Ik heb een globale samenvatting van de hoofdstukken Wetenschapsfilosofie gemaakt. Er staan kernvragen in die ik heb beantwoord en waar je nog een extra antwoord aan toe kan voegen. Extra: Globaal schema over welke filosoof bij welke stroming hoort.
Samenvattende vragen (blz. 116-120: geloof en waarheid)
o De relatie tussen het ‘Ding an sich’, de aanschouwingsvormen en categorieën, en onze kennis
omschrijven.
Het Ding an sich is het ding zoals het op zichzelf bestaat, zoals het in wezen is. Dit filosofische
begrip werd bedacht door de Duitse filosoof Immanuel Kant. Volgens Kant kan de mens de
werkelijkheid zoals ze is (de Dinge an sich) niet kennen.
Aanschouwingsvormen zijn structuren die de waarneming ordenen zoals ruimte en tijd. Ze
worden vaak vergeleken met de kennisbril: hoe je de wereld ziet, en ordent je hele vermogen
om de wereld te begrijpen. Je kan de aanschouwingsvormen niet waarnemen omdat ze
onderdeel zijn van ons kenvermogen.
De categorieën zijn structuren die het verstand ordenen. Belangrijkste categorie: de
causaliteit (we zoeken altijd direct een oorzaak als we iets waarnemen). 12 categorieën:
bijvoorbeeld kwantiteit en kwaliteit. De categorieën zijn geen aangeboren ideeën maar we
zijn geboren met bepaalde structuren in ons kenvermogen. We zullen nooit iets waarnemen
zonder oorzaak en gevolg, omdat dat niet in de categorieën past.
De relatie tussen het ‘ding an sich’, de aanschouwingsvormen en de categorieën, en onze
kennis is dat we nooit buiten ons kenvermogen kunnen beschouwen omdat mensen de
werkelijkheid zoals ze is niet kan kennen. De aanschouwingsvormen ordenen je vermogen en
de categorieën beperken ons om te waarnemen buiten de categorieën en zonder oorzaak en
gevolg.
o Uitleggen waarom Kants theorie zowel empirisch als rationalistisch is.
Kant gelooft dat kennis begint bij de waarneming (empirisme) en gelooft dat de zintuigen
niet vanzelfsprekend de juiste kennis opleveren (rationalisme). Door deze twee standpunten
is kants theorie zowel empirisch als rationalistisch.
o Synthetisch a priori uitspraken uitleggen aan de hand van een eigen voorbeeld.
Synthetische a priori uitspraken zijn uitspraken die noodzakelijk waar zijn en kennis
toevoegen. Het is bij wijze van spreken een uitspraak over een relatie tussen objecten. Een
voorbeeld hiervan is: 7+5=12.
o Evalueren in hoeverre Kant idealistisch is.
Idealisme is de verzamelnaam voor een aantal verschillende filosofische stromingen en
standpunten, die de afhankelijkheid van de werkelijkheid van het bewustzijn benadrukken.
Kant betoogt dat ruimte en tijd vormen zijn van onze zintuiglijkheid. Daarom vindt al onze
waarneming van objecten plaats in ruimte en tijd. Omdat ruimte en tijd slechts zintuiglijke
vormen van onze waarneming zijn, zijn de dingen op zichzelf –los van onze waarneming dus
—niet ruimtelijk of in de tijd. Kant maakt onderscheid tussen de objecten van onze ervaring,
, verschijningen, en de objecten zoals ze onafhankelijk van onze waarneming zijn, de dingen
op zichzelf.
Kant is dus idealistisch omdat hij verondersteld dat de werkelijkheid van de mens afhankelijk
is van het bewustzijn. De mens zal nooit dingen an sich kunnen waarnemen door de
aanschouwingsvormen en de categorieën en is dus afhankelijk van hun bewustzijn.
o Uitleggen wat wordt bedoeld met de uitspraak: “De grenzen van het denken vallen samen
met de grenzen van de taal.”
Wittgenstein was een filosoof die stelde dat er een correspondentie bestaat tussen taal en
werkelijkheid. Zijn quote “de grenzen van het denken vallen samen met de grenzen van de
taal” houdt dus eigenlijk in dat taal alleen zinvolle uitspraken zou moeten bevatten. Volgens
Wittgenstein zijn er ook zaken waarover geen zinvol taalgebruik bestaat, verschijnselen die
niet met taal te beschrijven zijn. Het gaat hier om zaken als religie, esthetiek, ethiek en
mystiek. Hierover zegt hij: "Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.
o Een eigen voorbeeld geven van een elementaire zin en uitleggen waarom dit betekent dat we
alleen zinvol kunnen spreken over empirische feiten.
Elementaire zinnen zijn zinnen die een op een naar de werkelijkheid verwijzen. Volgens
Wittgenstein kunnen we alleen zinvol spreken over empirische feiten die noodzakelijk waar
zijn. Niet over god, ethiek of dichten omdat ze niet op een empirische manier beschreven
kunnen worden. Empirisch betekend op waarneming geleerd.
We kunnen alleen praten over empirische feiten omdat die naar de werkelijkheid verwijzen.
Er kan niet zinvol gesproken worden over ethiek omdat die niet op een empirische manier
beschreven kunnen worden.
o Uitleggen wat Wittgenstein bedoelt met ‘spel’ als hij het over taal heeft.
o Aan de had van een eigen voorbeeld uitleggen wat ‘familiegelijkenissen zijn’.
Familiegelijkenissen zijn overeenkomsten tussen verschillende dingen. Kenmerkend voor
taal, woorden worden in verschillende contexten gebruikt maar hebben wel
overeenkomsten.
o Kritiek geven op de eerdere theorie van Wittgenstein op basis van zijn latere werk.
Wittgenstein had in zijn eerdere theorie niet verondersteld dat woorden in verschillende
contexten overeenkomsten kunnen hebben. In zijn eerste theorie had hij gedacht dat alle
filosofische problemen opgelost zouden worden door het precies gebruik maken van taal. In
zijn nieuwe theorie ontdekte hij dat taal complexer was dan dat hij dacht.
o Aan de hand van een eigen voorbeeld laten zien dat Wittgensteins Filosofische
Onderzoekingen impliceren dat kennis context-afhankelijk is.
, Kennis is volgens Wittgenstein context-afhankelijk omdat taal ook context-afhankelijk is.
Woorden kunnen in verschillende contexten worden gebruikt en geven de grenzen van ons
denkvermogen aan.
Samenvattende vragen (blz. 133- 135)
o Verklaren hoe de theorie van Thales als vroege wetenschap/filosofie wordt gezien, omdat het
een verklaring van de wereld biedt zonder te vertrouwen op een concept van het goddelijke.
Thales bedacht een theorie (water = oerstof) als een verklaring voor dingen die hij zag. In
plaats van een mythische verklaring te geven voor natuurverschijnselen. Hierdoor werd hij
een van de eerste westerse filosofen omdat hij op zoek was naar een verklaring van het
ontstaan van de aarde zonder naar het goddelijke te kijken.
o Uitleggen hoe in de wetenschappelijke revolutie het heersende Aristoteliaanse wereldbeeld
wordt vervangen door een mechanistisch wereldbeeld.
Mechanisme is in de filosofie het idee dat aan alle natuurlijke fenomenen een
waarneembare, fysieke verklaring ten grondslag ligt.
Volgens de leer van de oorzaken van Aristoteles kan alles verklaard worden vanuit de vorm
en de materie. Elk object heeft volgens Aristoteles een doel, waartoe dit object zich beweegt.
Sinds het begin van de zestiende eeuw groeide de twijfel over de nauwkeurigheid van het
Aristotelische systeem en meer en meer brokkelde de autoriteit van deze dominante visie af.
Met de ontdekking van Copernicus, die vaststelde dat de aarde om de zon draait (en niet
andersom), en met andere wetenschappelijke ontwikkelingen, groeide het idee dat de
Aristotelische wereldvisie niet meer klopte. Zo ging men zich meer richten op de
beheersbaarheid van de natuur en natuurwetten.
o Aan de hand van Francis Bacons ‘Kennis is Macht’ laten zien hoe het mechanistisch
wereldbeeld vertrouwt op de beheersbaarheid natuur.
Volgens Bacon zou wetenschappelijke kennis leiden tot vooruitgang en welvaart.
De wetenschap staat in dienst van de samenleving en door de wetenschap en de
natuurwetten zou er macht kunnen ontstaan door de kennis die men opdoet door de
wetenschap.
Het nieuwe ideaal tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de beheersbaarheid van de
natuur. Dat ideaal houdt in dat men de natuurwetten moet onderzoeken en ontdekken om
het geheim van de natuur te begrijpen.
Samenvattende vragen (blz. 135-142)
o Het onderscheid uitleggen tussen descriptief en normatief en laten zien hoe
wetenschapsfilosofie zowel descriptief als normatief is.
Descriptief betekend dat het beschrijft wat wetenschap is en normatief betekend dat
het uitlegt hoe wetenschap beschreven moet worden. Op die manier kan de
conclusie worden getrokken dat wetenschap beide normatief en descriptief is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lucyroeland. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.