel betreffende de afweging die
het bestuursorgaan moet maken.
Motiveringsbeginsel:
- Ingevolge art. 3:46 Awb dient een besluit te berusten op een deugdelijke motivering.
- Er geldt een vereiste van een draagkrachtige motivering: de motivering moet het besluit
kunnen dragen:
1. De feiten moeten juist worden vastgesteld
2. De vastgestelde feiten moeten leiden tot het besluit
- Ook moet er sprake zijn van een kenbare motivering (art. 3:47 Awb):
1. De motivering moet inzicht verschaffen in de gevolgde gedachtegang van het
bestuursorgaan
2. De motivering moet voor de belanghebbende begrijpelijk zijn
- Ook kan het zo zijn dat er geen motivering verplicht is in eerste instantie, als redelijkerwijs
kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat art. 3:48 lid 1 Awb
- Echter, als de belanghebbende er binnen een redelijke termijn om vraagt wordt het
bestuursorgaan alsnog tot een motivering verplicht art. 3:48 lid 2 Awb
- Een uitdrukkelijke motivering moet eveneens volgen, indien en besluit niet overeenkomstig
de aanvraag wordt genomen en dat voor de betrokkene belastend is.
- Soms mag een bestuursorgaan bij de motivering van zijn besluit gebruik maken van een
advies. Art. 3:49 en 3:50 Awb geven daarvoor de volgende regels:
1. De motivering kan bestaan uit een verwijzing naar een advies, indien dat advies een
genoegzame motivering bevat en van het advies ook kennis is of wordt gegeven.
2. Als het besluit afwijkt van een wettelijk voorgeschreven advies, moet niet alleen het
besluit zelf gemotiveerd zijn, maar ook de reden voor de afwijking van het advies
worden gegeven.
Materiele beginselen:
Verbod van willekeur:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmennn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.