Basisboek huiselijk geweld
Signaleren – melden – aanpakken
Hoofdstuk 1: definitie en begripsafbakening
1.1 Geweld in gezinnen; an inconvenient truth
Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld. Het maakt de meeste
slachtoffers.
Inconvenient truth: veel mensen weten dat het er is. Maar hebben het er liever niet
over.
1.2 Kenmerken van geweld in gezinnen
De pleger doet er vaak van alles aan om te voorkomen dat het slachtoffer ermee naar buiten
treedt en er met anderen over praat. Het slachtoffer schaamt zich, legt de schuld voor het
geweld vaak gedeeltelijk bij zichzelf of wil de pleger niet afvallen en zwijgt erover.
Onzichtbaarheid (in stand gehouden door geheimhouding, als gevolg van schaamte).
Omvang (jaarlijks meer dan 65.000 meldingen bij de politie, dit schijnt pas 12% van
de incidenten te zijn).
Incidenteel geweld: geweld doet zich eenmalig voor of sprake van hooguit enkele incidenten.
Structureel geweld: als iemand slachtoffer wordt van herhaald geweld wat wekelijks of
dagelijks voorkomt.
- Fysieke mishandeling
- Seksuele mishandeling
- Psychische of emotionele mishandeling
- Fysieke verwaarlozing
- Psychische of emotionele verwaarlozing
- Financiële uitbuiting.
Geweld in gezinnen heeft in de meeste gevallen een langere aanloop en kan lang doorgaan.
Het verloopt in zeker zin procesmatig, min of meer voorspelbaar, het stopt niet vanzelf en
wordt in de meeste gevallen zelfs erger. Geweld buitenshuis lijkt in veel gevallen meer op
een explosie (opeens is er ruzie op straat).
e
h
S
p
w
lo
c
rv
g
k
,:W
4
s
a
F
itt
tn
b
d
u
jz
m 1
O
ff
.'fy
ti
2
A
()B
D
3
,Common couple violence: ‘uit de hand gelopen ruzies’ bij deze type huiselijk geweld doet
de cyclus zich vooral voor.
3.1 Gevolgen van huiselijk geweld
De gevolgen die huiselijk geweld veroorzaakt, vormen misschien wel het belangrijkste
kenmerk. Hoe ernstig die gevolgen zijn hangt van allerlei factoren af: de ernst en de duur van
het geweld, de mate van intimidatie, de frequentie van het geweld, de mate van macht en
dwang van de pleger, de mate van opgelegde geheimhouding, de leeftijd van het slachtoffer,
de relatie van het slachtoffer met de pleger en de opvang na het geweld.
Factoren die de ernst van de gevolgen kunnen afzwakken zijn onder meer: overlevingskracht
en draagkracht van het slachtoffer en de steun vanuit de omgeving.
1.3.1 Fysieke gevolgen
Lichamelijke klachten variëren: blauwe plekken en kneuzingen tot snijwonden,
botbreuken, hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid, problemen met de menstruatie,
spontane abortus of miskraam, maag-, spier en gewrichtspijnen en
gehoorstoornissen.
44% van de slachtoffers had als gevolg van huiselijk geweld medische hulp nodig, 1
op de 8 had deze zorg meerdere malen of langdurig nodig.
Mishandelde vrouwen bezoeken 2 keer zo vaak de huisarts, vaak met vage klachten,
en gebruiken 3 tot 7 keer zo veel pijnstillers als niet-mishandelde vrouwen.
Kindermishandeling vermindert de grijze stof in de hersenen, die verantwoordelijk zijn
voor het verwerken van informatie.
Mensen die zijn blootgesteld aan kindermishandeling hebben veel kleinere volumes
van de grijze stof in bepaalde hersengebieden dan degenen zonder dergelijke
geschiedenis.
1.3.2 Psychische gevolgen
Mensen die mishandeld en misbruikt worden, voelen zich vaak letterlijk gebruikt: hun
gevoelens en behoeften zijn genegeerd. Huiselijk geweld veroorzaakt hierdoor
schade aan het zelfbeeld en zelfvertrouwen van mensen en kan tot trauma’s leiden,
zowel bij slachtoffers als bij omstanders.
Trauma’s hebben invloed op de werking van de hersenen, het geheugen en het
zelfbeeld. Ze veroorzaken gevoelens van schuld en schaamte en kunnen tot
wanhoop, angst, machteloosheid en woede leiden.
Slachtoffers moeten vaak leven met een geheim, dat een chronische bron van
spanning en angst vormt. Dit kan ook leiden tot een negatief zelfbeeld, depressieve
gevoelens en gedachten.
Langdurig geweld ondermijnt het gevoel van veiligheid en kan psychiatrische
klachten geven als psychoses, persoonlijkheidsstoornissen, zelfbeschadiging en
suïcidaal gedrag.
Gevolgen op relationeel en emotioneel vlak kunnen ernstig zijn: het geweld heeft
invloed op het zelfvertrouwen en het vertrouwen in anderen en op de sociale
contacten.
Slachtoffers passen overlevingsstrategieën toe om te overleven. Dat zijn gezonde,
doorgaans niet bewust gebruikte manieren om zichzelf te beschermen en overeind te
blijven. Overlevingsstrategieën kunnen ook contraproductief werken en verdere groei
in de weg staan (dissociatie bijv.).
Er kan een patroon van dissociatie ontstaan waardoor relaties op latere leeftijd vaak
mislopen. Zodra de persoon spanning voelt dissocieert het, de nieuwe partner
, begrijpt niet dat de ander zo afwezig en mat reageert, voelt zich niet begrepen en
haakt af.
Gevolgen kindermishandeling: angst, depressie, agressie of slapeloosheid. Sommige
kinderen ontwikkelen een posttraumatische stoornis.
1.3.3 Psychosociale gevolgen
11% van de partners besluit te scheiden wanneer de partner de pleger is.
3% van de slachtoffers verliest zijn baan, 2% kan vaak niet naar het werk toe;
slachtoffers van huiselijk geweld melden zich vaak kortdurend ziek.
21% van de slachtoffers verliest, als gevolg van huiselijk geweld hun baan;
slachtoffers van huiselijk geweld zouden hun werk minder geconcentreerd doen en
meer fouten maken.
1.3.4 Transgenerationele overdracht
Er zijn jaarlijks ongeveer 100.000 kinderen in Nederland getuige van huiselijk geweld.
Van deze kinderen heeft ongeveer 40% een verhoogd risico op emotionele
problemen of gedragsproblemen. Er is een aannemelijke kans dat deze kinderen
later zelf slachtoffer worden van huiselijk geweld. Op die manier worden geweld en
slachtofferschap van de ene generatie op de andere overgedragen.
Als kinderen op heel jonge leeftijd zijn blootgesteld aan geweld tussen hun ouders
wordt de kans vergroot dat ze later zelf gewelddadig- of slachtoffergedrag
ontwikkelen.
Partnergeweld tussen de ouders kan bij kinderen tot een trauma leiden. Bij jonge
kinderen kan een trauma problemen met de hechting veroorzaken. Hun zelfbeeld kan
er negatief van worden, hun denken en doen kunnen verstoord raken.
Professor Lamers-Winkelman stelt dat kindermishandeling en huiselijk geweld
waarvan kinderen getuige zijn, twee van de factoren zijn die kunnen leiden tot
jeugdcriminaliteit.
Per gezin vinden gemiddeld 71 geweldsincidenten per jaar plaats voordat er melding
is gedaan bij VT. Het geweld speelt in bijna alle gezinnen al meer dan een jaar. In
meer dan de helft van de gezinnen zijn kinderen zowel getuige van het geweld als
zelf slachtoffer van mishandeling of verwaarlozing. 4/10 kinderen heeft traumatische
klachten (last van depressiviteit of angstproblemen).
Bij ouders valt op dat veel van hen in het verleden zelf slachtoffer zijn geweest van
geweld, ze zijn opgegroeid in een gezin waar partnergeweld was of ze zijn als kind
mishandeld. Er is sprake van een vicieuze cirkel die alleen doorbroken kan worden
met passende hulp aan kinderen én ouders en met steun van het sociaal netwerk.
1.3.5 Maatschappelijke gevolgen
Huiselijk geweld brengt grote maatschappelijke kosten met zich mee (kosten voor
hulp en opvang slachtoffers als medische kosten, kosten voor ggz en jeugdzorg.
Kosten voor behandeling van plegers en kosten voor inzet politie, justitie en
reclassering). Kosten in het bedrijfsleven doordat slachtoffers zich vaak ziek melden
of minder productief werken.
1.4 Huiselijk geweld vanuit verschillende perspectieven
Omdat veel verschillende beroepsgroepen zich bezighouden met huiselijk geweld, is het
goed om te beseffen dat huiselijk geweld vanuit verschillende perspectieven bekeken kan
worden. Bij verschillende perspectieven horen verschillende theorieën, die elk een andere
oorzaak van huiselijk geweld geven.
, 1.4.1 Huiselijk geweld als uiting van psychopathologie
In een aantal gevallen kan er een duidelijk verband gelegd worden tussen het gepleegde
geweld en het psychiatrische ziektebeeld. Denk aan het syndroom Münchhausen by proxy.
Redenerend vanuit de gedragstheorie kan geweld een aangeleerde manier van
communiceren in het gezin zijn. Dat betekent dat het ook moet kunnen worden afgeleerd
(time-out aanpak wordt hierbij bijv. gehanteerd).
1.4.2 Huiselijk geweld als uiting van machtsverschillen
De tweede emancipatiegolf na de jaren 70 van de vorige eeuw heeft gezorgd voor een
nieuwe kijk op huiselijk geweld. Vrouwen wilden baas in eigen buik zijn, de eerste blijf-van-
mijn-lijf huizen ontstonden. Geweld in gezinnen werd in deze jaren vooral gezien als een
gevolg van machtsverschillen tussen mannen en vrouwen. Römkens: ‘als vrouwen een
sterkere positie innemen, bestaat de kans dat mannen geweld gebruiken om hun
machtsverlies te compenseren.
In Westerse landen zijn de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen sinds de jaren
’70 en ’80 behoorlijk gewijzigd, maar verschillen in macht zijn er nog steeds. Stereotiepe
ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid hebben nog steeds veel invloed. Vanuit dit
perspectief is het goed verklaarbaar dat vrouwen vaker het slachtoffer zijn van huiselijk
geweld en dat mannen vaak de pleger zijn.
Machtsverschillen zijn er niet alleen tussen partners, maar ook tussen ouders en kinderen.
Kinderen zijn voor hun ontwikkeling afhankelijk van de zorg en aandacht van hun ouders.
Ook ouders van volwassen kinderen kunnen afhankelijk zijn van hun zorg,
ouderenmishandeling en kindermishandeling kan ook deels geduid worden als een
problematisch gevolg van machtsverschil.
1.4.3 Huiselijk geweld, gedefinieerd vanuit het strafrecht
Sinds het verschijnen van de kabinetsnota: privé geweld – publieke zaak zijn we ons er meer bewust
van geworden dat huiselijk geweld niet een privéprobleem is dat binnen de beschutting van het
gezinsleven achter de voordeur ontstaat en opgelost moet worden: gewelddadig gedrag is
delictgedrag (niet allen fysiek en seksueel, maar ook dreigementen en andere vormen van psychisch
geweld).
Strafrechtdeskundigen hebben een rechtlijnige kijk op menselijk gedrag: gedrag dat in het Wetboek
van Strafrecht genoemd wordt, deugt per definitie niet. Als bepaald gedrag hierin niet voorkomt, zal
het wel oké zijn. Gedrag dat niet deugt, maar er niet in genoemd staat, moet er alsnog in worden
opgenomen. In het Wetboek van Strafrecht komt het begrip ‘huiselijk geweld’ niet voor, het begrip
‘geweld’ wel. Met geweld wordt bedoeld: een ongeoorloofde schending van iemands persoonlijke
integriteit. Het Wetboek van strafrecht maakt onderscheid tussen:
1. Mishandeling en andere vormen van fysiek geweld
Mishandeling kan variëren van ‘eenvoudige mishandeling’ (enkele klap die geen zichtbare
sporen nalaat) tot moord en doodslag. Verwaarlozing en seksueel geweld (van ongewenste
intimiteiten tot aanranding en verkrachting, ook binnen het huwelijk).
2. Psychisch geweld
Iemand bedreigen of consequent vernederen. Soms is er sprake van zodanige dreiging dat er
beter van geestelijke terreur gesproken kan worden (iemands vrijheid ontnemen door bijv. op
te sluiten in huis of paspoort afpakken). Hiervan is ook sprake als de pleger van huiselijk
geweld eigendommen van het slachtoffer vernielt om daarmee een nog groter gevoel van
dreiging op te roepen. Plegers van psychisch geweld zijn in de praktijk vindingrijk en kunnen
lugubere manieren verzinnen om iemand angstig te maken (doden van geliefd huisdier).
3. Belaging (of stalking).