1. Inleiding
Er is gekozen om onderzoek te doen naar de beschermende en belemmerende
factoren van basisschoolleraren om een melding te doen van kindermishandeling
met behulp van de Meldcode. Naar voren zal komen, waarom er gekozen is voor dit
onderzoek, wat er zal worden onderzocht en hoe het plan van aanpak eruit komt te
zien.
1.1 Aanleiding
In elke klas zit gemiddeld één kind dat thuis mishandeld, misbruikt of verwaarloosd
wordt, volgens minister Hugo de Jonge (VWS). Jaarlijks zijn er zo’n 119.000
kinderen die hieronder lijden, waarvan tientallen het soms niet overleven. Jarenlang
wordt er van alles aan gedaan om het aantal gevallen naar beneden te krijgen. Sinds
zes jaar is er de wettelijke Meldcode, die in 2019 stevig is aangescherpt.
Sinds 2019 moet elke zorginstelling, gemeente en school bij een ernstig vermoeden
van kindermishandeling bij de organisatie Veilig Thuis een melding doen. De
bedoeling hiervan is om de slachtoffers eerder te signaleren en sneller hulp te
kunnen bieden.
De meldingen aan Veilig Thuis, vanuit het onderwijs blijven echter erg laag.
Het aantal meldingen in Engeland en Duitsland ligt veel hoger dan in Nederland,
blijkt uit een recent internationaal onderzoek. De drempel om kindermishandeling te
melden is in deze landen veel lager dan in Nederland.
De leerkrachten in Nederland willen het vertrouwen niet verliezen van de ouders. Ze
weten ook vaak niet hoe ze het signaleren van kindermishandeling moeten
aanpakken, meldt Tea Hol, directeur van de vereniging voor
aandachtsfunctionarissen LVAK (NOS, 2019).
1.2 Belang van het onderzoek:
Om goed te handelen bij kindermishandeling is in 2013 de Meldcode Huiselijk
Geweld en Kindermishandeling ingevoerd. In de Meldcode staat een praktisch en
overzichtelijk 5 stappenplan dat aangeeft hoe professionals moeten handelen bij
tekenen van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dit is verplicht voor
professionals in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, etc. (Janssen &
Wentzel, 2015).
De Meldcode wordt dus nog niet vaak genoeg gebruikt door leerkrachten op
basisscholen. Ze weten niet goed hoe ze het moeten gebruiken en willen het
vertrouwen van de ouders niet verliezen. Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen
in wat de belemmeringen en beschermende factoren zijn voor leerkrachten, om een
melding te maken. Mogelijk helpen de bevinden van dit onderzoek, Veilig Thuis of
andere zorgorganisaties, met het waar nodig aanpassen van de Meldcode.
1.3 Theoretisch kader:
Volgens een onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut waren er in 2017 tussen
, de 90.000 en 127.000 kinderen tussen de 0 en 18 jaar, blootgesteld aan een vorm
van kindermishandeling. Dit is ongeveer 3 procent van alle kinderen in Nederland.
Deze mishandelingen zijn gesignaleerd door een professional. De 3 procent geldt als
ondergrens, omdat niet alle gevallen van kindermishandeling gesignaleerd of gemeld
worden (Nederlands Jeugdinstituut, 2019).
Kindermishandeling is de definitie voor iedere vorm van bedreigende of
gewelddadige interactie van psychische, fysieke of seksuele aard tegenover
minderjarigen. Bij kindermishandeling is er sprake van ernstige psychische of fysieke
schade dat permanent of tijdelijk van aard is.
Het kan actief of passief zijn en vindt meestal plaats door de ouders of andere
persoon met wie het kind een afhankelijkheidsrelatie heeft (Zorgwijzer, 2019).
Onder kindermishandeling vallen verschillende vormen, zoals: verwaarlozing,
lichamelijke mishandeling, psychische mishandeling en seksueel misbruik. Verder
zijn er verschillende risicofactoren voor kindermishandeling, zoals:
leefomstandigheden, problematiek bij ouders en problematiek bij kinderen.
De gevolgen van kindermishandeling zijn groot. Op korte termijn kunnen kinderen te
maken krijgen met een achterstand of probleem op lichamelijk, emotioneel of
intellectueel gebied. Ook kan het kind eerder te maken krijgen met een drugs of
alcoholverslaving. In de ernstige gevallen kan het kind te maken krijgen met
zelfverwonding of zelfdoding. Op langere termijn kunnen er stoornissen ontstaan,
bijvoorbeeld posttraumatische stressstoornis (PTSS). Er ontstaat een negatief
zelfbeeld en het vertrouwen in de mens is geschaad. Tot slot verkleint de kans op de
arbeidsmarkt voor ze en kunnen ze moeilijker een relatie aangaan (Zorgwijzer,
2019).
2. Doel- en vraagstelling
2.1 Probleemstelling:
Sinds 2019 moet elke zorginstelling, gemeente en school bij een ernstig vermoeden
van kindermishandeling bij de organisatie Veilig Thuis een melding doen. De