Samenvatting
‘Sociale Psychologie’
Bas Koedood
0834775
VGE4A / VMA1A
,Inhoud:
1. Hoofdstuk 1: Sociale psychologie
2. Hoofdstuk 2: Het zelf
3. Hoofdstuk 3: Waarneming van personen
4. Hoofdstuk 4: Attractie en intieme relaties
5. Hoofdstuk 5: Vervalt
6. Hoofdstuk 6: Beslissen en kiezen
7. Hoofdstuk 7: Attitudes en overredende communicatie
8. Hoofdstuk 8: Beïnvloeding
9. Hoofdstuk 9: Groepsgedrag
10. Hoofdstuk 10: Stereotypen
11. Hoofdstuk 11: Pro-sociaal en antisociaal gedrag
, Hoofdstuk 1:
Sociale psychologie
Sociale invloed
Mensen zijn sociale dieren. Dit impliceert dat het denken, doen en voelen van mensen sterk
beïnvloed wordt door anderen. Sociale psychologie gaat over die beïnvloeding tussen
mensen; in zekere zin dus over het dagelijks leven: de invloed is er de hele dag door.
Definitie van sociale psychologie: Sociale psychologie is (a) de wetenschappelijke studie van
(b) de manier waarop de gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen (c) worden
beïnvloed door (d) de werkelijke of voorgestelde aanwezigheid van andere mensen.
a. Het mag niet subjectief zijn, iedereen moet hetzelfde kunnen waarnemen. Er moet
gebruik maken van systematisch onderzoek met zeer geavanceerde methoden om
het denken, doen en voelen van mensen te doorgronden.
b. Gedachten en gevoelens zijn van invloed op je gedrag.
c. Je hebt natuur de duidelijke invloed, denk aan reclames, maar vaak is invloed veel
minder duidelijk zichtbaar. Vaak is het ook zo dat degene die beïnvloed vaak
helemaal niet de intentie heeft om te beïnvloeden. De invloed die mensen op elkaar
hebben is overal, de hele dag door.
d. Je kan direct beïnvloed worden die iemand die bij je is, maar ook als er helemaal
niemand bij je is (wat zou die en die doen, in een stemhokje). Mensen worden niet
zozeer beïnvloed door wat anderen feitelijk vinden, maar door wat ze denken dat
anderen vinden.
Mensen zijn sociale dieren; ze zijn groepsdieren. Het is deze hypersocialiteit die ertoe heeft
geleid dat het brein van de mens in ‘slechts’ 2 miljoen jaar drie keer zo groot is geworden: we
hebben die hersencapaciteit nodig om informatie op te slaan over alle mensen met wie we
omgaan. Onze meest intentie emoties, zowel positief als negatief, ontstaan in relatie met
anderen. Waar komt dit vandaan? In de prehistorie bleef ook iedereen samen, je bleef
samenwerken, delen en je groeide op in een groep (niet in een gezin, dat bestond nog niet).
Wij zijn nageslacht van mensen die bij de groep bleven, zich aanpasten aan elkaar en het
belangrijk vonden om erbij te horen en een goed groepslid te zijn: need to belong.
Dat mensen sociale dieren zijn, zien we ook aan een verschijnsel genaamd social turning:
het onbewust op elkaar afstemmen van gedrag, gedachten en gevoelens. Ze nemen elkaars
stemming over als ze bij elkaar zijn. Het overnemen van elkaars bewegingen en mimiek
wordt het kameleon-effect (we zijn geneigd om onbewust na te doen wat we anderen zien
doen. Imiteren is nuttig omdat de persoon die door jou geïmiteerd wordt jou daardoor
onbewust aardiger gaan vinden) genoemd. Dit effect is sterker als mensen elkaar graag
mogen en als ze bij dezelfde groep horen. Het meest besmettelijke gedrag: krabben, daarna
gapen en lachen. Verondersteld wordt dat automatische imitatie een kenmerk is van alle
sociale dieren. Al deze dieren lijken te beschikken over zogenaamde spiegelneutronen die
ervoor zorgen dat ze datgenen wat ze zien automatisch nadoen.
Spiegelneutronen/spiegelcellen zijn hersencellen die de activiteiten en ervaringen van
anderen weerspiegelen in het eigen brein. De spiegeling is niet beperkt tot beweging; ook
emotionele en lichamelijke ervaringen worden weerspiegeld, zoals verdriet en pijn. Dit
machine wordt gezien als de basis van empathie. Het versterkt de groepsband en bevordert
samenwerking. Automatische imitatie is niet gebonden aan ervaring of aan soort (zie je een
paard snel rennen, ga jij ook harder lopen. Ballet ervaring). Niet alleen beïnvloeden we
elkaars stemmingen en gedragingen als we samen zijn; dit gebeurt al wanneer we alleen
maar aan iemand denken. Het automatisch imiteren en afstemmen bevordert
groepsprocessen, zoals goede samenwerking en het gevoel dat je elkaar begrijpt.
, Mensen kunnen elkaar zo besmetten met positieve of negatieve volgtrajecten (schreeuw op
de dam; dit verschijnsel kan van invloed zijn op conformisme; de neiging ons aan te passen
aan anderen). Bij sociale psychologie kun je vaak het: ja maar dat wist ik al wel – effect
krijgen. Het lijkt logisch, maar als je eenmaal iets weet lijkt het vaak alsof je het al wist. Dit is
een sociaalpsychologisch verschijnsel dat we hindsight bias noemen (hindsight = inzicht
achteraf, bias = vertekening). In het Nederlands: ik heb het altijd al wel geweten effect.
In het algemeen blijkt dat fysiek aantrekkelijke mensen betere sociale vaardigheden hebben
dan onaantrekkelijke mensen. Dit kan een effect zijn van de self-fulfilling prophecy.
Brainstormen heeft geen zin, zet je mensen bij elkaar dan krijg je vaak minder goede en
originele ideeën dan wanneer je iedereen apart laat denken. Het luisteren naar de gedachten
van anderen kan ervoor zorgen dat je eigen gedachten minder goed verlopen en mensen in
een groep doen soms minder goed hun best.
Sociale psychologen willen het sociale gedrag van mensen niet alleen beschrijven, maar ook
verklaren.
Het sociaal psychologisch perspectief
Het gedrag van mensen is gewoonlijk het resultaat van zowel interne als externe krachten.
Mensen worden sterk beïnvloed door hun (sociale) omgeving.
Het omstander-effect: hoe meer omstanders, des te kleiner de kans op hulp. Bystander-
effect. Als er meerdere mensen zijn is de kans dat iemand zich persoonlijk verantwoordelijk
voelt kleiner. Iemand anders zal het wel doen. We noemen dit diffusion of responsibility;
verantwoordelijkheid wegleggen. Uitleg twee; mensen zijn kuddedieren en doen elkaar dus
na. Als niemand iets doet, zal het wel niet zo heel erg zijn. Je reactie is een noodsituatie
wordt in hoge mate beïnvloed door kenmerken van de omgeving. Andere omstanders, de
relatie tussen de omstanders.
Voorbeeld; Milgram (de schokken toedienen). Het volgen van de autoriteit. Alleen als je jezelf
kan identificeren met de autoriteit en de doelen die hij nastreeft (wetenschap dienen).
Kennelijk willen mensen een autoriteit vooral gehoorzamen als ze het idee hebben dat hij
precies weet wat hij doet en dat het een goede zaak dient. Zij zelf zijn onbekend in deze
omgeving en nemen daarom de normen van de autoriteit over. Perverse commando keten:
de autoriteit hoeft iets zelf niet te doen (bijv. iemand doden), en de gene die het wel doet
heeft de verantwoordelijkheid niet.
Voorbeeld: Stanford gevangenisexperiment. Bewakers/gevangenen, gaan steeds verder in
hun rol en het wordt echt. Experiment loopt vreselijk uit de hand.
De uitspraak dat mensen sterk beïnvloed worden door de situatie is niet helemaal correct.
Mensen reageren op hun eigen interpretatie en waarneming van de situatie. Het gaat er niet
om hoeveel omstanders er zijn, maar om hoeveel wij denken er te zijn. Het zijn niet de
objectieve kenmerken van de situatie zelf, maar je eigen interpretaties (Kurt Lewin). Voor
sociaal psychologen is het dan ook van groot belang te weten hoe mensen hun sociale
omgeving waarnemen en interpreteren, een deelgebied van de sociale psychologie dat
sociale cognitie wordt genoemd.