SAMENVATTING MCOS B DEELTENTAMEN 2
Week 6.
T-toetsen voor twee gemiddelden
T-toetsen gaan altijd over gemiddelden.
3 soorten toetsen:
1. T-toets op 1 gemiddelde
2. Afhankelijke t-toets
3. Onafhankelijke t-toets
-Beschrijvende statistiek: beschrijvingen van de steekproef
-Inferentiële statistiek: generalisaties naar de populatie
-Welke toets je gebruikt is afhankelijk van:
>Aantal variabelen
>Meetniveau van de variabelen
>Soort relatie: verschil is samenhang
>Symmetrie of asymmetrie
-Bij analyseren altijd je data controleren: vreemde waarden / hercoderen / schalen maken /
select cases
-Volg het stappenplan: nulhypothese –toestgrootheid en motivatie –significantieniveau –
(overschrijdingskans) –waarde toetsgrootheid en voorwaarden –significantie –conclusie.
Bij het rapporteren houd je rekening met:
Noem de onderzoekseenheden
Herhaal de variabelen
Noem de toets die je uitvoert
Noem de informatie uit je steekproef (bijv: M= ... , SD= ...)
Rapporteer volgens de APA-richtlijnen (bijv: t(df) = ..., p= ..., 95%CI [ ... , ...], d= ...)
Geef een interpretatie in eigen woorden (bijv: de verwachting komt uit, want vrouwen
appen gemiddeld meer dan mannen).
Vertel wat er met de nulhypothese ‘gebeurt’.
Toets op 1 steekproefgemiddelde (t):
>Bij 1 variabele, minimaal interval niveau gemeten (numeriek)
> Variabele moet normaal verdeeld zijn of N>100, zuivere schatting.
Toetsgrootheid= t
(je hebt ook z-toets, is ook gemiddelde maar als je de populatie wel zou kennen)
t gebruik je dus wanneer je de populatie niet kent = steekproef.
Nulhypothese= H0: μ = vaste waarde & H1: μ ≠ vaste waarde
μ = gemiddelde in de populatie.
En dan?>Toetsen of de nulhypothese waar kan zijn!Hoe?▪Met de hand of met SPSS.
Standaard stappen bij toetsen:
, 1. welke nul-en alternatieve hypothesen moet ik opstellen?
2. welke toetsgrootheid heb ik nodig?
3. wat is mijn significantieniveau?
4. wat is mijn overschrijdingskans (kritieke grenswaarde)?
5. wat is de waarde van de toetsgrootheid?
6. vergelijk de overschrijdingskans met de waarde van de toetsgrootheid
7. trek een conclusie.
Bij overschrijdingskans: Als steekproef
groot genoeg is (N>100) is het 1,96,
anders in tabel kijken
t-toets met de hand:
Berekenen:
Steekproef:
N=159, M=4,5, SD=2,156, H0: μ = 5
Formule voor toetsgrootheid t:
M −μ 4,5−5
M −μ −0,5
t= = SD = 2,156 = = -2,924
Se 0,171
√n √ 159
H0: μ = 5
H1: μ ≠ 5
> Deze waarde (-2,924) afzetten tegen kritieke
grenswaarde. Teken in het figuur. Valt ie in
verwerpingsgebied? Dan H0 hypothese verwerpen
Concluderen:
De toetsgrootheid valt in het verwerpingsgebied van H0
We verwerpen daarom H0
We hebben voldoende bewijs om aan te nemen dat H1 waar is
> is dus significant
APA-rapportage:Uit een toets op één steekproefgemiddelde blijkt dat jongeren minder dan 5
uur gebruik maken van sociale media (M = 4,50, SD= 2,16). Dit blijkt significant, t(158) = -
2,93, p< 0,05
Effectgrootte
Significant, maar ook relevant?
>>Cohen’s d!
¿ M −¿
d=
S
0,20 = klein effect
0,50 = middelmatig effect
0,80 = groot effect
t-toetsen zijn verschil toetsen (2 variabelen), kijk goed naar formulering van de vraag.
Vb: Wanneer mensen worden blootgesteld aan een campagne over de risico’s van roken,
schatten zij de risico’s hoger in dan wanneer zij geen campagne zien.