Samenvatting voor het vak Algemene Economie 2 (ALEC 2) van Nyenrode Business Universiteit 2020. Samenvatting omvat de hoofdstukken 4, 5, 6, 7, 8, 11, 13, 16, 17, 18, 19 uit het boek 'The economics of European integration' van Baldwin & Wyplosz, de hoofdstukken 1.8, 17.1, 17.8, 17.10 t/m 17.13, 18.5...
Samenvatting Algemene Economie 2 (ALEC2) - Nyenrode Business Universiteit 2020
College 1 (H4, H5, The Core 1.8, 18.5 en 18.6)
Vrijhandel met buitenland en effect op welvaart (small country)
è Als de wereldprijs lager ligt
dan de evenwichtsprijs in het
eigen land, dan zie je dat er dus
een stuk geïmporteerd gaat
worden door het eigen land.
è Je trekt de prijs wereld (Pw)
door naar de home country en
dan zie je een snijpunt met de
aanbod en vraaglijn. Het stuk
hiertussen is hetgeen dat
geïmporteerd gaat worden.
Wat is hier dan het consumentensurplus en producenten surplus?
CS toegenomen met A, B en C
PS afgenomen met A
Netto-effect (N.E.): B en C (er is
dus sprake van een
welvaartswinst)
Importtarief met buitenland en effect op welvaart (small country)
è Een klein land gaat een
importtarief heffen op
producten die geïmporteerd
gaan worden
è Er komt als het ware een
nieuwe prijs door het
importtarief, de wereldprijs
plus het tarief (Pw + t)
è De import wordt hierdoor
verkleind, zie rode markering
onderstaand.
1
,Wat is hier dan nu het consumentensurplus, producenten surplus, government revenue (GR)
en wat is het totale effect op de totale welvaart hiervan?
CS afgenomen met A, B, C en D
PS toegenomen met A
GR (government revenue)
toegenomen met D
N.E. (netto-effect): negatief
effect van B en C
(welvaartsverlies dat ontstaat
door het invoeren van
importtarief klein land. =
Deadweight loss.)
Internationale handel en importtarieven (large country)
Prijs stijgt van P’ naar P”.
CS daalt A + B + C + D
PS stijgt A
Netto verlies B + C + D = C + E
Border price effect: C
= hogere prijs import per eenh. (y-as)
Import volume effect: E (B + D)
= verlies door import
Nu (large country) echter wel effect op Xs
en stijgende curve.
Stel P* = wereldprijs en evenwichtsprijs
buitenland = geen export.
Stel prijs P’ dan FS > FD’
Stel prijs P’ naar P” vanwege tarief
- CS daalt A + B + C + D
- PS stijgt A
Netto verlies: B + C + D = C + E (identiek als
voorgaande alleen nu vanaf buitenland)
Invoeren importtarief:
- Import vraag MD blijft gelijk
- Import aanbod naar links
- Domestic price omhoog
-Border price (prijs ontvangen door
importeur omlaag) = y-as
- Import neemt af = x-as
Conclusie: importbelasting wordt door
binnen- en buitenland betaald.
2
,RTA (regional trade arrangement) diagram
Middels het RTA-diagram kan men economische integratie bestuderen.
Wat gebeurt er als het
thuisland een tarief (T) instelt
op alle importen met de
thuisprijs, de grensprijs en de
hoeveelheid import?
è Prijs thuisland omhoog,
grensprijs omlaag en minder
import.
3 basiselementen van RTA
- Smith’s certitude: buitenlandse bedrijven winnen als het tarief opgeheven wordt.
Hogere prijs en meer export.
- Haberler’s spillover: derde landen verliezen.
- Vineras ambiguity: het resultaat is onzeker. Vrije markt vergroot efficiëntie en
welvaart. Tarieven aan derde landen verlaagt de efficiëntie en welvaart.
Discriminatory liberalization
Wat gebeurt er als thuis en partner een douane-unie starten (dus zonder importtarief)?
- Import aanbodcurve vrijhandel = MS
- Import aanbodcurve tarief = MSMFN
- Knik in MS: prijs te laag voor RoW
- Alleen partner country exporteert
- Uitgangspunt is MSMFN met P’ en P’ - T > thuisprijs lager
- Producenten douane-unie grensprijs omhoog van P’ - T naar P”
- Producenten RoW grensprijs omlaag van P’ - T naar P” - T
- Export RoW minder
- Export Partner stijgt meer dan export RoW daalt > import thuis stijgt = supply switching
3
,Welfare effects
Tarief partner vervalt:
- Partner wint D = Smith’s certitude
- RoW verlies E = Haberler’s spillover
- Welvaart thuis veranderd A + B - C
= positief/negatief = Viner’s ambiguity
A = deadweight loss teruggewonnen
door prijsverlaging
B = winst overheid tarief van RoW
C = verlies overheid tarief partner
vervalt
Absolute en comparatieve voordelen
Een land heeft een absoluut voordeel als het het producten absoluut goedkoper kan
produceren. Een land heeft een comparatief voordeel wanneer een land een bepaald product
relatief goedkoper kan produceren dan een handelspartner. Om te bepalen wat de
comparatieve kosten zijn moet je kijken naar de opofferingskosten in eigen land. Zie
onderstaand een voorbeeld:
Productiekosten van een ton suiker en een ton graan (in euro’s)
Suiker Graan
Brazilië 200 200
EU 1.200 600
Absoluut voordeel: Brazilië, want in beide gevallen kunnen zij absoluut goedkoper
produceren.
Comparatieve kosten:
- Brazilië besteed evenveel kosten aan een ton suiker als aan een ton graan.
- De opofferingskosten voor een ton suiker in de EU zijn twee ton graan. De
opofferingskosten voor een ton graan in de EU zijn een half ton suiker.
- Brazilië kan het grootste voordeel halen uit suiker en de EU uit graan (laagste
opofferingskosten).
Globalisering
Toenemend proces van economische, culturele en politieke integratie op mondiaal niveau.
Argumenten voor globalisering:
- Meer concurrentie > lagere kosten producten > hogere koopkracht
- Afhankelijkheid van buitenland neemt toe > goed voor wereldvrede
- Inkomensongelijkheid op wereldniveau neemt af > minder armoede
- Meer efficiëntie omdat landen zich richten op de comparatieve voordelen > winst voor
bedrijven
Argumenten tegen globalisering:
- Oneerlijke concurrentie, transport slecht voor het milieu
4
, - Afhankelijkheid buitenland neemt toe > kwetsbaar voor gebeurtenissen in buitenland
door verwevenheid (crisis 2008 en corona)
- Inkomensongelijkheid op landniveau neemt toe
- Winst voor bedrijven (grote bedrijven dragen nauwelijks belasting af wat drukt op
belastingdruk van de rest), instituties op wereldniveau ondemocratisch.
College 2 (H6 en H7)
Vrijhandel binnen Europese Unie
Integratie van de EU is noodzakelijk voor het creëren van marktomvang als compensatie.
- Impliciete aanname: marktomvang is goed voor economische prestaties.
Barrières binnen de EU wegnemen > concurrentie bevorderend effect.
- Druk op de winst en reactie van de markt is ‘fusie mania’.
Concurrentie bevorderend effect druk de minst efficiënte bedrijven > industriële
herstructurering.
- In Europa: efficiëntere industriële structuur met minder, grotere, efficiëntere
bedrijven die effectiever met elkaar concurreren.
Schematisch weergegeven:
Vrijhandel > meer concurrentie binnen de markt > grote bedrijven die efficiënter presteren >
industriële herstructurering.
Perfecte concurrentie en imperfecte concurrentie (monopolist)
è Mark-up = verschil tussen de prijs die gevraagd wordt (P) en de prijs die gevraagd zou
moeten worden bij het gemiddelde van de totale kosten (ATC).
5
, Competition curve (COMP)
Verband tussen het aantal ondernemingen en de mark-up
(negatief verband). Mark-up neemt af naarmate de
concurrentie toeneemt. Als monopolist kun je dus een hele
hoge mark-up vragen, bij duopolie moet je hem al delen
met een ander waardoor de mark-up al wat lager komt en
bij nog meer bedrijven kun je een steeds minder hoge
mark-up vragen.
Break-even curve (BE)
Hoeveel ondernemingen break even kunnen spelen bij een
gegeven mark-up (positief verband). Hoe hoger de mark-up
is, hoe meer ondernemingen er kunnen overleven. Bij een
hogere mark-up > meer ondernemingen break-even.
Snijpunt COMP- en BE-Curve
Het snijpunt van de COMP-curve en de BE-curve geeft het aantal bedrijven weer dat in de
markt aanwezig zal zijn op langere termijn.
Impact van Europese vrijhandel
- Europese integratie: geleidelijke vermindering van handelsbelemmeringen.
- Er zijn twee landen: thuisland en buitenland.
- Liberalisering van handel naar vrijhandel: voorzie elk bedrijf van een tweede markt van
dezelfde grootte en verdubbel het aantal concurrenten op elke markt.
Resultaten van Europese vrijhandel
- De liberalisering van handel naar vrijhandel leidt tot minder grote bedrijven.
- De resulterende schaalvoordelen verlagen de gemiddelde kosten en maken de
bedrijven dus efficiënter.
- Extra concurrentie zorgt ervoor dat deze besparingen worden doorberekend naar
lagere prijzen.
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lieke2121. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.