Een duidelijke en uitgebreide samenvatting over het vak wetenschapsfilosofie. De inhoud is gebaseerd op de colleges en de stof uit het boek, dat beiden gekend moet worden voor het tentamen. Inclusies oefenvragen met antwoorden.
Wetenschapsfilosofie
College 1
Hoofdstuk 1 lezen hierbij
Filosofisch denken
Snelle denkers maken veel fouten. Langzaam denken is veel logischer en
betrouwbaarder. Iedereen heeft beide in zich. Het boek thinking fast and slow van
daniel Kahneman gaat over ons feilbare denken. Uit het boek volgen twee systemen:
- Systeem 1: snel maar betrouwbaar
- Systeem 2: langzaam maar betrouwbaar
1 is snel. Alles wat je direct te binnen schiet is het effect van systeem 1. Systeem 2 is
langzaam en kost moeite. Je kunt herkennen dan jouw systeem 2 aan het werk is
omdat het moeite kost. Het levert ook meetbare lichamelijke reacties op. Als je bijv.
hard moet nadenken in systeem 2 zetten je pupillen uit. Bij systeem 1 is dit niet zo.
Deze termen zijn bedoeld als versimpeling en maken duidelijk dat je niet meteen op
je eerste indruk moet vertrouwen.
Wat is filosofisch denken? Langzaam… denken (en logisch), systeem 2
Wetenschapsfilosofie: het fundament onder de wetenschap
Een kritische houding is essentieel om wetenschappelijk te denken
Wat is wetenschap?
Het heeft geen 1 juist antwoord
Het vraagstuk van onderscheid maken tussen wat wetenschap is en wat niet is het
demarcatievraagstuk
Wetenschap is een verzameling van kennis. Niet alle kennis is wetenschappelijk.
Wetenschap heeft ook iets overtuigends.
Wetenschap is een zekere kennis. Kennis waar we sluitend bewijs voor hebben
Veel wetenschappelijke kennis is niet zeker 100% bewezen
Sceptisch betekent dat je je oordeel uitstelt. Het is een wapen tegen denkfouten. Het
is heel goed in het onderbreken van systeem 1 en langzaam te gaan denken. Je
beschouwt eerst wat voor bewijs je hebt. De mens is van nature geen scepticus.
De strijd tegen bijgeloof:
Onze hersenen zijn niet gemaakt om wetenschappelijke waarheden te vinden. We
zijn van nature niet opzoek naar waarheden/kennis. De menselijke geest zoekt naar
patronen om de werkelijkheid te beïnvloeden. Als er iets is dat heel belangrijk voor je
is, maar je kunt er geen directe invloed op uitoefenen, dan ga je zoeken naar
manieren en is het heel makkelijk om jezelf voor de gek te houden. (voorbeeld de
Egyptenaren video). De menselijke geest is dus geneigd tot allerlei denkfouten en
bijgeloof. Mensen zijn van nature makkelijk te misleiden. Wetenschap is ook een
strijd tegen bijgeloof. Je kunt wetenschap zien als een menselijke
onderneming/traditie, iets waar de mensheid al eeuwenlang aan bouwt, die goede en
slechte (atoombommen, klimaatverandering) dingen heeft opgeleverd. Het is een
invloedrijke beweging geworden.
1
,Logica
Filosofie en wetenschap maken veel gebruik van logica. Logica is de uitgewerkte
vorm van systeem 2. We gebruiken logica om argumenten te analyseren. Dit is
handig om je kritisch en rationeel denkvermogen (systeem 2) aan te scherpen en te
trainen. Voor sommige mensen komt het meer van nature en de ander minder.
Een logisch argument
voorbeeld van Aristoteles alle mensen zijn sterfelijk, Socrates is een mens dus
Socrates is sterfelijk. Dit wordt ook wel een syllogisme genoemd. Het argument hier
wordt niet alleen gebruikt om andere mensen te overtuigen, maar het gaat ook om
argumenten voor jezelf om kritisch na te denken voor jezelf. Je zou dit ook een
redenatie kunnen noemen. Een logisch argument is een uitgeschreven redenatie.
Een argument/syllogisme heeft altijd twee delen: premisses en conclusies.
Premisses zijn aannames; in dit geval alle mensen zijn sterfelijk en Socrates is een
mens. Op basis van deze aannames mogen we concluderen dat Socrates sterfelijk
is. Als de aannames waar zijn dan weten we zeker dat de conclusie ook waar is; dat
wordt truth-preservation genoemd.
Truth-preservation= bij een logisch valide argument leiden ware premisses altijd tot
ware conclusies
Voorbeeld onware premisses:
Alle mensen zijn onsterfelijk, Socrates is een mens, dus Socrates is onsterfelijk. Niet
alle premisses zijn waar dus leidt het tot een onware conclusie. Dus de logica van
het argument klopt maar de aanname niet en daardoor klopt de conclusie niet
valide argument. We moeten onderscheidt maken tussen de vorm en de inhoud. De
vorm van het argument klopt (de logica), alleen zit er onware inhoud in. Dus als we
het hebben over de validiteit van een argument hebben we het over de logische
vorm. De vorm kan kloppen ook al is de inhoud grote onzin. Dat onderscheid tussen
vorm en inhoud is belangrijk en is ook de reden dat logica zo handig is.
Het is niet altijd zo dat een onware premisse leidt tot een onware conclusie, bijv. alle
konijnen zijn sterfelijk, Socrates is een konijn, dus Socrates is sterfelijk. In dit geval is
de tweede premisse onwaar. Maar de conclusie is waar. Dit is min of meer toevallig.
Dus als 1 premisses onwaar is kan de conclusie waar of onwaar zijn. Een logisch
valide argument is altijd truth-preservation
Aanvulling op betekenis= als niet alle premisses waar zijn, weten we niet of de
conclusie waar is, daar kunnen we niets over zeggen
Invalide argument (waar de logica niet klopt, dus de vorm klopt niet); voorbeeld: alle
konijnen zijn sterfelijk, Socrates is een mens, Socrates is sterfelijk. In dit geval
kloppen de premisses wel maar de vorm van het argument klopt niet. Je kunt op
basis van deze aannames niet concluderen dat Socrates sterfelijk is. Deze conclusie
volgt niet uit de premisses. Een invalide argument is dus een fout in de logica. Soms
leidt dat toevallig tot ware conclusies en soms tot onware conclusies.
Logica gaat over de vorm van de argumenten en niet over inhoud. Dit maakt het heel
krachtig omdat je dezelfde vorm kunt gebruiken voor verschillende situaties. Er zijn
een paar vormen die je heel veel kunt gebruiken.
2
, Klassieke voorbeeld:
Maakt niet uit wat je invult voor de letters,
het blijft altijd een valide argument. Het kan
ook met een onjuiste premisse wat leidt tot
een onjuiste conclusie
Modus tollens: zijn valide argumenten, soms
met ware of onware premisses maar de
vorm klopt
Vragen Quiz Module 1:
1. Een valide argument is… = is truth-preserving (waarheid-behoudend)
2. Als alle premisses van een valide argument onwaar zijn, … = kan de conclusie
waar of onwaar zijn
3. Wat is geen onderdeel van syllogismen? = waarheid
4. Of een argument valide is, hangt af van… = de vorm
5. “Op vrijdag heb ik tennisles. Vandaag heb ik tennisles. Dus vandaag is het
vrijdag.” Dit argument is… = invalide
6. “Alle paarden zijn stom. Socrates is een paard. Dus Socrates is stom.” Dit
argument is… = valide
7. Een invalide argument … = Kan leiden tot een onware conclusie op basis van
ware premisses
8. Welke van de volgende vormen van argumenten is valide? = Ontkenning van
de consequent
9. Wetenschap is ... = Op meerdere manieren te definiëren
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chelseavanvaalen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.