5.2 Beroep en Welzijnsbeleid
Samenvatting lesstof
Basisboek Sociaal Werk – Hoofdstuk 1: kennismaken met sociaal werk
Doelen van sociaal werk:
Bevorderen van maatschappelijke verandering en ontwikkeling;
Bevorderen van sociale cohesie;
Bevrijden van mensen uit onderdrukking en hen bemoedigen en ondersteunen om
vastgelopen situaties los te wrikken;
Fundamentele principes van sociaal werk:
Sociale rechtvaardigheid;
Mensenrechten;
Collectieve verantwoordelijkheid;
Respect voor diversiteit;
Gebruikmaking van de volgende kennis:
Theorieën over sociaal werk;
Kennis uit sociale wetenschappen en geesteswetenschappen;
Lokale kennis uit gemeenschappen waarin sociaal werk zich beweegt;
Kerntaken sociaal werker:
1. Ondersteunen en wegwijs maken
2. Voor iemand zorgen
3. Ontwikkelen en opvoeden
4. Ingrijpen en optreden
5. Gedrag beïnvloeden
6. Verhoudingen beïnvloeden
7. Signaleren en agenderen
Hoofdterreinen sociaal werk:
1. Welzijn en samenleving (buurten en wijken)
2. Jeugddomein
3. Langdurige zorg
Van klassieke naar activerende verzorgingsstaat:
Lokalisering: verantwoordelijkheid naar lagere overheden: WMO, wet jeugdzorg, participatiewet
Preventie:
Negatief: barrières opwerpen om ongewenst gedrag tegen te gaan.
Positief: integreren, zo normaal mogelijk. Organisatie volgens ‘nabijheid’, ‘integraliteit’ en
‘tijdigheid’
Actief burgerschap/civil society:
Burgers verantwoordelijkheid geven
Burgers doen veel zelf, de staat blijft op de achtergrond – integratie – bezuiniging!
Vermaatschappelijking van de zorg: In en door de samenleving. Geen instelling, maar de wijk in.
Voorkomen van institutionalisering.
Privatisering: PGB, rugzakje, zzp-ers, etc.
, Nadelen van de participatiesamenleving:
Legt druk op de wijken met de grootste problemen
De verantwoordelijkheid aan de onderkant van de samenleving blijft groot, maar de
voorwaarden worden strenger
Voordelen van de participatiesamenleving:
De wijkaanpak heeft een aantoonbaar positief effect op mentale en lichamelijke gezondheid
Sociaal werk is een normatief beroep: werken vanuit bepaalde waarden, de beroepscode in acht
nemen.
Rollen van de sociaal werker:
1. Veranderaar: in situaties, toestanden, relaties verbeteren, participatie, patronen
doorbreken, loslaten crimineel gedrag;
2. Verbinder: verandering moet beklijven, het systeem er bij betrekken;
3. Onderzoeker: waar liggen kansen?