Een samenvatting van het vak Socialezekerheidsrecht (OVHR3-SZR) (derde leerjaar). Het boek dat ik hierbij heb gebruikt is 'Basisboek Socialezekerheidsrecht 2020'. Deze samenvatting bestaat vooral uit uitleg van van de theorie, uitleg van begrippen en voorbeelden. De theorie is beschreven in eigen w...
Samenvatting Socialezekerheidsrecht
College 1 – H1
Sociale zekerheid is het publieke stelsel dat het geheel van voorzieningen omvat die tot doel hebben
het waarborgen van de financiële zekerheid van burgers en hen te activeren.
Socialezekerheidsrecht is het stelsel van rechten en plichten die gelden binnen de sociale zekerheid.
Een recht is bijv. een werkeloosheidsuitkering. Een plicht is bijv. premiebetaling.
Sociale zekerheid biedt een waarborgfunctie en een activeringsfunctie:
> Waarborgfunctie – bieden van bestaanszekerheid door het verstrekken van uitkeringen
en/of prestaties in natura. Het geeft een inkomenszekerheid als mensen bijv. door ziekte,
werkeloosheid of ouderdom niet meer kunnen werken.
> Activeringsfunctie – bevordering van de arbeidsparticipatie. In de meeste gevallen is er een
plicht voor de uitkeringsgerechtigde om zich in te spannen om bijv. werk te zoeken bij
werkeloosheid of bij ziekte re-integreren.
Het stelsel van sociale zekerheid kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
1. Sociale verzekeringen.
2. Sociale voorzieningen.
Sociale verzekeringen
Een deel van de (volks-)verzekeringen worden uit algemene middelen gefinancierd. Voor de sociale
verzekeringen moet premie worden afgedragen. De hoogte van de premie wordt jaarlijks vastgesteld
en is afhankelijk van het inkomen en de leeftijd. Binnen de sociale verzekering wordt onderscheid
gemaakt tussen:
> Werknemersverzekeringen – zoals de WW, WAO, Wet WIA en ZW. De verzekerde is een
werknemer of daarmee gelijkgesteld. Bij de dienstbetrekking is er vaak sprake van een
arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW). Meestal wordt dit uitgevoerd door het UWV, maar er
zijn uitzonderingen.
> Volksverzekeringen – zoals de AOW, AKW, Wlz, Zvw en Anw. Om hier aanspraak op te
maken moet iemand ingezetene zijn; iemand die woonachtig is in Nederland. Iedereen die
inkomstenbelasting betaald heeft te maken met de premieheffing voor de
volksverzekeringen. Meestal wordt dit uitgevoerd door de SVB, maar er zijn uitzonderingen.
De uitvoering van de sociale verzekeringen is in handen van verschillende lichamen, zoals het UWV
en de SVB. De sociale verzekeringen zijn vaak verplicht en de verzekerde kan in eerste instantie een
beroep doen op een sociale verzekering.
Sociale voorzieningen
> Voorbeelden hiervan zijn de PW, WMO 2015, Wajong, TW en de AKW.
Voor sociale voorzieningen hoef je geen premie af te dragen, het wordt namelijk betaald uit
algemene middelen (belastingen). De uitvoering hiervan ligt in de handen van de overheid. Indien
iemand geen aanspraak kan maken op een sociale verzekering, dan kan de persoon een beroep doen
op een sociale voorziening. Iemand hoeft dus niet voorafgaand een verzekering af te hebben
gesloten.
Werkingssfeer
Het sociaalzekerheidsrecht heeft een bepaalde werkingssfeer:
1. Personele werkingssfeer:
- Werknemers: werknemersverzekeringen.
- Ingezetenen: volksverzekeringen.
- Rechthebbende: sociale voorzieningen.
1
, 2. Materiële werkingssfeer:
- Welk sociaal risico is verzekerd?
Sociale Werknemersverzekeringen = voor werknemers
verzekeringen > Werkeloosheidswet (WW)
Sprake van een > Ziektewet (ZW)
personele > Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
werkingssfeer > Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
In de meeste gevallen worden deze verzekeringen uitgevoerd door het UWV, maar er zijn
uitzonderingen. Er is hierbij sprake van premieheffing. De werkgever en werknemer betalen premie. De
hoogte van de premie is gebaseerd op het loon dat de werknemer ontvangt.
In de meeste gevallen worden deze uitgevoerd door de SVB, maar er gelden uitzonderingen. De Wlz
wordt namelijk uitgevoerd door zorgkantoren en de Zvw door zorgverzekeraars. Er is hierbij sprake van
premieheffing. Iedereen die inkomstenbelasting betaalt moet premie betalen.
Sociale Sociale voorzieningen = voor rechthebbende. Je bent rechthebbende als je aan de voorwaarde van de
voorzieningen desbetreffende wet voldoet.
Sprake van een > Participatiewet (PW)
personele > Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (Wet IOW)
werkingssfeer > Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte
werkloze werknemers (Wet IOAW)
> Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
zelfstandigen (Wet IOAZ)
> Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015)
> Jeugdwet (Jw)
> Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
> Toeslagenwet (TW)
In de meeste gevallen wordt dit uitgevoerd door de gemeente of het UWV. Er kunnen wel
uitzonderingen gelden. Er is geen sprake van premieheffing, de betaling komt vanuit algemene
middelen (belastingen).
,Materiële werkingssfeer
Hierbij gaat het om de vraag welk sociaal risico er verzekerd is. Een voorbeeld van sociale risico’s zijn
bijv. werkloos worden, een kind krijgen of arbeidsongeschikt worden.
> Werkeloosheid: WW.
> Arbeidsongeschiktheid: ZW, WIA, WAO en Wet Wajong.
> Ouderdom: AOW.
> Overlijden: Anw.
> Verzorgende en onderhouden van kinderen: AKW.
> Bijstand: PW.
> Maatschappelijke ondersteuning: Wmo 2015.
Digitaal Klantdossier
In een Digitaal Klantdossier (DGK) worden bepaalde klantgegevens opgeslagen. Het dossier bevat
bepaalde gegevens op het terrein van werk en inkomen en ook overige gegevens, zoals het bezit van
een auto. De medewerker van een uitkeringsinstantie kan via het Suwinet de gegevens opvragen en
zo nodig aanvullende informatie van de betrokkene vragen.
> Het Suwinet is een service waarmee overheidsorganisaties gegevens van burgers en
bedrijven digitaal bij elkaar kunnen opvragen en naar elkaar kunnen sturen.
De klant kan zelf ook in zijn eigen dossier kijken via de websites van de instanties.
Uitkeringssystematiek
Loondervingsuitkeringen
> Werknemersverzekeringen: de hoogte van de uitkering is een percentage van het dagloon
dat een persoon heeft genoten voorafgaande aan de verzekerde gebeurtenis. Het is een
loongerelateerde uitkering. Indien iemands loon hoger ligt dan het maximumdagloon, dan
wordt gerekend met het maximumdagloon per dag. Indien het loon lager ligt, dan wordt er
gerekend met het eigen loon.
> De uitkering waarop aanspraak kan worden gemaakt bedraagt meestal een bepaald
percentage van het loon dat iemand zou hebben verdiend als het verzekerde risico niet zou
zijn ingetreden.
> De uitkeringen in deze regelingen zijn niet verworpen aan een inkomens- of vermogenstoets.
> De uitkeringen die worden verstrekt zijn geïndividualiseerde prestaties. Het recht op en de
hoogte van de uitkering worden uitsluitend bepaald door de kenmerken van het individu.
Minimumbehoefteregelingen:
> Volksverzekeringen: de hoogte van de uitkering is gerelateerd aan het minimumloon. Er kan
wel een inkomenstoets plaatsvinden.
> Sociale voorzieningen: de hoogte is gerelateerd aan het minimumloon en afhankelijk van de
gezinssituatie. Er kan een inkomens- en vermogenstoets plaatsvinden.
> Hierbij is de uitkering wel verworpen aan een inkomens- of vermogenstoets.
> De uitkeringen zijn niet geïndividualiseerd; er wordt alleen rekening gehouden met de
inkomenspositie en behoeften van een eventuele partner of gezinsleden.
Rechtsbescherming
De meeste procedures binnen het socialezekerheidsrecht zijn bestuursrechtelijke procedures. De
regels van de Awb worden gevolgd. Een uitzondering bestaat voor de Zvw-geschillen; deze worden
door de burgerlijke rechter afgedaan vanwege de privaatrechtelijke structuur van de Zvw.
Voor het sociaalzekerheidsrecht is binnen het bestuursrecht een aantal elementen van belang:
1. Geen verplichte procesvertegenwoordiging – iemand is niet verplicht om een advocaat of
gemachtigde in de arm te nemen.
2. Besluit, bestuursorgaan, beschikking en belanghebbende - deze begrippen houden het
volgende in:
3
, - Besluit: moet rechtsgevolgen in het leven roepen en wordt door een bestuursorgaan
met openbaar gezag genomen (art. 1:3 jo art. 1:1 Awb). Een rechtsgevolg is dat de
rechten en plichten door het besluit wijzigen.
- Bestuursorgaan: voorbeeld hiervan is het college van B&W of de Raad van Bestuur van
het UWV of van de SVB.
- Beschikking: een geïndividualiseerd besluit dat is gericht tot een specifiek persoon.
- Belanghebbende: de aanvrager is een belanghebbende bij het besluit. Als hij bijv. geen
uitkering krijgt, treft dat alleen hem. Soms kan er sprake zijn van een derde
belanghebbende, hierbij kan je denken aan een werkgever. Er moet bij een derde
belanghebbende wel sprake zijn van een afgeleid belang.
3. Bezwaar en bestuursrechter – eerst moer er, als hoofdregel, binnen zes weken bezwaar
worden gemaakt. Deze procedure heeft een heroverwegingsfunctie. Pas nadat bezwaar is
gemaakt kan iemand naar de bestuursrechter.
Stappenplan bij een negatief besluit:
1. Bezwaar maken bij hetzelfde bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen (art.
7:1 jo art. 8:1 Awb).
- Heroverweging mag niet voor verslechtering zorgen (verbod op reformatie in peius).
- Toetsing op rechtmatigheid (het recht) en de doelmatigheid (het beleid)
(heroverwegingsfunctie).
- Bestuursorgaan houdt rekening met gewijzigde omstandigheden (toetsing ex nunc).
- Belanghebbende moet in de gelegenheid zijn gesteld om te worden gehoord
(hoorplicht). Er mag van het horen worden afgezien als belanghebbende bijv. heeft
verklaard geen gebruikt te willen maken van dit recht.
2. Beroep instellen bij de rechtbank (art. 7:1 jo art. 8:1 Awb).
- De rechter kijkt alleen naar de situatie ten tijde van het bestreden besluit (ex tunc). Een
belangrijke uitzondering is de vaststelling van de hoogte van de boete in het kader van
de draagkracht. In deze zaken toetst de rechter op de actuele situatie (ex nunc)
- De bestuursrechter heeft een actieve rol en stelt na opening van het onderzoek direct
vragen aan partijen om op deze wijze direct tot de kern van het geschil te komen.
- De rechter zal alleen de rechtmatigheid van het besluit toetsen.
3. Hoger beroep (art. 8:105 Awb).
- Verschilt waarbij dit moet worden ingesteld (zie schema hieronder)
4. Cassatie.
- In enkele geschillen kan cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad. Dit is afhankelijk van
de aard van het geschil en welke rechtsbescherming mogelijk is.
Schema rechtsbescherming
> Uitkeringen Geschillen Geschillen
> TW > Zorgtoeslag > Zvw
> Wlz > Wet KB
> WMO 2015
> Jw
Bezwaar Bezwaar Geen bezwaar
Rechtbank (bestuursrechter) Rechtbank (bestuursrechter) Rechtbank (burgerlijke rechter)
Centrale raad van Beroep Afdeling bestuursrechtspraak Gerechtshof
Raad van State
Hoge Raad Geen Hoge Raad Hoge Raad
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MandyyH. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.