100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting GRC S1 Hoofdlijnen Nederlands Recht H5, 6, 7 en 12 €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting GRC S1 Hoofdlijnen Nederlands Recht H5, 6, 7 en 12

 2 keer verkocht

Hoofdstuk 5, 6, 7 en 12 Leerjaar 2 S-fase blok 2 Accountancy en Finance & Control

Voorbeeld 2 van de 15  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 5, 6, 7 en 12
  • 5 januari 2021
  • 15
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (18)
avatar-seller
ilsevbussel
Hoofdlijnen Nederlands Recht
Hoofdstuk 5 Goederenrecht
Onderscheid tussen verbintenissenrecht en goederenrecht:
Verbintenissen kunnen uit twee bronnen voortvloeien, namelijk: de wet (onrechtmatige en
rechtmatige daad) en uit de (obligatoire) overeenkomst. Het draait steeds om twee partijen: de ene
partij heeft recht op een bepaalde prestatie, terwijl de andere partij daartoe verplicht is.
Bij het goederenrecht staat de relatie tussen een persoon en zijn goed centraal.

Relatief recht: een recht dat uitsluitend van toepassing is op en van belang is voor bepaalde
personen die met elkaar in een rechtsrelatie staan (verbintenis).

Absoluut recht: is tegenover iedereen af te dwingen. Kunnen tegenover iedere derde worden
gehandhaafd (eigendom).

Goed, zaak en vermogensrecht
Volgens art. 3:1 BW zijn goederen alle zaken en vermogensrechten. Zaken zijn de voor menselijke
beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2 BW). Art. 3:2a lid 1 BW geeft uitdrukkelijk aan dat
dieren geen zaken zijn. Zaken vallen uiteen in roerende en onroerende zaken. Op grond van art 3:3
BW zijn de volgende zaken onroerend:
 Grond
 Nog niet gewonnen delfstoffen
 Met de grond verenigde beplantingen
 Gebouwen en werken die rechtstreeks of indirect duurzaam met de grond verenigd zijn
Alle zaken die niet onroerend zijn, zijn roerend (art. 3:3 lid 2 BW).

Op grond van art. 5:3 BW is de eigenaar van een zaak de eigenaar van al haar bestanddelen. De
eigendom van een roerende zaak die een bestanddeel wordt van een andere roerende zaak die als
hoofdzaak is aan te merken, overgaat op de eigenaar van deze hoofdzaak (art. 5:14 BW). Iets is een
bestanddeel wanneer een zaak niet volwaardig is zonder dit iets.

Volgens art. 3:6 is een vermogensrecht een recht dat een financiële waarde in zich draagt.
Vermogensrecht heeft twee betekenissen:
1. Alle op geld waardeerbare rechten (en plichten)
2. Een niet-stoffelijk object dat geldswaarde heeft

In Nederland kennen we acht absolute rechten. De volgende rechten kunnen enkel op een zaak
worden gevestigd (boek 3 BW):
1. Het recht van eigendom
2. Het recht van erfdienstbaarheid
3. Het recht van erfpacht
4. Het recht van opstal
5. Het appartementsrecht
De overige drie kunnen zowel op een zaak als op een vermogensrecht worden gevestigd (Boek 5
BW):
6. Het recht van vruchtgebruik
7. Het pandrecht
8. Het hypotheekrecht

, Recht op eigendom
Volgens art. 5:1 BW is eigendom het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan
hebben. In art. 5:1 lid 2 BW wordt gezegd: het staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij van
de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met de rechten van anderen en de op
wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht
worden genomen. Er bestaan drie inbreuken op het eigendomsrecht:
1. Rechten van anderen
2. Wettelijke voorschriften
Met name de Onteigeningswet heeft een inbreuk hierop. De plaatselijke overheid kan een
stuk grond van een particulier onteigenen voor realisatie van doeleinden van algemeen
belang. Daarnaast zijn er nog andere wetten die een inbreuk plegen op eigendomsrechten.
3. Regels van ongeschreven recht
a. Hinder. Art. 5:37 BW bepaalt dat de eigenaar van een erf mag niet in een mate of op
een wijze die volgens art. 6:162 BW onrechtmatig is, aan eigenaren van andere erven
hinder toebrengen. Het moet dus gaan om hinder die een onrechtmatige daad
oplevert.
b. In art. 3:13 BW worden drie categorieën benoemd die misbruik van een recht
opleveren. De twee belangrijkste zijn:
i. Het recht wordt met geen ander doel uitgeoefend dan om een ander schade
te berokkenen.
ii. Het recht kan in redelijkheid niet worden uitgeoefend omdat er een te grote
onevenredigheid bestaat tussen het belang tot uitoefening van het
eigendomsrecht en het belang dat daardoor wordt geschaad.

Recht van erfdienstbaarheid
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een heersend erf en een dienend erf. Het heersende erf bezit
een erfdienstbaarheid ten laste van het andere, het dienende erf (art. 5:70 BW). Dit recht kan alleen
in het leven worden geroepen op een zaak en uitsluitend op een onroerende zaak.

Recht van erfpacht
Erfpacht is volgens art. 5:85 BW een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft de
onroerende zaak van een ander te houden en te gebruiken. Het gaat om een recht met betrekking
tot een zaak en uitsluitend een onroerende zaak. Het recht van erfpacht lijkt op het eigendomsrecht,
echter is het verschil dat de onroerende zaak niet aan een ander mag worden overgedragen.

Recht van opstal
Iemand wordt eigenaar van een huis, hoewel hij geen eigenaar is van de grond waarop dit huis staat
(art. 5:101 e.v. BW). Dit recht kan uitsluitend op een onroerende zaak worden gevestigd.

Appartementsrecht
Volgens art. 5:106 lid 4 BW is het appartementsrecht een aandeel in de goederen die gesplitst zijn,
dat de bevoegdheid omvat tot het uitsluitend gebruik van bepaalde gedeelten van het gebouw die
blijkens hun inrichting bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt.

Recht van vruchtgebruik
In art. 3:201 BW wordt het begrip vruchtgebruik duidelijk, namelijk: het recht om goederen die aan
een ander toebehoren te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten. Vruchtgebruik kan zowel op

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilsevbussel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69252 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€2,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd