Samenvatting Ethiek, recht en samenleving
Literatuur: Ethiek de basis
Leerdoelen Rechtsstaat 1 Ethiek, recht en samenleving
Recht in perspectief: Achtergrond van het Recht & Recht en Moraal (A2)
Kan uitleggen wat de normatieve functie van het recht is;
normatieve functie: het recht beslaat gedragsregels (normen) waarvan het grootste
gedeelte van de samenleving vindt dat ze opgevolgd moeten worden.
Kan beschrijven wat de relatie tussen recht en moraal is;
de relatie tussen recht en moraal is dat een als een moraal belangrijk wordt gevonden door
een grotere groep mensen dan wordt dit ook vastgelegd in bijvoorbeeld de wet. Discriminatie
is iets dat niet wordt geaccepteerd in de samenleving, dit is ook vastgelegd in de grondwet.
De wetgeving zorgt ervoor dat we zo goed mogelijk kunnen samenleven, en een moraal is
gefocust op het meest wenselijke gedrag.
Kan voorbeelden geven van wederzijdse beïnvloeding van recht en moraal in de
samenleving;
De wederzijdse beïnvloeding, het recht wordt beïnvloed door wat er in de samenleving
gebeurd en andersom, bijvoorbeeld als er in de samenleving een moraal ontstaat, dan wordt
deze vaak opgenomen in het recht.
Kan beschrijven wat de verhouding tussen moraal, cultuur, waarden en normen is ;
De verhouding tussen deze onderwerpen is dat een moraal voortkomt uit de waarden en
normen die mensen al hebben in de samenleving, bijvoorbeeld als ze daar niet tevreden
over zijn dan komt er een nieuwe moraal die streeft naar verandering.
Kan uitleggen wat begrippen als waarde, norm en deugden betekenen en voorbeelden
geven van waarden, normen en deugden;
waarden: nastrevenswaardige idealen/doelen, betreffende goed samenleven
- voorbeeld: respect, eerlijkheid, milieubescherming
normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Het doel van normen stellen is goed
samenleven
- wetten, regels van je ouders, regels van school, contract
deugden: karaktereigenschappen, betreffende goed samenleven
- betrouwbaarheid, behulpzaamheid, oprechtheid, doorzettingsvermogen
gedragskeuze norm als argument waarde als deugd als
argument argument
ik maak die opdracht je moet je aan de dat draagt bij aan ik wil betrouwbaar
af, want.. afspraken houden het vertrouwen dat zijn
mensen in me
hebben
ik pik geen koekjes je mag geen koekjes dan wordt mama niet ik wil gehoorzaam