PSYCHOPATHOLOGIE SAMENVATTING
Nevid, J.S., Rathus, S.A., & Greene, B. (2017). Psychiatrie, een inleiding (9e druk).
Amsterdam: Pearson Benelux.
‘’INLEIDING: GESCHIEDENIS, CLASSIFICATIE EN BEHANDELMETHODEN
HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE
Psychpathologie en psychische stoornis
o Psychopathologie: Psychopathologie houdt zich bezig met diverse vormen van
afwijkende emoties, gedachten en gedrag, de oorzaken daarvan en de
behandelmogelijkheden ervoor. Psychopathologie is een deelgebied van de
psychiatrie en de klinische psychologie.
o Psychische stoornis: Ongeveer 1 op de 2 mensen in Nederland krijgt ooit in zijn
leven te maken met een diagnosticeerbare psychische stoornis. Een psychische
stoornis is het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat
wordt gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren en het
(persoonlijk) lijden.
Een psychische stoornis is een gedrags- of psychologisch syndroom dat
samenhangt met:
Actueel lijden;
Tekort schieten van het functioneren of;
Een significant toegenomen risico om dood te gaan, pijn te lijden of de
persoonlijke vrijheid te verliezen.
Definiëren van normaal en abnormaal/afwijkend gedrag
o Normaal gedrag: Normaal gedrag wordt gezien als goed, iets dat natuurlijk is en
vanzelf gaat. Normaal gedrag en abnormaal is erg afhankelijk van de cultuur en
de tijdsgeest.
o Abnormaal gedrag: Abnormaal gedrag wordt vaak gezien als slecht, afwijkend,
een teken van een psychische aandoening.
o Definiëren van afwijkend gedrag: Binnen het classificatiesysteem van de DSM
worden psychische stoornissen gedefinieerd op grond van gedragspatronen die
samenhangen met emotioneel lijden en/of significante belemmeringen in het
psychologisch functioneren.
o Criteria voor afwijkend gedrag: Deskundigen gebruiken verschillende criteria
om te beoordelen of emoties, gedachten en gedrag afwijkend zijn.
Uitzonderlijk: Uitzonderlijk gedrag wordt meestal als afwijkend
beschouwd. Dingen die er niet zijn zien en dingen horen die er niet zijn
wordt in onze cultuur bijna altijd als afwijkend gezien, met uitzondering
van bepaalde religieuze ervaringen. Een voorbeeld hiervan is gevoelens
van intenste paniek bij het betreden van een supermarkt of een drukke lift.
Sociaal afwijkend: Alle samenlevingen hebben normen (maatstaven) die
bepalen welke vormen van gedrag acceptabel zijn in een bepaalde context.
Gedrag dat mensen in de ene cultuur normaal vinden, kan door mensen in
een andere cultuur als afwijkend worden beschouwd. Het zijn dus relatieve
maatstaven en geen universele waarheden.
Foute perceptie of interpretatie van de realiteit: Normaal gesproken
vormen onze zintuigen en cognitieve processen een accurate mentale
representatie van onze omgeving. Wanneer iemand dingen ziet of
stemmen hoort die er niet zijn, wordt er gezegd dat hij hallucineert. Of
, wanneer iemand last heeft van wanen, kan dat beschouwd worden als een
teken van een psychische stoornis.
Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon: Persoonlijk lijden als
gevolg van problematische emoties als angst en depressies kan afwijkend
zijn. De meeste personen passen zich na een bedreigende of emotionele na
verloop van tijd aan. Hierdoor verminderen de heftige emoties. Maar voor
sommige personen blijven de emoties, zoals angst en depressie zo hevig,
dat ze niet meer goed kunnen functioneren.
Ongepast of contraproductief gedrag: Gedrag dat geen bevrediging,
maar onprettige gevoelens oproept, wordt over het algemeen als afwijkend
gezien. Gedrag dat ons beperkt in ons vermogen om bepaalde rollen te
vervullen of dat ons ervan weerhoudt om ons aan onze omgeving aan te
passen, kan ook als afwijkend worden opgevat. Voorbeelden hiervan zijn
zwaar alcoholgebruik en agorafobie. Als het de betrokkene beperkt in zijn
vermogen om te werken en om sociale verantwoordelijkheid te dragen, is
het contraproductief.
Gevaar: Gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor
anderen wordt ook als afwijkend gezien. Een voorbeeld hiervan is dat
mensen zelfmoord proberen te plegen, omdat ze de druk van het dagelijks
leven niet aankunnen.
Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
Onvoorspelbaarheid en controleverlies
Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel oproept bij anderen
Afhankelijk van de situatie wegen sommige criteria zwaarder dan andere,
maar in de meeste gevallen gebruiken deskundigen een combinatie van de
verschillende criteria om een psychische stoornis vast te stellen.
o Culturele aspecten van afwijkend gedrag: Concepten van gezondheid en
ziekte kunnen in verschillende culturen een verschillende betekenis hebben. Zelfs
de woorden waarmee een psychische stoornis wordt beschreven, hebben in een
andere cultuur een andere betekenis.
Historische visies op afwijkend gedrag
o Voor de klassieke oudheid (750 voor Christus):
Trepanatie: Trepanatie is een procedure waarbij men een gat in de
schedel van een ander maakt. Sommige onderzoekers vermoeden dat het
gebruik een antieke vorm van chirurgie is. Het was bedoeld om het
slachtoffer te bevrijden van de demonen (kwade geesten) die men
verantwoordelijk achtte voor zijn abnormale gedrag.
o Hippocartes: Hippocartes stelde dat de gezondheid van het lichaam en de geest
wordt bepaald door een evenwicht in de humores, oftewel de lichaamssappen:
slijm, zwarte gal, bloed en gele gal. Een verstoring van het evenwicht tussen de
humores was verantwoordelijk voor afwijkend gedrag. Voorbeelden hiervan zijn:
Een overvloed aan slijm zou ervoor kunnen zorgen dat een persoon traag
wordt (flegmatiek);
Een overschot aan zwarte gal zou de oorzaak voor een depressie kunnen
zijn (melancholie);
Een overvloed aan bloed zou leiden tot vrolijkheid, zelfverzekerdheid en
optimisme (sanguinische dispositie);
Een overvloed aan gele gal zou mensen driftig kunnen maken (cholerisch).
Hippocartes classificeerden abnormale gedragspatronen aan de hand van drie
hoofdcategorieën:
, 1. Melancholie = Buitensporige depressie;
2. Manie = Uitzonderlijke opwinding;
3. Bezetenheid (tegenwoordig wordt het schizofrenie genoemd).
o Exorcisme en heksenvervolgingen: In de middeleeuwen nam het geloof in
bovennatuurlijke oorzaken weer toe, met name de doctrine van de bezetenheid.
Volgens deze doctrine is afwijkend gedrag een teken van bezetenheid door boze
geesten of de duivel. Bezeten mensen worden bij voorkeur door middel van
uitdrijvingen behandeld. Uitdrijvingen door middel van gebed, bezweringen, het
voor het slachtoffer heen en weer zwaaien van een kruis en zelfs uithongeren van
de ‘bezetene’.
Exorcisme: Rituelen rondom het uitdrijven van kwade geesten.
Trepanatie: Trepanatie is een procedure waarbij men een gat in de
schedel van een ander maakt. Dit was vanuit het idee dat wanneer mensen
afwijkend gedrag vertoonden dit verklaard werd vanuit het gegeven dat bij
iemand een wesp tijdens het slapen in zijn neus was gevlogen.
Drijftest: De heksenvervolging werd uitgevoerd door inquisiteurs. Het
diagnosticeren gebeurde door de heks in het water te gooien en dan te
kijken of ze bleef drijven. Iedereen die bleef drijven werd onzuiver
verklaard en spande samen met de duivel.
o Gekkenhuizen: Rond 1600 werden overal in Europa krankzinnigengestichten of
‘gekkenhuizen’ gebouwd. De bewoners werden vastgeketend aan hun bedden en
lagen in hun eigen vuil of zwierven zonder enig toezicht over het terrein.
o Hervormingen:
Rond 1800: Vanaf 1800 ontstond de hervorming door Pussin en Pinel. In
hun ogen waren mensen die afwijkend gedrag vertoonden gewoon ziek en
hadden daarom recht op menselijke bejegening. Hierdoor ontstond een
behandelfilosofie die de morele therapie werd genoemd. Het was
gebaseerd op het idee dat patiënten door menselijke bejegeningen en een
verblijf in een ontspannen en respectvolle omgeving waardoor ze weer
normaal zouden gaan functioneren.
1841: In 1841 besloot de Nederlandse overheid een wet te ontwerpen
waarin kwaliteitseisen werden gesteld aan de behandeling en verpleging
van psychiatrische patiënten.
Tweede helft van de 19e eeuw: In de tweede helft van de 19 e eeuw
raakt het idee dat afwijkend gedrag succesvol kan worden behandeld of
genezen kon worden met behulp van morele therapie, langzaam maar
zeker in ongenade (apathie). Hierdoor ontstond er een periode waarin
iedereen geloofde dat afwijkend gedrag ongeneeslijk was. Hierdoor werd
het behandelen en verplegen gestopt en werden de patiënten aan hun lot
overgelaten of door dwangbuizen, etc. in bedwang gehouden.
1850-1940: Aan het eind van de 19 e eeuw kwamen Charcot en Freud op.
Charcot deed veel met hypnose (mensen in een ander bewustzijnstoestand
brengen) en hiermee probeerde hij anderen te helpen. Freud ging zijn
eigen ideeën ontwikkelen over het functioneren van de geest, hoe dat mis
kan gaan en hoe symptomen verklaard kunnen worden. De therapie die
Freud ontwikkelde was praten als medicijn. Dit was met het idee dat door
middel van praten het onbewuste bewust kon worden gemaakt.
1950: In de jaren 50 komt er steeds meer aandacht voor mensen met
psychische problematiek.
- Psychiatrische ziekenhuizen: In de jaren 50 waren er psychiatrische
ziekenhuizen, maar hier ging het niet goed aan toe. Er werd veel in
groepen gedaan in plaats van individueel en er werd veel aandacht
besteed aan het onderdrukken van de klachten. Het onderdrukken
, van klachten werd gedaan aan de hand van medicijnen die in die
tijd opkwamen.
- Antipsychiatrische beweging: In de jaren 70 kwam de anti-
psychiatrische beweging naar voren. Deze beweging ging er vanuit
dat psychische stoornissen überhaupt niet bestonden, maar een
gevolg waren van de maatschappij. Hierdoor worden psychiatrische
patiënten niet alleen in psychiatrische ziekenhuizen behandeld,
maar kwam er ook ambulante hulpverlening.
Eind 20ste en begin 21ste eeuw is het uitgangspunt geworden
dat mensen met een psychische stoornis niet moeten worden
opgenomen, tenzij er geen alternatief is. De patiënten worden meer
ambulant en in de maatschappij geholpen en er werd meer
outreachend gewerkt. Outreachend is een vorm van hulpverlening
waarbij de hulpverleners zich voornamelijk richten op de personen
die zorg vermijden.
- Lobotomie: Tijdens lobotomie wordt er een kleine beschadiging aan
de hersenen aangebracht met als resultaat dat mensen rustig en
kalm werden.
20 eeuw: In de 20ste eeuw is er veel veranderd in de wijze waarop er
ste
met patiënten wordt omgegaan. Er kwamen nieuwe maatschappelijke
opvattingen, omdat er steeds meer mogelijkheden kwamen voor het
behandelen van patiënten. Door de nieuwe en effectieve medicatie en
nieuwe therapeutische behandelingen kunnen ‘ongeneeslijke’ patiënten in
de gewone maatschappij functioneren. En sociaal gerichte psychiatrische
principes kwamen steeds meer op de voorgrond te staan.
o Hedendaagse trends: Er zijn verschillende vormen van therapie om met
psychische problematiek om te gaan, zoals gesprekstherapie en medicatie.
Daarnaast komt er ook steeds meer nadruk op eigen kracht, het empoweren van
mensen. De rol van ervaringsdeskundigen en zelfhulpgroepen in de psychiatrie is
groter geworden; de herstelbenadering, waarbij psychiatrische patiënten een
actieve rol krijgen in hun eigen herstel en maatschappelijke participatie.
Evidence-based medicine en evidence-based practice
o Evidence-based medicine: Evidence-based medicine is het streven om gebruik
te maken van het beste beschikbare bewijs bij het maken van een keuze voor de
behandeling van de patiënt. Hieruit kwamen behandelrichtlijnen en protocollen
waarmee een poging werd gedaan om de kwaliteit van de zorg te verbeteren en
de resultaten meetbaar en vergelijkbaar te maken.
o Evidence-based practice: Evidence-based practice is dat de professional
besluiten neemt op grond van de beste onderzoeksresultaten, ervaring, de
voorkeur van de patiënt en de beschikbare middelen.
Aspecten van kritisch denken
o Kritisch denken: Kritisch denken betekent nooit afgaan op een eerste indruk en
altijd beide kanten van een argument of stelling bekijken. Belangrijke aspecten
van kritisch denken zijn:
Blijf sceptisch;
Denk na over de definities en terminologie;
Weeg de aannamen of premissen waarop argumenten gebaseerd zijn;
Houd in gedachten dat correlatie niet gelijk staat aan een causaal verband;
Overweeg de aard van de bewijzen waarmee conclusies worden
onderbouwd;