Gerontologie
Centrale vraag: Hoe kan en wil je leven en oud worden? En wie bepaald dat?
Epimeleia = zorg → bekommeren om de zorg voor jezelf en hoe de ander voor zichzelf zorgt.
Alêthês bios = waar leven → een juist en passend leven leiden.
Vergrijzing = het aantal ouderen in de totale bevolking neemt toe.
Dubbele vergrijzing = binnen de groep 65-plussers neemt het deel 80-plussers toe.
Ontgroening = het aantal jongeren in de bevolking neemt af.
Ontgrijzing = het aantal ouderen in de bevolking neemt af.
Vroege ouderdom = 65-75 jaar
Late ouderdom = 75 en ouder
Gerontologie = de tak van de wetenschap die het ouder worden bestudeert.
Geriatrie = een medisch specialisme, gericht op de zorg en behandeling van ouderen.
- Gericht op ouderen met ziektebeelden die worden veroorzaakt door het ouder worden.
→ Cormobiliteit: er zijn meerdere aandoeningen/ziekten gerelateerd aan een (chronische)
Ziekte. Bijvoorbeeld depressie bij dementie.
→ Multimorbiditeit: er zijn meerdere aandoeningen/ziekten tegelijk aanwezig. Bijvoorbeeld
Parkinson én incontinentie.
Modellen voor geriatrie:
1. Lineair co/ multimorbiditeitsmodel:
2 vormen:
- Dominomodel: logische opeenvolging van met elkaar samenhangende
ziekten en (neven)effecten van de behandeling. De 1 e ziekte veroorzaakt een
kettingreactie.
- Synergistisch model: lineaire optelsom van niet-gerelateerde ziekten en
(neven)effecten van de behandeling.
2. Integratief gerodynamisch model (IGD-model)
- Gaat over het levenslange veranderingsproces van conceptie tot overlijden (= ouder
worden).
- “Vlindermodel van groei en verval”.
- Behalve verlies is er altijd sprake van (compenserende) winst/mogelijkheden op een
levensdomein.
- Shared decision making voor een verantwoorde interventiestrategie.
Resultaat: een herstelde optimale balans waarmee de patiënt verder kan
leven, of, als dit niet haalbaar is, een waardig/passend levenseinde.
Verpleegkundige theorieën worden onderverdeeld in:
- Grand theories: verkennen het hele domein van verplegen en kaderen vanuit een bepaald
concept.
- Middle-range theories: nemen een verzameling verschijnselen binnen de verpleging onder de
loep.
- Micro-level interventions: beschrijven de effectiviteit van één of een aantal verpleegkundige
interventies.
,Grand theories
Nightingale:
- Grondlegger van het verpleegkundig klinisch redeneren omdat ze bewust de omgevingsfactoren
observeerde, systematisch noteerde en daaruit conclusies trok.
Orem:
- Onderzocht wat de werkelijke behoefte was van de patiënt en keek niet zozeer naar de relatie
tussen patiënt en omgeving.
- Visie: de mens als zelfzorgend wezen. Wanneer een cliënt onvoldoende zijn zelfzorg kon
voorzien, is de bemoeienis van een verpleegkundige gelegitimeerd. (Meetbaar met de ASA-
schaal).
- “De verpleegkundige heeft tot taak om aan te vullen daar waar de ander beperkingen ondervindt
in zijn vermogen om voor zichzelf te zorgen of om te zorgen voor van hem afhankelijke
personen.”
Roy:
- “De rol van de verpleegkundige is het bevorderen van adaptatie van de patiënt, die voortdurend
blootstaat aan allerlei prikkels en hierop reageert met coping mechanismen die leiden tot
adaptatie waarmee hij zich in zijn omgeving kan handhaven.” Dit is zeer geschikt bij kwetsbare
ouderen om functiebehoud te bevorderen vanuit het eigen levensloopperspectief.
King:
- Essentiële kenmerken van verpleging (sociaal systeem, interpersoonlijk systeem en persoonlijk
systeem) altijd aanwezig, ondanks sociale veranderingen.
- Interactie tussen verpleegkundige en patiënt. Zij zijn gelijkwaardig.
Rogers:
- Bij een cliënt kan geen onderscheid worden gemaakt tussen somatische, psychologische en
sociale gedragskenmerken. De cliënt moet in zijn totaliteit worden gezien = holistisch.
- Gedrag komt altijd voort uit de interactie tussen de persoon en de omgeving.
Neuman Systems Model (NSM):
1. Systeemtheorie:
- Cliënt is voortdurend in interactie met zijn omgeving. Hierdoor krijgt het systeem
continue feedback en kan het zichzelf aanpassen.
- Voldoende energie(uitwisseling) = gezond
Onvoldoende energie(uitwisseling) = ongezond
2. Stress- en copingtheorie:
- De hoeveelheid stress die een individu ervaart kan nooit objectief worden
vastgesteld, maar is altijd een resultaat van de wijze waarop het individu de
stress taxeert (inschat). Dit wordt beïnvloed door zowel persoonsgebonden
factoren als door situatiegebonden factoren.
3. Preventietheorie:
- Primaire preventie: cliënten moeten kunnen beschikken over voldoende
‘reserves’ en ‘energie’, gerelateerd aan hun levens- en ontwikkelingsfase. Ze
moeten zich bewust maken van de gevolgen van risicogedrag.
, - Secundaire preventie: het tijdig opsporen van nieuwe ziektegevallen het zo kort
mogelijk houden van de duur van de gevolgen door het effectief behandelen van
de ziekte.
- Tertiaire preventie: het beperken van disfunctioneren als gevolg van een
doorgemaakte ziekte.
- De verpleegkundige richt zich op het individu, de familie, het patiëntensysteem en
patiëntgebonden gegevensverzameling.
Middle-range theories (zijn niet voor iedereen hetzelfde)
- Diagnosegestuurde zorg: medische en/of verpleegkundige diagnostiek is de basis. Er wordt
vooral reductionistisch geredeneerd (= het menselijk gedrag in delen splitsen om deze te
onderzoeken). SVH, NANDA, NIC, NOC, ICF.
- Behoeftegestuurde zorg: de behoefte van de cliënt is het uitgangspunt voor verpleegkundige
zorg. Vooral holistische redenatie.
- Shared decisionmaking
- Vraaggestuurde zorg: cliënt heeft volledige regie
- Vraaggerichte zorg: onderhandeling tussen cliënt en verpleegkundige
- Belevenisgerichte zorg: de belevenis van de ziekte is het uitgangspunt. De ervaringskennis van
de patiënten heeft een hoge deskundigheid en is een informatiebron voor de verpleegkundige.
- Familiezorg: handvatten voor hulpverleners om overbelasting te voorkomen.
- Presentietheorie: interventie voor cliënten waarvan de problemen niet op te lossen zijn.
Het biedt de cliënten wat zij het meest nodig hebben en streven naar acceptatie en
voorkómen van erger.
CanMEDS
1. Verpleegkundige als zorgverlener
2. Verpleegkundige als communicator
3. Verpleegkundige als samenwerkingspartner
4. Verpleegkundige als reflectieve professional
5. Verpleegkundige als gezondheidsbevorderaar
6. Verpleegkundige als organisator
7. Verpleegkundige als professional en kwaliteitsverbeteraar
Kwetsbaarheid
- Zegt iets over de ernst en de snelheid van het verouderingsproces binnen een individu en is naast
leeftijd ook geassocieerd met verouderingsziekten en functioneel verlies.
- Ouderen zelf associëren kwetsbaarheid vooral met andere vormen van verlies: partner,
affectieve contacten en betekenis in de maatschappij.
- Kwetsbaarheid verhoogd de kans op functionele achteruitgang en overlijden.
- Prevalentie: 27% van de 65-plussers
38% van de 75-plussers
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ilsevwijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.