WERKCOLLEGES EUROPEES RECHT
WERKCOLLEGE 1
Opdracht 1: Studie-oefening
De rechtspraak inzake het vrij verkeer van goederen is complex en tamelijk verwarrend. Een van de hete hangijzers
in deze rechtspraak is de precieze reikwijdte van het begrip “maatregel van gelijke werking”. De ervaring leert dat
het maken van mindmaps, stappenplannen, beslisschema’s enz. vaak helpt om de rechtspraak beter te begrijpen
en een “strategie” te ontwikkelen om (tentamen)vragen te beantwoorden. Maak op papier een flowchart of
beslisschema (de vorm is geheel aan u) om vast te stellen of een bepaalde maatregel van een lidstaat een “maatregel
van gelijke werking” is, en of deze gerechtvaardigd kan worden. Probeer de voorgeschreven jurisprudentie hierin
zo goed mogelijk te verwerken.
Zie losse schema die ik heb gemaakt.
3 type nationale maatregelen:
- Kwantitatieve beperkingen
- Maatregelen van gelijke werking
o Maatregelen met onderscheid à zijn altijd een maatregel van gelijke werking en een schending
van art. 34 VWEU (maakt de maatregel onderscheid tussen binnen en buitenlandse producten,
zo ja à maatregel van gelijke werking).
o Producteis
o Elke andere maatregel die de markttoegang voor buitenlandse goederen belemmerd is ook een
maatregel van gelijke werking
- Verkoopmodaliteiten
Ø Maatregel van gelijke werking = Maatregelen die de intra-communautaire handel “al dan niet
rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel belemmeren” (Dassonville)
Ø Maatregelen met onderscheid (directe discriminatie) vs. maatregelen zonder onderscheid (indirect
discriminatie of geen discriminatie)
Ø Producteisen vs. andere maatregelen
Ø Verkoopmodaliteiten vs. andere maatregelen
Mogelijke vragen:
- Is sprake van een kwantitatieve invoerbeperking?
- Is sprake van een maatregel met onderscheid of zonder onderscheid?
- Is de maatregel direct of indirect discriminerend?
- Is sprake van een producteis?
- Is sprake van een regel inzake bepaalde verkoopmodaliteiten?
- Belemmert de maatregel de toegang tot de markt?
- Is er een rechtvaardigingsgrond in artikel 36 VWEU?
- Is er een Cassis-rechtvaardiging/dwingende reden van algemeen belang?
- Is de maatregel geschikt en noodzakelijk?
Opdracht 2: Casus
Het bedrijf “Next Gen Pharmacy” is een online apotheek gevestigd in Nederland, en verkoopt wereldwijd zowel
medicijnen op recept als vrij verkrijgbare medicijnen aan consumenten. Next Gen Pharmacy voldoet aan alle door
Nederland gestelde vergunningseisen voor apotheken. Bestellingen gaan volledig online en het bedrijf heeft
behalve het hoofdkantoor geen fysieke vestigingen. Voor medicijnen op recept moeten klanten in het
bestelformulier aangeven welke klachten zij hebben, waarna één van de huisartsen in dienst bij Next Gen
Pharmacy de bestelling controleert en dient goed te keuren.
Door het ontbreken van fysieke locaties en de lage overheadkosten kan Next Gen Pharmacy medicijnen goedkoper
aanbieden dan haar concurrenten. Dit is tegen het zere been van de Duitse vereniging van apothekers. De omzet
van Duitse apothekers is in de afgelopen jaren sterk gedaald doordat steeds meer Duitse consumenten hun
medicijnen online bestellen uit Nederland.
Duitsland kent traditiegetrouw strenge medicijnenwetgeving die tot doel heeft de gezondheid van patiënten en
consumenten in het algemeen te beschermen. Zo mogen medicijnen alleen worden verkocht aan consumenten door
ondernemingen met een apothekersvergunning. Voor het hebben van een dergelijke vergunning moet de aanvrager
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 1
,voldoen aan diverse eisen. Zo mogen zowel medicijnen op recept als de meeste medicijnen zonder recept alleen
worden verkocht in fysieke winkels, moet er te allen tijde ten minste één medewerker met een afgeronde
farmaciestudie aanwezig te zijn in de winkel, en mogen medicijnen op recept bovendien alleen worden verkocht
door medewerkers met een afgeronde farmaciestudie. Hiermee beoogt de Duitse wetgeving een degelijke
voorlichting aan de consument te garanderen.
De Duitse vereniging van apothekers doet een handhavingsverzoek aan de Duitse overheid om de verkoop van
medicijnen (met en zonder recept) door Next Gen Pharmacy aan Duitse consumenten te verbieden. Het bevoegde
bestuursorgaan geeft gehoor aan dit verzoek en verbiedt per direct alle activiteiten van Next Gen Pharmacy op
Duits grondgebied, inclusief het leveren aan consumenten met een Duits postadres. Next Gen Pharmacy gaat
overeenkomstig het Duitse procesrecht in beroep bij de bevoegde rechtbank tegen de beslissing van het Duitse
bestuursorgaan.
De centrale vraag in deze casus is of het verbod op de activiteiten van Next Gen Pharmacy door de Duitse overheid
in overeenstemming is met het vrij verkeer van goederen. Eén van de procespartijen (zie hieronder) vraagt u om
een pleidooi van maximaal 500 woorden waarin u haar zaak bepleit vanuit EU-rechtelijk perspectief.
Studenten met achternamen beginnende met A t/m K: schrijf een pleidooi ten behoeve van Next Gen Pharmacy
waarin u beargumenteert dat het Duitse verbod in strijd is met artikel 34 en 36 VWEU.
Studenten met achternamen beginnende met L t/m Z: schrijf een pleidooi ten behoeve van de Duitse overheid
waarin u beargumenteert dat het Duitse verbod in overeenstemming is met artikel 34 en 36 VWEU.
Feiten
- Een bepaalde Duitse wet en die zegt: je mag medicijnen alleen verkopen in apotheken en om een apotheek
te beginnen moet je een vergunning hebben, en om een vergunning te kunnen krijgen moet je voldoen
aan een aantal eisen:
o Fysieke winkel hebben
o Ten alle tijden moet je een gediplomeerd farmaceut in de winkel hebben
o Medicijnen op recept mogen alleen maar worden verkocht door die specifieke farmaceut.
- Bedrijf uit NL Next Gen Pharmacy is in NL gevestigd, heeft een hoofdkantoor en distributiecentrum,
maar heeft geen fysieke winkels, ze verkopen de medicijnen online aan klanten in NL en in het buitenland.
- Duitse overheid zegt: NL bedrijf verkoopt aan klanten in NL, maar ze hebben geen Duitse
apothekersvergunning en die kunnen ze ook niet krijgen, want ze hebben geen fysieke winkel, dus per
direct worden alle activiteiten van NL bedrijf in Duitsland verboden.
Relevante rechtsvragen
Je kijkt alleen maar naar zaken die door de tegenpartij worden betwist. Dingen waarvan je weet dat ze niet in
geschil zijn (bijv. dat er sprake is van een grensoverschrijdend effect) die bespreek je dan ook niet. Andere
voorbeelden van zaken die niet ter discussie staan, en die je dus niet noemt:
- Het gaat hier om art. 34 VWEU à want een medicijn is een goed, het is geen dienst, geen persoon en
ook geen kapitaal. Dus daar hoef je het niet over te hebben.
- Er is sprake van een grensoverschrijdend effect à het gaat om een Duitse wet die wordt toegepast op een
NL-bedrijf, dat is dus een grensoverschrijdend effect. Dus hoef je niet meer op in te gaan, want het staat
niet ter discussie.
- Rechtstreekse werking à we weten dat art. 34 VWEU verticale rechtstreekse werking heeft, het gaat hier
om handhaving van de overheid en de persoon in kwestie is een individu, dus dat is een verticale situatie
en dus kan Next Gen zich beroepen op art. 34 VWEU.
Je kan bijv. zeggen: niet ter discussie staat dat het hier gaat om een goed, dat art. 34 VWEU van toepassing is en
dat er sprake is van een grensoverschrijdend effect.
De relevante rechtsvragen in casu zijn:
- Is er sprake van een kwantitatieve beperking of een maatregel van gelijke werking?
- Zo ja, kan deze gerechtvaardigd worden?
Next Gen Pharmacy
Is er sprake van een kwantitatieve beperking?
Als dat zo is, dan zou dat heel mooi zijn, dan is het meteen verboden onder art. 34 VWEU. Voor Next Gen is dat
heel fantastisch, want dan moet het gerechtvaardigd worden. Maar het is geen kwantitatieve beperking, want het
verbod op de activiteiten van Next Gen is een toepassing van de vergunningseisen (handhaving van een wet). Een
vergunningstelsel is geen kwantitatieve beperking, want het is geen zelfstandige regel, maar de handhaving van
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 2
, een vergunningstelsel en dat betreft geen kwantitatieve beperking. Er is geen beperking van het aantal medicijnen
dat geïmporteerd mag worden (dat had wel een kwantitatieve beperking geweest).
Is sprake van een maatregel van gelijke werking?
Vanuit Next Gen moet het antwoord: JA zijn. Want als het geen MGW is, dan is alles verloren, dan valt er niks
aan te redden. Er moet sprake zijn van een potentiele of daadwerkelijke handelsbelemmering dit komt uit
Dassonville: iedere handelsregeling die de handel tussen lidstaten al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of
potentieel beïnvloed is een maatregel van gelijke werking. In het arrest Italiaanse aanhangwagens wordt dat
verduidelijkt door het Hof: dat betekent eigenlijk dat er sprake moet zijn van een belemmering van de
markttoegang van producten uit andere lidstaten.
Next Gen kan geen medicijnen verkopen in Duitsland, dus dat lijkt ontzettend op een belemmering van hun
mogelijkheden om tot de Duitse markt toe te treden. Als je echt strikt genomen Dassonville letterlijk toepast, dan
zou je vrij snel tot de conclusie komen dat er sprake is van een maatregel van gelijke werking. Er is alleen een
probleem voor Next Gen, want we weten dat voor regels inzake verkoopmodaliteiten een specifieke toets telt,
namelijk een discriminatietoets (Keck): De maatregel is geen maatregel van gelijke werking:
- Als hij van toepassing is op alle marktdeelnemers en
- Als hij rechtens en feitelijk dezelfde invloed heeft op binnenlandse producten als op buitenlandse
producten.
Is hier nou sprake van zo’n verkoopmodaliteit? à Vanuit Next Gen bekeken hebben we dat liever niet, want dat
maakt het moeilijker, want we moeten dan aantonen dat er sprake is van discriminatie. Alleen het is vrij lastig te
ontkennen, omdat een vergunningseis niets te maken heeft met eisen aan producten (er worden geen enkele eisen
gesteld aan de medicijnen zelf). Het vergunningsstelsel betreft juist de wijze waarop medicijnen met en zonder
recept verkocht mogen worden en dat is een verkoopmodaliteit!
Je moet dus voor Next Gen gaan aantonen dat deze verkoopmodaliteit direct of indirect discrimineert tegen
buitenlandse producten:
- Heeft de eis van het hebben van een fysieke winkel dezelfde invloed op:
o Medicijnen verkocht aan Duitse consumenten vanuit het buitenland,
o Als op medicijnen verkocht aan Duitse consumenten vanuit Duitsland zelf?
Kunnen medicijnen die uit het buitenland verkocht worden aan Duitse consumenten op een andere manier dan via
internet aan hen verkocht worden?
- De medicijnen worden verkocht vanuit een of andere winkel in een ander land gevestigd dan Duitsland.
Die medicijnen kunnen eigenlijk alleen maar bij die Duitse consument terecht komen via het internet. Ze
worden in ieder geval niet verkocht in een fysieke winkel, want als je een fysieke winkel hebt in een
ander land dan Duitsland, dan is het vrij onwaarschijnlijk dat je Duitse klanten over de vloer krijgt. Want
een Duitse consument reist niet naar NL af om zijn paracetamol te kopen. De prijs van de medicijnen zijn
zodanig laag dat de transportkosten om vanuit Duitsland naar NL te komen en weer terug zijn zo hoog
zodat het geen zin heeft om die medicijnen in NL te kopen.
Dus ook al zou Next Gen in NL een fysieke winkel hebben, dan nog zouden er geen Duitse consumenten
langskomen. M.a.w. is internet voor Next Gen de enige methode om de Duitse consument te bereiken en
dat geldt niet voor de Duitse apothekers, want die apothekers kunnen ook heel veel voordeel hebben bij
internetverkoop, maar die hebben in ieder geval hun fysieke winkel en hun lokale klantenbestand.
De eis van een fysieke winkel heeft een grotere negatieve invloed op medicijnen verkocht uit apothekers in
het buitenland, dan op medicijnen verkocht door apothekers in Duitsland, dit is indirect discriminerend en
dus is het een maatregel van gelijke werking.
- Het is een verkoopmodaliteit die feitelijk een zwaardere invloed heeft op medicijnen verkocht uit
het buitenland, dan medicijnen verkocht uit Duitsland.
Duitsland
Het is voor Duitsland heel erg gunstig als we deze maatregel kwalificeren als verkoopmodaliteit. De taak is om
een verhaal te bedenken dat erop neer komt dat deze verkoopmodaliteit niet direct en niet indirect discrimineert.
Vaststaat:
- Dat het vergunningsstelsel geldt voor alle marktdeelnemers;
- Dat er geen sprake is van directe discriminatie;
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 3