Samenvatting van alle bronnen voor probleem 4 van blok 4.3 forensische orthopedagogiek van de master orthopedagogiek op de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Probleem 4
Leerdoel: Waar zouden interventies zich volgens het RNR-model en het Good Lives Model
op moeten richten bij het aanpakken van (jeugd)criminaliteit?
Brogan et al. (2015)
Al meer dan een eeuw geleden werd er gediscussieerd over het belang van rehabilitatie
door factoren die ten grondslag liggen aan de criminaliteit op te sporen en aan te pakken.
Hoewel er toen nog weinig formele assessmentinstrumenten werden ingezet om deze
factoren in kaart te brengen was het justitiële systeem er wel op gericht om per individu
deze factoren in kaart te brengen zodat daarop ingespeeld kon worden. Over de tijd kwam
steeds meer het idee op dat rehabilitatie en het beschermen van de samenleving
tegenstrijdig zijn aan elkaar en de stijgende criminaliteitscijfers onder jongeren werden
geweten aan de benadering die rehabilitatie voorop stelde. De geïndividualiseerde
rehabilitatie maakte daarom plaats voor een one-size fits all-benadering waarin de nadruk
meer kwam te liggen op straffen.
zodoende kwam in het justitiële jeugdsysteem steeds meer de nadruk te liggen op
straffen waardoor er minder aandacht was voor de individuele behandeling van jongeren.
Wat betreft risicotaxatie-instrumenten lage in de eerste helft van de 20e eeuw vooral de
nadruk op de klinische beoordeling op door professionals. Vanaf 1970 maakte deze
ongestructureerde klinische beoordeling steeds meer plaats voor actuariële risicotaxatie-
instrumenten (waarvan is aangetoond dat deze het risico beter kunnen voorspellen dan een
ongestructureerde beoordeling door een professional). De kritiek hierop was echter dat bij
deze instrumenten een theoretische basis ontbreekt en dat ze sterk leunen op statische
risicofactoren (zoals delictgeschiedenis) die niet te veranderen zijn. De 3e generatie
risicotaxatie-instrumenten begonnen zich daarom ook steeds meer te focussen op
dynamische risicofactoren (die veranderbaar zijn en waar dus iets aan gedaan kan worden
middels een interventie). Deze 3e generatie-instrumenten hebben echter nog weinig
aandacht voor factoren die de effectiviteit van interventies beïnvloeden (die bedoeld zijn
om dynamische risicofactoren aan te pakken). De huidige trend is daarom de verschuiving
naar risicotaxatie-instrumenten die ook deze factoren meenemen (BV motivatie/leerstijl).
belangrijk bij deze ontwikkeling is het Risk-Need-Responsivity model.
dit model kan potentieel helpen om de focus te verleggen van een meer straffende
benadering naar een meer geïndividualiseerde benadering met als uiteindelijk doel
rehabilitatie en re-integratie.
Risk-Need-Responsivity model:
- Risicoprincipe: de intensiteit van de interventies moet afgestemd worden op het
risiconiveau (laag, gemiddeld of hoog risico).
de hoge risicogroep heeft meer intensieve interventies nodig en het toepassen
van hoogintensieve interventies bij laag risicogroepen kan zelf averechts werken.
- Behoefteprincipe: de interventies moeten afgestemd worden op criminogene
behoeften (hierbij is het onderscheid tussen dynamische en statische risicofactoren
van belang op dynamische risicofactoren kan in interventies ingespeeld worden
om de recidive kans te verkleinen).
- Responsiviteitsbeginsel: een interventie moet afgestemd zijn op iemand individuele
leerstijl en vermogen.
, Algemene responsiviteit: gaat om algemene therapeutische factoren die
effectief zijn zoals een goede therapeutische relatie en een
gedragstherapeutische aanpak.
Specifieke responsiviteit: gaat om persoonlijke eigenschappen van de
delinquent waar de behandeling op afgestemd moet worden (BV
persoonlijkheidsfactoren, demografische factoren en motivatie).
aan het RNR-model ligt een theoretische benadering ten grondslag: Personal,
Interpersonal and Community Reinforcement (PIC-R) (gebaseerd op de sociale leertheorie).
Deze theorie stelt dat crimineel gedrag zich ontwikkelt via sociaal contact met mensen die
niet tegen antisociaal gedrag zijn, criminele activiteit wordt vervolgens bekrachtigd via
operante en klassieke conditionering.
Onderzoek naar de toepassing van RNR-model bij volwassenen
Uit meta-analyses blijkt dat interventies die vormgegeven zijn volgens de principes van het
RNR-model effectief zijn (binnen zowel de volwassen- als de jeugdjustitie) effectiever zijn
dan interventies die deze principes niet toepassen. Onderzoek bevestigt dat interventies die
vormgegeven zijn aan de hand van de principes van het RNR-model effectiever zijn in het
verminderen van recidive.
op zo’n manier dat hij sterker een interventie is vormgegeven aan de hand van deze 3
principes hoe meer het recidive kan verminderen.
het is ook effectief gebleken bij vrouwelijke delinquenten.
Theoretische toepassing van het RNR-model bij jeugdigen
Hoewel het RNR-model is ontwikkeld voor volwassenen is het aannemelijk dat deze
principes ook succesvol toegepast kunnen worden op justitiële jeugdigen, zeker gezien de
grote nadruk die het model legt op rehabilitatie en het relatief grote vermogen om te
veranderen bij adolescenten.
maar dit model kan niet zomaar op dezelfde manier toegepast worden bij jeugdigen,
hierbij zal er aandacht moeten zijn voor hun ontwikkelingsverschillen.
Er bestaat nog geen theoretisch model dat aangenomen is als het meest effectieve model
om recidive te verminderen bij jeugdige delinquenten.
wel is duidelijk dat benaderingen in interventies die aandacht hebben allerlei behoeften
effectiever zijn in het verminderen van recidive dan benaderingen die gericht zijn op het
controleren van gedrag.
idealiter zouden er risico/behoeftetaxatie-instrumenten ingezet moeten worden die
verschillende domeinen aan risicofactoren in kaart brengen, die empirisch ondersteunde
risicofactoren in kaart brengen, die rekening houden met beperkingen die te maken hebben
met de ontwikkeling van jeugdigen en die richting geven aan een behandeling terwijl er wel
ruimte blijft voor flexibiliteit en praktische zaken.
het is nog onduidelijk in hoeverre deze principes worden toegepast bij de jeugdige
populatie en als ze gebruikt worden hoe succesvol ze dan zijn in het verminderen van
recidivisme.
één meta-analyse laat zien dat het toepassen van het behoefte- en
responsiviteitsbeginsel bij de jeugdige populatie samenhangt met minder recidive, maar
voor het risicobeginsel was dit verband niet significant.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper irisnoelle. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.