Blok 4 Voortgangstoets Specifieke begeleiding en activiteiten
buiten school
- School en didactiek: Hoofdstuk 6 en 7
- Activiteiten bij leren: Hoofdstuk 3.5 t/m 8
- Alle bijlagen
School en didactiek
Hoofdstuk 6
Als je regels vastgelegd in een methodisch leidraad noem je dat een protocol. Een
calamiteit is een ramp. Het is een gebeurtenis waardoor de buitenschoolse
activiteiten moeten worden onderbroken of gestopt. Dit kan zijn een bommelding,
brand of een ongeluk. Op het schoolplein heb je te maken met lichamelijke veiligheid
(grootte van het plein, eisen aan de speeltoestellen, het bodemmateriaal) Sociale
veiligheid (per groep op het plein niet alle tegelijk, gedragsregels, overzichtelijke
indeling van het plein).Speelkwartier: kinderen kunnen zich even 15 minuten buiten
helemaal uitleven om weer de concentratie op te bouwen voor de les.
Pleinwacht: toezicht houden op kinderen die buitenspelen op het schoolplein. Je
bent dan bezig met: observeren, ingrijpen als er een onveilige situatie zich voordoet,
bemiddelen bij ruzie, en eerste hulp bieden. Observeren: bewust waarnemen.
Thomas Gordon was een Amerikaanse psycholoog die veel invloed heb gehad met
zijn opvoed theorie, de Gordon-methode. De methode geeft de volgende
uitgangspunten; luister naar het kind, praat begrijpelijke taal met het kind, ga positief
en met respect met elkaar om, los conflicten op zonder dat iemand verliest, maak
samen afspraken waar iedereen zich aan kan houden. Geen Verliesmethode:
bedenk iedereen op hun eigen manier een oplossing voor het conflict. Een
buitenschoolse activiteit is een activiteit die wel onder schooltijd plaatsvindt, maar
niet op school. Het zijn activiteiten die passen binnen de doelstellingen van het
onderwijs. Deze activiteiten vinden altijd plaats onder verantwoordelijk van de
school. TAXONOMIE van Bloom: Benjamin Bloom was een Amerikaanse
onderwijskundige die een indeling maakte in drie leerdomeinen: Kennis,
vaardigheden, houding. Buitenschoolse activiteiten kunnen verschillende doelen
hebben. Bijvoorbeeld: de groep leren kennen, de groepsbinding versterken, zorgen
voor ontspanning en vakgebonden leerdoelen behalen. Buitenschoolse activiteiten
zijn belangrijk omdat: ze leerlingen ontwikkelkansen bieden, ze een brug slaan
tussen theorie en praktijk, ze een verbinding leggen tussen de school en de
omgeving, ze leerlingen laten ontdekken wat ze leuk vinden of waar ze goed in zijn,
ze vaak een sociaal element hebben, ze evenwicht geven tussen klassikaal leren en
buitenschoolse leren. Beroeps praktijk vorming: stage in het mbo. SMART:
Specifiek (situatie), Meetbaar (wat is minimale resultaat), Acceptabel (doel behalen
op niveau), Realistisch (haalbaar maken), Tijdgebonden (tijd). Diversiteit verschillen