Samenvatting Biologie Thema 1 Stofwisseling
§1 Verzuurde spieren
Boven de twaalf minuten sporten blijkt het hartritme niet verder te stijgen. Als je langer
doorgaat kan het lichaam de zuurstof niet meer verwerken en de spieren verzuren dan door
zuurstoftekort.
§2 Stofwisseling in cellen
Stofwisseling (metabolisme): het geheel van chemische omzettingsprocessen in cellen.
Enzymen maken de omzettingsprocessen mogelijk.
Cellen met chlorofyl kunnen energie in de vorm van licht opnemen. Andere cellen moeten
energierijke stoffen opnemen. Deze energie heet chemische energie.
Assimilatie en dissimilatie
Assimilatie: opbouw organische stoffen uit anorganische stoffen
Dissimilatie: afbraak organische stoffen. Hierdoor komt energie beschikbaar
Organische stoffen: koolstofverbindingen die ook H-atomen en vaak O-atomen bevatten.
Deze bevatten energie.
Anorganische stoffen: bevat 1 of minder C-atomen.
Autotroof: in staat om glucose te vormen uit CO2 en water. Dit heet koolstofassimilatie.
Hierbij wordt energie uit licht gebruikt.
Voortgezette assimilatie: glucose grondstof voor de vorming van andere koolhydraten,
vetten, eiwitten en DNA. Hier zijn mineralen als nitraten en fosfaten voor nodig.
, Samenvatting Biologie Thema 1 Stofwisseling
Schema van de overdracht van stoffen en energie:
Energietransport in
cellen
ATP wordt gevormd bij de fotosynthese in chloroplasten en bij de verbranding in
mitochondriën. ATP moleculen transporteren chemische energie naar plaatsen in de cel
waar dit nodig is.
ATP: adenosine (adenine + ribose) en 3 fosfaatgroepen.
In de bindingen tussen de fosfaatgroepen zit chemische energie vastgelegd. Als de 3e
fosfaatgroep wordt afgesplitst ontstaat ADP. Hierbij komt energie vrij.
Fosforylering:
1. Door fotosynthese/lichtreacties komt energie vrij
2. Hierdoor kan er een fosfaatgroep aan de ADP gebonden worden
3. Er ontstaat ATP
§3 Enzymen
Enzymen versnellen stofwisselingsreacties.
Het enzym verlaagt de activeringsenergie.
Bouw en werking
Enzymen zijn eiwitten. Het heeft een
ruimtelijke vorm.
Actief centrum: De plek waar het substraat
bindt. In het actieve centrum vindt de reactie
plaats zodra het substraat eraan bindt.
Naamgeving: substraat + -ase (dus als het enzym werkt bij ATP heet dit enzym ATPase)
Cofactor: een molecuul die nodig is voor een enzym voordat het zijn werk kan doen. Het
enzymmolecuul heet dan apo-enzym.
Elk enzym kan maar op één stof inwerken.
Samenvatting Biologie Thema 1 Stofwisseling
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lenamariahollander. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.